Les 26 nov – Slaap-gerelateerde ademhalingsstoornissen
EXAMEN: Geen vragen over therapie op examen!
- Dia 2: Dit zijn de zaken die de kans op snurken gaan verhogen.
Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen vormen een pathofysiologisch
continuüm. Snurken kan dan ook alarm zijn voor een onderliggend obstructief
slaapapneu syndroom.
Het mannetje bovenaan heeft een korte nek, obesitas, en hypoventilatie in
kader van zijn obesitas; men spreekt van het Pickwick syndroom. Dit valt onder
het einde van het spectrum van slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen.
- Dia 3: Het merendeel van de symptomen treden op als de patiënt slaapt. Men
moet dan ook beroep doen op de partner om klachten en gradaties te weten.
- Dia 4: Symtomen overdag kunnen excessieve slaperigheid zijn: de patiënt is heel
moe en valt in slaap overdag.
De onderlijnde symptomen zijn de meest belangrijke, cardinale symptomen.
Slaap gerelateerde symptomen moeten door iemand anders verteld worden, want
dit weet de patiënt niet.
!! Apneus of ademhalingsstop is vaak reden tot paniek bij de partner.
- Dia 5: Snurken is slechts een deel van het spectrum. De keel sluit af tijdens de
slaap, en normaal zijn er krachten die ons beschermen tegen slaapapneu; deze
krachten zorgen voor het open houden van de luchtwegen:
o Contractie van de dilatatoren van de farynx: belangrijkste M genioglossus
o Longvolume: Hoe groter het longvolume, hoe meer bescherming
MAAR er zijn uiteraard ook zaken die het sluiten van de luchtwegen promoten:
o Inspiratoire negatieve druk: Dit veroorzaakt een aanzuigeffect, waardoor
de kans op colaps van de farynx toeneemt.
o Extraluminale postieve druk (tong, vet in de hals, keelwanden, …): Hoe
meer deze structuren een druk geven, zoals het geval is bij aanwezigheid
van veel vet (obesitas), hoe meer risico er is dat de farynx gaat toe te
klappen
o Skeletale box
- Dia 6: Het gebied tussen het harde en zachte verhemelte en de epiglottis is het
toeklapbare gedeelte van de luchtweg; hier kent OSAS zijn origine. Afsluiting is
mogelijk op het niveau van de neus / nasofarynx, velum, orofarynx (door
tongbasis), hypofarynx (veroorzaakt door epiglottis) de mogelijk.
- Dia 8: Bij hypopneu is er geen volledige onderbreking. Arousal is een
ontwaakreflex en wijst op een hypopnoe.
Om het aantal hypopnea’s te tellen tijdens een continue EEG meting tijdens de
slaap, gaat men de ontwaakreflexen tellen! In combinatie met het aantal
apnoe’s gaat men zo de AHI bepalen.
EXAMEN: Geen vragen over therapie op examen!
- Dia 2: Dit zijn de zaken die de kans op snurken gaan verhogen.
Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen vormen een pathofysiologisch
continuüm. Snurken kan dan ook alarm zijn voor een onderliggend obstructief
slaapapneu syndroom.
Het mannetje bovenaan heeft een korte nek, obesitas, en hypoventilatie in
kader van zijn obesitas; men spreekt van het Pickwick syndroom. Dit valt onder
het einde van het spectrum van slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen.
- Dia 3: Het merendeel van de symptomen treden op als de patiënt slaapt. Men
moet dan ook beroep doen op de partner om klachten en gradaties te weten.
- Dia 4: Symtomen overdag kunnen excessieve slaperigheid zijn: de patiënt is heel
moe en valt in slaap overdag.
De onderlijnde symptomen zijn de meest belangrijke, cardinale symptomen.
Slaap gerelateerde symptomen moeten door iemand anders verteld worden, want
dit weet de patiënt niet.
!! Apneus of ademhalingsstop is vaak reden tot paniek bij de partner.
- Dia 5: Snurken is slechts een deel van het spectrum. De keel sluit af tijdens de
slaap, en normaal zijn er krachten die ons beschermen tegen slaapapneu; deze
krachten zorgen voor het open houden van de luchtwegen:
o Contractie van de dilatatoren van de farynx: belangrijkste M genioglossus
o Longvolume: Hoe groter het longvolume, hoe meer bescherming
MAAR er zijn uiteraard ook zaken die het sluiten van de luchtwegen promoten:
o Inspiratoire negatieve druk: Dit veroorzaakt een aanzuigeffect, waardoor
de kans op colaps van de farynx toeneemt.
o Extraluminale postieve druk (tong, vet in de hals, keelwanden, …): Hoe
meer deze structuren een druk geven, zoals het geval is bij aanwezigheid
van veel vet (obesitas), hoe meer risico er is dat de farynx gaat toe te
klappen
o Skeletale box
- Dia 6: Het gebied tussen het harde en zachte verhemelte en de epiglottis is het
toeklapbare gedeelte van de luchtweg; hier kent OSAS zijn origine. Afsluiting is
mogelijk op het niveau van de neus / nasofarynx, velum, orofarynx (door
tongbasis), hypofarynx (veroorzaakt door epiglottis) de mogelijk.
- Dia 8: Bij hypopneu is er geen volledige onderbreking. Arousal is een
ontwaakreflex en wijst op een hypopnoe.
Om het aantal hypopnea’s te tellen tijdens een continue EEG meting tijdens de
slaap, gaat men de ontwaakreflexen tellen! In combinatie met het aantal
apnoe’s gaat men zo de AHI bepalen.