Samenvatting Insolventierecht

INSOLVENTIERECHT
INSOLVENTIERECHT – PERSONEN

DEEL 1. PROCEDURE EN RECHTSMIDDELEN




“Korte debatten”: soms kan, op verzoek van één van de partijen, een betwisting meteen op de
inleidende zitting beslecht worden  dit veronderstelt dat de zaak zodanig eenvoudig is dat lange
pleidooien en het uitwisselen van conclusies eigenlijk overbodig zijn.

Na vonnis:

1 Uitvoering
a. Uitvoering van vonnis is ingeschreven in de grondwet:
i. Art. 40 GW: “De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en
rechtbanken. De arresten en vonnissen worden in naam des Konings ten
uitvoergelegd.”




1

, 2 Rechtsmiddel




Belangrijke wijzigingen!

Sinds 1 september 2018:

 Bevoegdheid vrederechter: vorderingen tot €5000 (aanvankelijk €2500)
 Vrederechter dat uitspraak doet over vorderingen tot €2000  is meteen laatste aanleg 
hiertegen kan geen beroep aangetekend worden



RECHTSMIDDELEN

1. BEGRIP EN SOORTEN

A. DEFINITIE

“Rechtsmiddel” = Ieder middel dat door de wet aan een partij of aan een derde wordt toegekend tot
het verkrijgen van een nieuwe beslissing in een geschil waarover een rechter reeds uitspraak heeft
gedaan.

 Middel is voorzien door de wet
 Er moet door een rechter reeds uitspraak zijn gedaan
 Middel kan worden aangewend door
o Persoon die reeds partij was in de zaak (bv beroep, verzet, cassatie)
o Een derde die een belang heeft dat is aangetast door de genomen beslissing (bv
derdenverzet)
 Doel = eerder genomen beslissing van de rechter ongedaan maken of wijziging bekomen in
voordeel van diegene die het rechtsmiddel instelt

B. SOORTEN

Art. 21 GerW

1 Gewoon rechtsmiddel
a. = Elk rechtsmiddel dat tot het normale verloop van een procedure behoort en dat
het verderzetten van de procedure (behandeling ten gronde) betekent nadat er door
een rechter reeds een beslissing is genomen in het voor hem aanhangig gemaakt
geschil


2

, b. Het rechtsmiddel heeft de vernietiging of de wijziging van de genomen beslissing
direct tot doel
c. Bv: hoger beroep en verzet

2 Buitengewoon rechtsmiddel
a. = Elk rechtsmiddel dat door een partij of derde kan worden aangewend tegen een
rechterlijke beslissing die niet meer vatbaar is een behandeling ten grote (op basis
van de feiten)
b. Via een omwegprocedure (cassatie-derdenverzet, enz) wil men een wijziging van de
1ste beslissing bekomen, in hoofdzaak omdat in de 1 ste beslissing fouten in verband
met de manier van behandelen werd vastgesteld.
c. Bv: cassatie, derdenverzet, verhaal op de rechter, verzoek tot herroeping van
gewijsde, onttrekking van de zaak aan de rechter




Tenuitvoerlegging en schorsing

Art. 1399 GerW: verzet en hoger beroep schorsen de tenuitvoerlegging van:

1 De eindvonnissen inzake de staat van personen
2 De vonnissen uitgesproken door de rechter van de familierechtbank die zitting neemt in het
kader van zaken die worden geacht spoedeisend te zijn of zaken waarvoor de
spoedeisendheid wordt aangevoerd in de zin van art. 1253ter/4, en die betrekking hebben


3

, op geschillen inzake formaliteiten betreffende de voltrekking van het huwelijk, de opheffing
van het verbod op het huwelijk van minderjarigen en de toestemming daartoe
3 Van de beslissingen in tuchtzaken

De tenuitvoerlegging van het vonnis wordt eveneens geschorst gedurende de termijn waarbinnen
verzet of hoger beroep kan worden aangetekend.

De voorlopige tenuitvoerlegging van de vonnissen bedoeld in het 1 ste lid, 1° en 2° kan niet worden
toegestaan.

C. TERMIJN

Art. 860 GerW

Afwijken is niet mogelijk: termijnen kunnen niet worden verkort of verlengd, zelfs niet wanneer
partijen akkoord zouden zijn (geen relatief dwingend recht)  Uitzonderingen hierop dienen door de
wet te voorzien (toepassing: art. 50 GerW: gerechtelijk verlof)

Overmacht kan een reden tot verlenging zijn, maar zeer strikte en beperkte toepassing!

D. RECHTSPLEGING

Gewone rechtsmiddelen: in principe dezelfde regels als bij eerste behandeling van de zaak

Buitengewone rechtsmiddelen: specifieke rechtspleging (zie GerW)



2. GEWONE RECHTSMIDDELEN

A. TOEPASSING

VERZET

 Kan aangetekend worden tegen elk verstekvonnis in laatste aanleg gewezen
o Tenzij: de wet anders bepaalt
o Kan slechts één keer door dezelfde partij

HOGER BEROEP

 Kan aangetekend worden tegen elk verstekvonnis en elk vonnis op tegenspraak dat in eerste
aanleg wordt gewezen
o Tenzij: de wet anders bepaalt

Art. 1042 GerW: “Voor zover de bepalingen van dit boek er niet van afwijken zijn de regels van het
geding toepasselijk op de rechtsmiddelen.”
Procedure tijdens verzet, hoger beroep of ander RM is gewone burgerlijke procedure, tenzij wet
uitdrukkelijk afwijkt.

Uitzonderingen:

 Akkoordvonnis (art. 1043 GerW)
 Berusting (art. 1044 GerW)
o Soorten berusting (art. 1045 GerW)
 De uitdrukkelijke berusting



4