Samenvatting Anatomie Bovenste Lidmaat

SPIER OORSPRONG INSERTIE WERKING INNERVATIE
SCHOUDERGORDELSPIEREN
M. supraspinatus - Fossa supraspinata Bovenste vlak van - Hij houdt de humerus in de N. suprascapularis (C4-C6)
- Fascia supraspinata tuberculum majus gewrichtskom
- rotator cuff spier  stabilisator
- abductie van de humerus tot 70°
M. infraspinatus - Fossa infraspinata Middelste vak van - rotator cuff spier  stabilisator N. suprascapularis (C4-C6)
- Onderrand spina scapulae tuberculum majus - exorotatie van de humerus
- Fascia infraspinata (hoofdfunctie)
M. subscapularis Fossa subscapularis (ventraal) - Tuberculum minus - rotator cuff spier  stabilisator N. subscapularis (C5-C8)
- proximale deel van - Endorotatie
de crista tuberculi
minoris
M. teres minor Margo lateralis scapulae, boven Onderste vlak van - Exorotatie van de humerus (vrij zwak) N. axillaris (C5-C6)
de oorsprong van M. teres major tuberculum majus - rotator cuff spier  stabilisator
M. teres major - angulus inferior Crista tuberculi minoris - retroflexie + endo + adductie N. thoracodorsalis (C6-C7)
- margo lateralis scapulae
M. deltoideus - Pars clavicularis: laterale derde Tuberositas deltoidea De verschillende delen werken deels N. axillaris (C5-C6)
van clavicula synergistisch en deels antagonistisch Pars clavicularis wordt ook
- Pars acromialis: acromion - Abductie humerus tot 90° (alle delen, in bezenuwd door N.
- Pars spinalis: onderrand van de begin vnl pars acromialis) Pectoraless (C4-C5)
spina scapulae - Pars clavicularis: horizontale adductie,
endorotatie
- Pars spinalis: horizontale abductie, exo
M. latissimus dorsi - Pars vertebralis: processus Crista tuberculi minoris - Hij trekt een opgeheven arm omlaag N. thoracodorsalis (C6-C8)
spinosi T7-T12 - retroflexie + endo + adductie
- Pars iliaca: fascia thoraco- (hand op het zitvlak)
lumbalis en het achterste deel - Hij trekt schouders naar achter en onder
van de crista iliaca - Hulpademhalingsspier (hoestspier)
- Pars costalis: rib 10-12 (lateraal)
- Pars scapularis: angulus inferior
scapulae

, SPIER OORSPRONG INSERTIE WERKING INNERVATIE
M. pectoralis major - Pars clavicularis: mediale helft Crista tuberculi majoris - Alle delen: opgeheven arm krachtig naar Nn. pectorales (C5-T1)
van de clavicula voor en naar onder trekken
- Pars sternocostalis: caput - Alle delen: adductie en endo
sterni, manubrium sterni, - Pars clavicularis en pars sternocostalis:
ribkraakbeen van de 2e-6e rib horizontale adductie
- Pars abdominalis: bovenste deel - Pars sternocostalis en pars abdominalis:
van het voorste blad van de schouder naar omlaag trekken langs voor
rectusschede - Hulpademhalingsspier
M. pectoralis minor Rib 3-5 (net lateraal van ribKB) Processus coracoideus - Depressie Nn. pectorales (C6-C8)
- Protractie
- Hulpademhalingsspier
M. levator scapulae Processus transversus C1-4 - Angulus superior - Elevatie + rotatie (neerw rotatie) N. dorsalis scapulae (C4-5)
scapulae - Lateroflexie en homolaterale rotatie van
- Begin van margo het hoofd
medialis scapulae - Dorsiflexie hoofd
M. rhomboideus Processus spinosus C6-C7 Margo medialis - Retractie N. dorsalis scapulae (C4-5)
minor scapulae - Ze drukken de scapula tegen de borstkas
M. rhomboideus Processus spinosus T1-T4 - Neerwaartse rotatie
major
M. serratus Laterale zijde van rib 1-9 - Pars superior: angulus - bij anteflexie van de arm: protractie N. thoracicus longus (C5-
anterius superior scapulae (antagonist van de M. rhomboideus) 7)
- Pars intermedia: - pars superior en inferior: scapula tegen
margo medialis borstkas duwen (synergist van M. rhomb)
scapulae (volledig) - pars inferior: rotatie scapula
- Pars inferior: angulus (angulus inferior  buiten en naar voor,
inferior scapulae cavitas  superieur)
Hierdoor: elevatie van de arm
- hulpademhalingsspier
M. subclavius Rib 1 Laterale onderste deel Hij trekt clavicula tegen sternum N. subclavius (C5-C6)
van clavicula