de verschillen tussen een toets- en assessmentcultuur toe te lichten;
de termen formatieve, summatieve, proces- en productevaluatie te omschrijven, van elkaar te
onderscheiden en te illustreren a.d.h.v concrete voorbeelden;
de termen assessment of, for en as learning te omschrijven, van elkaar te onderscheiden en
te illustreren a.d.h.v. concrete voorbeelden;
toe te lichten hoe evaluatie de studieaanpak van studenten beïnvloedt en onder welke
voorwaarden;
een evaluatie voor een concrete leeromgeving te ontwerpen, rekening houdend met de
theoretische modellen uit deze leereenheid.
TOETSING (Valcke)
,1. Advance organizer
vb. afschaffen examens en punten? kleurcodes?
2. Omschrijving van de begrippen evaluatie en toetsing
2.1. Naar een begripsomschrijving
= totale proces v verzamelen, analyseren en interpreteren v informatie over elk
mogelijk aspect ve instructie-activiteit, met als doel een uitspraak te doen over de
effectiviteit, de efficiëntie en/of een andere impact
ook:
- monitoringactiviteiten
- integrale kwaliteitszorg
- schooleffectiviteitsbepaling
- werken met performance-indicatoren
Brits:
assessment = kwaliteit v gedrag v lerende ( toetsing)
evaluatie= nakijken in welke mate aspecten vd instructiesituatie (bv. handboek)
functioneren (kwaliteitszorg)
Amerikaans:
assessment = activiteit v meten (= meten/testen/toetsen)
evaluation = activiteit vh waarderen v wat gemeten is (= beoordelen)
2.2. Componenten van het evaluatieproces
2.2.1. Meten
meetinstrument: validiteit, betrouwbaarheid, recentheid (bv. examen)
2.2.2. Evalueren
, - ifv waarderen v prestaties: correctiesleutel of
indicatorenstelsel/beoordelingscriteria
helpen aan te geven in welke mate er een oordeel gegeven kan worden
voor elk van de criteria of indicatoren
- reflectie over waarde v wat gemeten is mbt elk van de elementen die zijn
gemeten
- lerenden krijgen hier zelf rol om waarde vast te stellen
- hoe explicieter de criteria, hoe grondiger de fase kan zijn
2.2.3. Scoren/graden
- niet zo eenvoudig als het lijkt
- wat is de waarde ve cijfer/score? benchmark, ondergrens, cesuur, kritische
drempel, criterium, lat…
- bij ontwikkelen ve toets op voorhand beslissingen nemen over mogelijke
scoringsaanpak, rekening houdens met versch overwegingen (welke kennis?
moeilijkheid vd vragen..?)
- koppelen aan beslissingen
- grading-benaderingen
o absolute grading (lineair toekennen v graad)
o relatieve grading (rekening houden met spreiding in scores –
normaalverdeling)
o gewogen grading (rekening met relatieve belang v item/deel v test)
Leren = constructief, cumulatief, doelgericht, gesitueerd, coöperatief en individueel
verschillend proces v kennisverwerving, betekenisgeving en vaardigheidsontwikkeling
Onderwijs = onderhevig aan verandering
2.3. Dimensies in evaluatie
evaluatie
= belangrijke component in didactisch handelen
= stuurt dikwijls instructieproces in de war (vooral wnn evaluatie niet past bij
vooropgezette leerproces)
= multidimensionaal