S3 wiskunde: numerical cognition
we komen getallen op verschillende plaatsen tegen in ons leven (geld, klok, verkeer,..) Belangrijk om er goed mee
over weg te kunnen.
Niet goed overweg kunnen met getallen heeft impacten op het dagelijks leven (moeite om een job te vinden, laag
inkomen , meer kans op gezondheidsrisico’s (vaker ziek), achteruitgang in de numerieke vaardigheden)
vanwaar komen de individuele verschillen in wiskundige vaardigheden?:
komt al vroeg voor → in de lagere school, blijven zichtbaar tot we volwassene zijn.
● genetische factoren
● socio-economische factoren (stimuleren of getallen werk)
● family education
● home numeracy
● formal education
het duurt jaren voordat we wiskunde onder de knie krijgen
→ 3-7% heeft moeite (dyscalculie)
→ 25% worden er ongemakkelijk van (math anxiety)
the importance of neuropsychologie: is een jong onderzoeksdomein numerieke cognitie
onderzoeken naar patiënten met heel specifieke wiskundige moeilijkheden:
→ bv: moeilijkheden met vermenigvuldigen, specifiek letsel
→ bv: ander deel van de hersenen, kon wel vermenigvuldigen maar had meer moeite met
aftrekken/vergelijken/…
er zijn dus andere problemen, afhankelijk van de plaats van het letsel
hersengebieden die betrokken zijn bij getalverwerking:
triple code model getalverwerking:
als we cijfers zien, het idee dat we het wegschrijven in verschillende codes
arabische cijfers = number form
woorden = number form
→ deze 2 codes worden het meest gebruikt, liggen opgeslagen in andere hersengebieden, gemeenschappelijk
omdat ze beroep doen op een analoge magnitude representatie (abstracte code)
bv: bij een hoeveelheid stippen, lijn stip lang is of niet (groot/klein)
, is de kennis van getallen aangeboren of aangeleerd?
test bij baby’s/dieren:
detecteren de herhaling, ze kijken dus langer naar de grootintensiteit als de hoeveelheid veranderd.
baby’s kunnen dus al vanaf jonge leeftijd dat ze een gevoeligheid hebben voor hoeveelheden.
bij dieren, het is niet allemaal juist maar wel boven het kansniveau
kunnen visuele hoeveelheden onderscheiden en ook geluiden
dieren kunnen dus visueel/auditieve hoeveelheden onderscheiden.
lijkt het gedragspatroon bij dieren op het gedragspatroon bij mensen?
bv: we moeten zeggen op een stippenwolk of het +/- dan 7 items bevat
mensen vinden het moeilijker bij 7 dan bij 5 minder is = afstandseffect
als we hoeveelheden vergelijken met elkaar is het moeilijker om
hoeveelheden die dicht bij elkaar liggen te onderscheiden van
elkaar dan hoeveelheden die ver van elkaar liggen
→ ook zo bij ratten
stippen → afstand effecten worden uitgespreid naarmate de hoeveelheid groter wordt.
bv: 16 items, niet enkel 15 ook 17/18.
bv: bij een simpele reactietijd vraag zien we de patronen terug → meer tijd nodig dan 4>5 of 5<8
→ we zien een afstandseffect terug, lijkt universeel/fundamenteel bij getalverwerking
neurale circuits:
→ single cel onderzoek → zo kijken of bepaalde gebieden aan het werken zijn bij het nadenken
(elektrodes)
wanneer de elektrode verbindt bij de pariëtale cortex, (sulcus), dat er neuronen vuren op bepaalde hoeveelheden en
minder op andere hoeveelheden.
→ bv: andere cellen zijn actief (vuren) bij het bekijken van een 3 stippen en andere bij het zien van 5
stippen
getalspecifieke neuronen die gevoelig zijn voor specifieke hoeveelheden
1) cellen die gevoelig zijn voor hoeveelheid 1, vuren ook nog een beetje bij hoeveelheid 2 = distance effect.
(vuren bij naburige hoeveelheden)
2) tuning curve: breder naarmate dat de hoeveelheid groter wordt.
gelijkaardige neuronen gevonden bij de intrapariëtale sulcus bij kinderen (EEG)
→ badmuts met elektroden die de hersenactiviteit meten, zo de bron van elektrische signalen te
vinden
we komen getallen op verschillende plaatsen tegen in ons leven (geld, klok, verkeer,..) Belangrijk om er goed mee
over weg te kunnen.
Niet goed overweg kunnen met getallen heeft impacten op het dagelijks leven (moeite om een job te vinden, laag
inkomen , meer kans op gezondheidsrisico’s (vaker ziek), achteruitgang in de numerieke vaardigheden)
vanwaar komen de individuele verschillen in wiskundige vaardigheden?:
komt al vroeg voor → in de lagere school, blijven zichtbaar tot we volwassene zijn.
● genetische factoren
● socio-economische factoren (stimuleren of getallen werk)
● family education
● home numeracy
● formal education
het duurt jaren voordat we wiskunde onder de knie krijgen
→ 3-7% heeft moeite (dyscalculie)
→ 25% worden er ongemakkelijk van (math anxiety)
the importance of neuropsychologie: is een jong onderzoeksdomein numerieke cognitie
onderzoeken naar patiënten met heel specifieke wiskundige moeilijkheden:
→ bv: moeilijkheden met vermenigvuldigen, specifiek letsel
→ bv: ander deel van de hersenen, kon wel vermenigvuldigen maar had meer moeite met
aftrekken/vergelijken/…
er zijn dus andere problemen, afhankelijk van de plaats van het letsel
hersengebieden die betrokken zijn bij getalverwerking:
triple code model getalverwerking:
als we cijfers zien, het idee dat we het wegschrijven in verschillende codes
arabische cijfers = number form
woorden = number form
→ deze 2 codes worden het meest gebruikt, liggen opgeslagen in andere hersengebieden, gemeenschappelijk
omdat ze beroep doen op een analoge magnitude representatie (abstracte code)
bv: bij een hoeveelheid stippen, lijn stip lang is of niet (groot/klein)
, is de kennis van getallen aangeboren of aangeleerd?
test bij baby’s/dieren:
detecteren de herhaling, ze kijken dus langer naar de grootintensiteit als de hoeveelheid veranderd.
baby’s kunnen dus al vanaf jonge leeftijd dat ze een gevoeligheid hebben voor hoeveelheden.
bij dieren, het is niet allemaal juist maar wel boven het kansniveau
kunnen visuele hoeveelheden onderscheiden en ook geluiden
dieren kunnen dus visueel/auditieve hoeveelheden onderscheiden.
lijkt het gedragspatroon bij dieren op het gedragspatroon bij mensen?
bv: we moeten zeggen op een stippenwolk of het +/- dan 7 items bevat
mensen vinden het moeilijker bij 7 dan bij 5 minder is = afstandseffect
als we hoeveelheden vergelijken met elkaar is het moeilijker om
hoeveelheden die dicht bij elkaar liggen te onderscheiden van
elkaar dan hoeveelheden die ver van elkaar liggen
→ ook zo bij ratten
stippen → afstand effecten worden uitgespreid naarmate de hoeveelheid groter wordt.
bv: 16 items, niet enkel 15 ook 17/18.
bv: bij een simpele reactietijd vraag zien we de patronen terug → meer tijd nodig dan 4>5 of 5<8
→ we zien een afstandseffect terug, lijkt universeel/fundamenteel bij getalverwerking
neurale circuits:
→ single cel onderzoek → zo kijken of bepaalde gebieden aan het werken zijn bij het nadenken
(elektrodes)
wanneer de elektrode verbindt bij de pariëtale cortex, (sulcus), dat er neuronen vuren op bepaalde hoeveelheden en
minder op andere hoeveelheden.
→ bv: andere cellen zijn actief (vuren) bij het bekijken van een 3 stippen en andere bij het zien van 5
stippen
getalspecifieke neuronen die gevoelig zijn voor specifieke hoeveelheden
1) cellen die gevoelig zijn voor hoeveelheid 1, vuren ook nog een beetje bij hoeveelheid 2 = distance effect.
(vuren bij naburige hoeveelheden)
2) tuning curve: breder naarmate dat de hoeveelheid groter wordt.
gelijkaardige neuronen gevonden bij de intrapariëtale sulcus bij kinderen (EEG)
→ badmuts met elektroden die de hersenactiviteit meten, zo de bron van elektrische signalen te
vinden
