,GOEDERENRECHT
1 Inleiding
1.1 Het nieuwe goederenrecht
De hervorming
➢ Voor: te veel verschillende wetten om te raadplegen
➢ Na:
o Belangrijkste teksten bundelen in het BW met als doel transparantie en rechtszekerheid
optimaliseren
o Instrumentaliseren en functioneler maken
o Moderniseren: aanpassen aan behoeften van de maatschappij
o Flexibiliseren: nieuwe evenwicht tussen contractvrijheid en rechtszekerheid
➢ Eerbiedigende werking (Art. 37, §1 Wet van 17 maart 2020) =
o Nieuwe regels doen geen afbreuk aan al verworven rechten
o Niet van toepassing op rechtshandelingen, -feiten en -gevolgen die dateren van voor de
inwerkingtreding van het nieuwe goederenrecht TENZIJ anders overeengekomen
➢ Eerste reflex = kijken onder welke regels de casus valt!
1.2 Wat is goederenrecht
= zakenrecht/ zakelijk zekerheidsrecht dat de verhouding tussen rechtssubjecten (personen) en rechtsobjecten
(goederen) regelt.
Het belang
➢ Welvaartsindicator voor individuele personen (numerus clausus, Art 3.3 NBW)
➢ Publiciteitssysteem m.b.t. de vestiging, overdracht en wijziging van zakelijke (zekerheids)rechten.
o Oorspronkelijk: enkel voor onroerende goederen
o Nu: ook voor roerende goederen
o Concreet: zakelijke rechten zorgen ervoor dat ieder individu met zekerheid en duidelijkheid
kan tonen waaruit hun vermogen bestaat. Schuldeisers hebben op deze manier ook
zekerheid over de solvabiliteit van de partij waarmee ze contracteren.
1.3 Situering van het goederenrecht – basisconcepten
Onderscheid objectief recht en subjectief recht
➢ Objectief recht = het geheel van geschreven en ongeschreven regels die zich dwingend tot de
maatschappij richten of tot een bepaald individu
➢ Subjectief recht = de concrete aanspraken die een persoon kan laten gelden t.a.v. anderen of een
bepaald goed en die geput worden uit het objectief recht.
o Titularis van een subjectief recht = rechtssubject (NP of RP)
➢ Voorbeeld:
o OR: art 1382 BW aansprakelijkheid voor schade
o SR: recht op schadevergoeding op basis van art 1382 BW
Verdere onderverdeling subjectief recht
➢ Politieke rechten = rechten die de burger kan inroepen in relatie tot de overheid.
(participatierechten, politieke vrijheidsrechten, sociaal-economische rechten)
o Vb. kiesrecht, werkloosheidsuitkering, belastingrecht,…
➢ Burgerlijke rechten = rechten waarop de burger zich kan beroepen in het rechtsverkeer. (soms is de
overheid een mede-burger)
, o M.b.t: staat NP, private personen, herstelvordering
Verder onderverdeling burgerlijke rechten
➢ Extra-patrimoniale rechten = rechten die buiten het vermogen van een persoon vallen
o Kenmerken: niet in geld waardeerbaar (enkel moreel); niet verhandelbaar; eindigen bij het
overlijden.
o Soorten:
▪ Persoonlijkheidsrechten = rechten die de persoonlijkheid van het individu
beschermen.
▪ De familierechten = de rechten die het leven in familieverband mogelijk maken.
➢ Patrimoniale rechten = maken deel uit van het vermogen van een persoon
o Kenmerken: wel in geld waardeerbaar; verhandelbaar; eindigen niet bij overlijden
o Soorten:
▪ Intellectuele rechten = rechten die ene persoon kan hebben op geestelijke
voortbrengselen (vb. uitvinding)
▪ Vorderingsrechten = rechten die toelaten om van een ander de uitvoering te eisen
van één of meer verbintenissen. = aanspraken op een prestatie
▪ Zakelijke rechten = verlenen een recht, aanspraak, heerschappij op een goed
1.4 Wat is een zaak? Wat is een goed?
Wat is een zaak?
= al wat in de natuur bestaat en tastbaar is, met uitzondering van personen.
➢ Tastbaar = ruim: alles wat zintuigelijk waarneembaar is, wat vatbaar is voor perceptie.
➢ = lichamelijk goed
Wat is een goed?
= de zaken en de rechten die men erop kan hebben vormen samen goederen.
➢ Ruimste zin: alle voorwerpen vatbaar voor toe-eigening met vermogensrechten (art. 3.14 NBW)
➢ Lichamelijk goederen = zaken
➢ Onlichamelijke goederen = rechten
1.5 Het vermogen
= het geheel van iemands goederen (baten) en schulden (lasten) Art. 3.35 NBW
➢ Juridische algemeenheid: geheel van bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen
➢ Voortdurend evoluerend begrip
➢ Principe: wanneer iemand een verbintenis aangaat, verbindt hij zich met heel zijn vermogen.
o Uitzonderingen: zakelijke zekerheidsrechten
▪ Voordeel: bevoorrechte SE (voorrang)
▪ Nadeel: chirografiare SE’s (waardevermindering vermogen)
2 Zakelijke rechten
2.1 Zakelijke rechten VS vorderingsrechten (art. 3.7 en 3.8 NBW)
Zakelijke rechten
= doen een juridische relatie ontstaan tussen een persoon en een zaak. Ze verlenen een recht op, een directe
zeggenschap over een bepaalde zaak.
➢ Gelden erga omnes = sterke tegenwerpbaarheid = absolute werking = moet door iedereen erkend
worden
➢ Impliceren een volgrecht en een recht van voorrang
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elien11decloedt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.