Economische groei varieert in lange en korte golfeeegingen.
- Hoe kunnen we deze verklaren?
- Welke middelen heef de overheid
1 De lange golven
- Ontdekt door Kondratee
- Periodiciteit van 50 tot 60 jaar
- Periodes van hogere groei wisselen af met
periodes van lagere (soms negateve) groei
- Zie tabel pag 235 cursus
Verklaring:
- Introducte nieuwe basistechnologie
- Uitbouw bijbehorende infrastructuur
- Ontstaan nieuwe vraagmarkten
- Nieuwe fnanciële ontwikkelingen
- Goedkope grondstoeen en energiebronnen
De essente van Kondrratef :
- Ontstaan nieuwe technologie
o bv : watermolens, stoomtrein
- verschil tussen wereld voor en na de golf
- Nieuwe uitvindingen doen economie draaien
- Nieuwe uitvindingen vragen investeringen
- ontstaan van nieuwe vraag bij de consument
1 De seizoenbeweging
- Fluctuates in de economie veroorzaakt door opeenvolging van seizoenen die jaarlijks terug
komen:
o bouw, landbouw, toerisme, koopjesperiode, jaarlijkse vakante, etc…
- Betreeende sectoren nemen zelf maatregelen
2 Conjunctuurbewegingen
Betekenis en terminologie: Kortere cyclus naast trend op LT
- Gemiddelde ec. groei tussen 1913 en 2003: 1.9% per jaar
o Hoogconjunctuur: ec. groei >1.9%
o Laagconjunctuur: ec. groei < 1.9%
- We zien een inkrimping van de economie in 2008-2009
door de crisis
o We worden armer.
- Vanaf 2010: komt economie langzaam weer op gang.
- in 2013: weer een inkrimping van de economie
o zichtbaar door een crisis Griekenland
- Door overheidrsbeleidr kent Amerika enkel krimp in
economie in 2008-2009.
, Als we inkrimpen zakt de economie (gebeurt zelden !! )
- Economie groeit gedurende de jaren
- Als economie krimpt, krijgen we een stjging van de werkloosheid
Kenmerken:
- Algemene cyclus
- Periodiciteit
- Expansie en contracte
- Oververhitng en afoeling
- Recessie = 2 kwartalen na elkaar een negateve groeivoet
- Conjungere (samenvoegen): ook andere indicatoren (werkloosheid, winsten, lonen,…)
2.1 Conjunctuurindicatoren
2.1.1 Kwantitatieve conjunctuurindicatoren:
- Industriële producte
- Elektriciteitsverbruik
- Omzet in retail
- Btw-ontvangsten
- Invoer en uitvoer van goederen
- Bouwvergunningen
- Uitzendarbeid
2.1.2 Kwalitatieve conjunctuurindicatoren:
- op basis van enquêtes bij gezinnen en bedrijven
- consumentenvertrouwen
- producentenvertrouwen
= peiling naar de vooruitzichten
2.2 Verklaringen voor de conjunctuur- bewegingen
2.2.1 Exogene en endogene verklaringen
Exogeen:
- = niet-economische verschijnselen
- bv: rampen (Fukushima nov 2011), terreuraanslagen (9/11 in NY 2001), oorlogen (Israel,
Irak), invoering Euro, uitbreiding EU, opkomst groeiland
Endrogeen:
- = economische argumenten
- Vraag consumptegoederen
o Aanbod leidt tot onderbezetng producteapparaat
o Aanbod geef verzwakking van de economische actviteit
- V>A
o leidt tot infate en daling van de economische groei
2.2.2 Het belang van veranderingen in de globale vraag
- voornamelijk wijziging in uitgaven van consumpte en/of investeringen (=fnale goederen)
- zowel privé als overheid zijn
o tevens beïnvloed door buitenland.
Privéconsumpte:
- wijziging voorkeuren