Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
Anatomie Hoofdstuk 8
Bloedsomloop:
› In 1 volledig traject passeert het bloed het hart 2 keer.
› Achtvormig traject dat uit twee routes bestaat.
-Grote bloedsomloop
-kleine bloedsomloop
Voorkennis:
› Slagader
› Ader
Leerdoelen:
De grote bloedsomloop of systeemcirculatie omschrijven:
› Start ter hoogte van het linkeratium met zuurstofrijk bloed.
› Dit bloed gaat vervolgens naar het linkerventrikel en van hieruit naar de aorta.
› Van uit de aorta bereikt het bloed het weefsel.
› Hier wordt het bloed zuurstofarm, omdat het zijn zuurstof aan het weefsel afstaat.
› Tegelijkertijd neemt het ook koolstofdioxide op uit de weefsels.
› Dit bloed gaat vervolgens via de vena cava superior of inferior terug naar de
rechteratium.
› = lichaamscirculatie
› = systeemcirculatie
› LA -> LV -> aorta -> zuurstofverbruikende weefsels -> venen (vena cava) -> RA
De kleine bloedsomloop of pulmonale
circulatie:
› Start ter hoogte van het rechteratium
met zuurstofarm bloed.
› Dit bloed gaat vervolgens naar het
rechterventrikel.
› Van hieruit naar de longslagader
› Vanuit de longslagader bereikt het
longblaasje in de longen, hier wordt
het bloed zuurstofrijk gemaakt door
opname van zuurstof uit de
ingeademde lucht.
› Tegelijk wordt het koolstofdioxide
afgegeven van de longblaasjes om uit
te ademen.
› Dit bloed gaat vervolgens via de
longaders terug naar de linkeratium.
o = pulmonale circulatie
o RA -> RV -> longslagader ->
longblaasjes in de longen ->
longader -> LA
1
,Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
Voorkennis:
o Slagaders of arterien of arteriae voeren bloed weg van
het hart.
o Aders of venen/ venae voeren het bloed naar het hart.
o De rechterventrikel pompt zuurstofarm bloed naar de
longen.
o De linkerventrikel pompt zuurstofrijk bloed via de aorta naar het volledige lichaam.
Bloedgassen:
› Het is belangrijk om in u achterhoofd te houden dat zuurstofrijk bloed
• Hoeveelheid gas in een oplossing drukken we uit onder de druk die dat gas op de
vloeistof heeft
• Grootheid: P
• Eenheid: mm Hg
• Zuurstofrijk bloed: rood
• Zuurstofarm bloed: blauw
(De ligging en de anatomie van het hart omschrijven)
De ligging van het hart:
› Het hart is zo groot als een vuist en ligt in het mediastinum, dit is het ruimte tussen
de twee longen.
› Het grootste deel van het volume van het hart ligt centraal in de borstholte, achter
het borstbeen.
› Enkel de hartpunt of apex van het hart steekt links onder het borstbeen uit, waardoor
we het hart links voelen kloppen.
2
,Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
De bouw van het hart
Het hart ligt naar links geroteerd in de borstkast.
Dat kan je duidelijk zien doordat de apex naar links wijst.
Het rechteratrium en ventrikel zijn naar ventraal georiënteerd tegen het borstbeen aan.
Het linker atrium en ventrikel zijn dorsaal gericht, daarom zie je op de illustratie van het hart
maar een stukje van het linker atrium en ventrikel.
• Hartspiercellen spenderen meer tijd in rust dan in actie
• Hart kan niet verzuren (verbrandt vetten, en geen suikers! Hierdoor kan het nooit
melkzuur vormen)
• Zo groot als een vuist
• Ligt in mediastinum
• Achter sternum
Uitz: apex of hartpunt
• Vier ruimtes
› Twee boezems of voorkamers of atria
› Twee kamers of ventrikels
› Rechter atrium en ventrikel wijzen naar buikzijde,Linker atrium
( =wachtkamer) en ventrikel eerder naar rugzijde.
Groeven met vetweefsel
› Functie vetweefsel:
Belangrijke groeven:
› AV groeve of Atrioventriculaire groeve
› Twee interventriculaire groeves: een ventrale en een dorsale
› Bevatten de kransslagaders of coronairen , dit zijn de bloedvaten die de
hartspier zelf van zuurstof moeten voorzien.
De bouw van het hart op frontale doorsnede
3
, Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
• Tussenschot of septum
› Tussen beiden atria zt een tussenschot ->Interatriale
septum (onzichtbaar)
› Het tussen de ventrikel ->Interventriculaire septum
› Beide atria ontvangen bloed uit verschillende aders
› Vena cava inferior en superior => RA
› Vier longaders of venae pulmonales => LA
• Volume van elk ventrikel: 60 à 70 ml
• Ventrikels vervoeren bloed naar slagaders
› RV => longslagader of truncus pulmonalis
• Splitst direct in 2 longslagaders of aa.
pulmonales naar linkerlong, en 3 longslagaders
of aa. pulmonales naar rechterlong
› LV => hoofdslagader of aorta
o Aortaboog
Wand van het hart
Bestaat uit 3 lagen.
› De binnenbekleding: Endocard of
endocardium
-Effen, glad oppervlak
› De middelste laag bestaat uit
spierweefsel =Myocard of
myocardium
-Spierweefsel, kan samentrekken
• Myocard van LV dikker dan RV!
› Bloeddruk grote circulatie:
120/80 mm Hg
› Bloeddruk kleine circulatie:
25/10 mm Hg
› De buitenste laag =Epicard of
epcardium
-viscerale laag van het pericard
= pericard is een dubbelwandig weefsel dat
hart omsluit.
4
Anatomie Hoofdstuk 8
Bloedsomloop:
› In 1 volledig traject passeert het bloed het hart 2 keer.
› Achtvormig traject dat uit twee routes bestaat.
-Grote bloedsomloop
-kleine bloedsomloop
Voorkennis:
› Slagader
› Ader
Leerdoelen:
De grote bloedsomloop of systeemcirculatie omschrijven:
› Start ter hoogte van het linkeratium met zuurstofrijk bloed.
› Dit bloed gaat vervolgens naar het linkerventrikel en van hieruit naar de aorta.
› Van uit de aorta bereikt het bloed het weefsel.
› Hier wordt het bloed zuurstofarm, omdat het zijn zuurstof aan het weefsel afstaat.
› Tegelijkertijd neemt het ook koolstofdioxide op uit de weefsels.
› Dit bloed gaat vervolgens via de vena cava superior of inferior terug naar de
rechteratium.
› = lichaamscirculatie
› = systeemcirculatie
› LA -> LV -> aorta -> zuurstofverbruikende weefsels -> venen (vena cava) -> RA
De kleine bloedsomloop of pulmonale
circulatie:
› Start ter hoogte van het rechteratium
met zuurstofarm bloed.
› Dit bloed gaat vervolgens naar het
rechterventrikel.
› Van hieruit naar de longslagader
› Vanuit de longslagader bereikt het
longblaasje in de longen, hier wordt
het bloed zuurstofrijk gemaakt door
opname van zuurstof uit de
ingeademde lucht.
› Tegelijk wordt het koolstofdioxide
afgegeven van de longblaasjes om uit
te ademen.
› Dit bloed gaat vervolgens via de
longaders terug naar de linkeratium.
o = pulmonale circulatie
o RA -> RV -> longslagader ->
longblaasjes in de longen ->
longader -> LA
1
,Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
Voorkennis:
o Slagaders of arterien of arteriae voeren bloed weg van
het hart.
o Aders of venen/ venae voeren het bloed naar het hart.
o De rechterventrikel pompt zuurstofarm bloed naar de
longen.
o De linkerventrikel pompt zuurstofrijk bloed via de aorta naar het volledige lichaam.
Bloedgassen:
› Het is belangrijk om in u achterhoofd te houden dat zuurstofrijk bloed
• Hoeveelheid gas in een oplossing drukken we uit onder de druk die dat gas op de
vloeistof heeft
• Grootheid: P
• Eenheid: mm Hg
• Zuurstofrijk bloed: rood
• Zuurstofarm bloed: blauw
(De ligging en de anatomie van het hart omschrijven)
De ligging van het hart:
› Het hart is zo groot als een vuist en ligt in het mediastinum, dit is het ruimte tussen
de twee longen.
› Het grootste deel van het volume van het hart ligt centraal in de borstholte, achter
het borstbeen.
› Enkel de hartpunt of apex van het hart steekt links onder het borstbeen uit, waardoor
we het hart links voelen kloppen.
2
,Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
De bouw van het hart
Het hart ligt naar links geroteerd in de borstkast.
Dat kan je duidelijk zien doordat de apex naar links wijst.
Het rechteratrium en ventrikel zijn naar ventraal georiënteerd tegen het borstbeen aan.
Het linker atrium en ventrikel zijn dorsaal gericht, daarom zie je op de illustratie van het hart
maar een stukje van het linker atrium en ventrikel.
• Hartspiercellen spenderen meer tijd in rust dan in actie
• Hart kan niet verzuren (verbrandt vetten, en geen suikers! Hierdoor kan het nooit
melkzuur vormen)
• Zo groot als een vuist
• Ligt in mediastinum
• Achter sternum
Uitz: apex of hartpunt
• Vier ruimtes
› Twee boezems of voorkamers of atria
› Twee kamers of ventrikels
› Rechter atrium en ventrikel wijzen naar buikzijde,Linker atrium
( =wachtkamer) en ventrikel eerder naar rugzijde.
Groeven met vetweefsel
› Functie vetweefsel:
Belangrijke groeven:
› AV groeve of Atrioventriculaire groeve
› Twee interventriculaire groeves: een ventrale en een dorsale
› Bevatten de kransslagaders of coronairen , dit zijn de bloedvaten die de
hartspier zelf van zuurstof moeten voorzien.
De bouw van het hart op frontale doorsnede
3
, Natalia Zurkowska Anatomie Hoofstuk 8
• Tussenschot of septum
› Tussen beiden atria zt een tussenschot ->Interatriale
septum (onzichtbaar)
› Het tussen de ventrikel ->Interventriculaire septum
› Beide atria ontvangen bloed uit verschillende aders
› Vena cava inferior en superior => RA
› Vier longaders of venae pulmonales => LA
• Volume van elk ventrikel: 60 à 70 ml
• Ventrikels vervoeren bloed naar slagaders
› RV => longslagader of truncus pulmonalis
• Splitst direct in 2 longslagaders of aa.
pulmonales naar linkerlong, en 3 longslagaders
of aa. pulmonales naar rechterlong
› LV => hoofdslagader of aorta
o Aortaboog
Wand van het hart
Bestaat uit 3 lagen.
› De binnenbekleding: Endocard of
endocardium
-Effen, glad oppervlak
› De middelste laag bestaat uit
spierweefsel =Myocard of
myocardium
-Spierweefsel, kan samentrekken
• Myocard van LV dikker dan RV!
› Bloeddruk grote circulatie:
120/80 mm Hg
› Bloeddruk kleine circulatie:
25/10 mm Hg
› De buitenste laag =Epicard of
epcardium
-viscerale laag van het pericard
= pericard is een dubbelwandig weefsel dat
hart omsluit.
4
