Bijzondere overeenkomsten
Titel I: bijzondere overeenkomsten
H1: onbenoemde contracten, benoemde contracten en
kwalificatie van contracten
Algemeen: vrije keuze van contracttypes
- uitgangspunt: partijen zijn vrij om inhoud van contract te bepalen
(wilsautonomie + contractvrijheid) (art 5.14 BW)
- lijst typen contracten = open ⇔ numerus clausus
- vaststelling type contract gebeurt via de kwalificatie
Onderscheid tussen benoemde en onbenoemde contracten
Onbenoemd contract Benoemd contract
in ruime zin (art 5.13 BW) niet onderworpen aan onderworpen aan
wettelijke regeling wettelijke regeling
bv. galerij contract, bv. koop, huur,
verhuiscontract aanneming, lastgeving,...
in enge zin (art 1107 oud contracten niet in BW contracten in BW
BW) geregeld geregeld
bv. verzekeringscontract,
arbeidscontract →
worden in een andere wet
geregeld dan BW
Onbenoemde contracten
We vinden deze contracten niet terug in het wetboek
→ uitgangspunt: contractvrijheid (art 5.14 BW)
→ regime (hiërarchie regels)
1. contract zelf (art 5.71 BW)
2. verbintenissen- en contractenrecht (art 5.13 BW)
3. regels benoemde contracten per analogie (uitzonderlijk!)
Benoemde contracten
→ regime (hiërarchie regels)
1
,Amber Ruys I 3BA rechten I 2023
1. specifieke wettelijke regels + ovk zelf
2. gemene verbintenissen- en contractenrecht (art 5.13 BW)
→ ratio
1. wettelijk “fall back” regime: bepaalde contracten komen frequent voor
● duidelijkheid en rechtszekerheid
● evenwichtige regeling van de rechtsverhouding tussen contractpartijen
voor het geval dat partijen er zelf geen hebben uitgewerkt
2. bescherming zwakke contractpartij
Gemengde contracten
→ bevat wezenlijke kenmerken van meerdere benoemde contracten
→ 3 kwalificatie theorieën
1. cumulatietheorie: regels van benoemde contracten naast elkaar toepassen
2. absorptietheorie: regels van overheersend contract toepassen
3. sui generis-theorie: beschouwd gemengd contract als onbenoemd contract
H2: inleiding consumentenrecht
Bescherming zwakke contractpartij
- wilsautonomie
- consumentenrecht s.l. (ruime zin)
● dwingend recht
● gemeenrechtelijke bescherming bv. alg. zorgvuldigheidsnorm
- consumentenrecht s.s. (strikte zin)
● WER, consumentenrecht, maar afdwingbaarheidsparadox
Boek VI WER: consumentenrecht
→ algemeen toepassingsgebied: art I.1 WER
→ specifieke begrippen voor boek 6: art I.8 WER
Focus regimes boek VI
- onrechtmatige bedingen en zwarte lijst (art VI.82-3 WER)
- verkoop op afstand + buiten onderneming
Wet 4/4/2019 B2B
→ sinds 2020: regeling onrechtmatige bedingen
- toepassingsgebied: tussen ondernemingen (in de zin van boek VI)
2
,Amber Ruys I 3BA rechten I 2023
H3: kwalificatie van de rechtshandeling
Kwalificatie op basis van
- objectieve elementen: wezenskenmerken
- subjectieve elementen: determinerend voor de partijen, maar raken de
kwalificatie niet
Kwalificatie overeenkomsten
→ uitgangspunt: partijen bepalen zelf (art 5.69 BW)
→ rechter
- partijen niets gekwalificeerd ⇒ rechter: gem. bedoeling partijen
- partijen hebben gekwalificeerd ⇒ rechter gebonden (art 5.69 BW)
● kwalificatie niet verenigbaar met gem. bedoeling partijen? ⇒
herkwalificatie door rechter (art 5.68 BW)
Titel II: overdracht van eigendom
Deel 1. Koop
H1: begrip koop
Wie zijn de partijen?
- B2C: WER + wet consumentenkoop (art. 1649bis ev. BW)
● WER: producten, soms lichamelijke roerende goederen
● WCK: lichamelijke roerende goederen
- B2B: tussen ondernemingen
● in geval van onrechtmatige bedingen
● aanvullend: Weens Koopverdrag
Wezenskenmerken koop
1. overdracht van eigendom
- goed, /=/ dienst (aanneming)
● nog te leveren goederen → 3 theorieën
1) enkele koop: koop toekomstig goed
2) enkele aanneming
3) gemengd contract
- cumulatietheorie: regels naast elkaar
- absorptietheorie: ofwel koop ofwel aanneming
(dominant element aanwezig?)
● kijken naar kwalificatie
3
, Amber Ruys I 3BA rechten I 2023
● specificiteitscriterium: maatwerk →
aanneming
● diensten leveren n.a.v. koop
1) cumulatietheorie: bv. afzonderlijke prijs goed/dienst
2) absorptietheorie: wat is duurder, goed of dienst?
- eigendomsoverdracht (art 5.79-5.81 BW)
● essentie: translatieve (overdragende) RH
● uitvoering dare = (ook) consensueel → vindt onmiddellijk plaats
tenzij:
○ toekomstige goederen: overdracht vanaf totstandkoming
(art 1583 BW)
○ genus goederen: eigendom bestaat vanaf specificatie (art
3.14 BW)
○ eigendomsvoorbehoud: er moet nog iets gebeuren
voordat de eigendom overgaat bv. betaling (<-> art 4 Wet
Breyne)
- belang tijdstip eigendomsoverdracht (risico) (art 5.80 BW)
● uitgangspunt: als eigendom overgaat, dan gaat risico mee over
● van aanvullend recht
● B2C: art VI.44 WER
- verkoop van andermans goed (art 1599 oud BW)
● anticipatieve vrijwaring voor uitwinning
○ = anticiperen op de uitwinning door de relatieve nietigheid
van de verkoop vragen
1. nietigheid is relatief: enkel door koper ongeacht
TGT of TKT → TGT koper: schadevergoeding
vorderen van verkoper
2. er moet een actueel belang zijn: risico op
uitwinning
○ niet van toepassing
- onbevoegde vertegenwoordiging
- sterkmaking
- verkoop soortgoederen
○ WEL van toepassing
- vergissing
- verkoop onverdeeld goed (mede-eigendom) bv.
appartement
- derdenwerking
● uitgangspunt: relativiteitsbeginsel
● onroerende goederen (art 3.30-31 BW)
4