Filosofie
- Boek: Braeckman e.a. (2010). Wijsbegeerte.(pagina’s 13-57, 305-312, 75-100, 117-144,295-304,
NOTABENE: alleen deze en geen andere pagina’s!)
Boek blz 13-57 / blz 305- 312
Inleiding
1. vertrouwdheid en verwondering
verdwijnen van vertrouwdheid is nooit zonder risico.
In extreme gevallen zo als dood of ziekte, leidt de ervaring van het plotse wegvallen
van de zin van de dingen tot vertwijfeling en wanhoop en kan ze zelfs
levensbedreigende vormen aannemen.
het kan ook juist creatief aflopen. (beeldende kunst, muziek of religie) de ervaring
van acuut zinverlies heeft dan een productief effect.
verdwijnen van vertrouwdheid kan ook verwondering opleveren, houding van
nadenken over die ervaring, reflectie. Verwondering grijpt de doorbreking van het
alledaagse aan om onszelf en onze vertrouwde omgang met de wereld in twijfel te
trekken en op zoek te gaan naar nieuwe antwoorden (= het begin en beginsel van de
wijsbegeerte)
2. verwondering en contingentie
verwonderen is alleen mogelijk doordat we ons realiseren dat was ons zonet nog
vertrouwd was evengoed anders had kunnen zijn.
Verwondering ontstaat door wat feitelijk gegeven is te contrasteren met wat mogelijk is.
Het feitelijke wordt tegen de horizon van het mogelijke geplaatst en van daaruit
geproblematiseerd.
In en door de verwondering verschijnt zoals gezegd de feitelijke gegevenheid als ‘anders
mogelijk’. het feitelijke dienst zich aan als contingent.
Contingent= wat niet noodzakelijk, maar toevallig is: wat ook anders had kunnen zijn.
In principe kan verwondering alles wat feitelijk gegeven is, als anders mogelijk en dus
als contingent laten verschijnen. Maar dat is niet zo.
3. contingentie en orde
wereld zonder orde en structuur kunnen we niet overleven. Alleen mensen met
geheugenverlies of zwaar autistische patiënten lijden onder zulke extreme
desoriëntatie. Mensen met geheugenverlies kennen geen structuur omdat ze het niet
herkennen elke ervaring is nieuw. De autist is niet bij machte de veelheid van prikkels
die uitgaan van dingen, voor zichzelf te rangschikken en op die manier te beheersen.
We hebben structuur nodig daarom is verwondering alleen maar een vertrekpunt zijn.
De verwondering laat het vertrouwde, het vanzelfsprekende weliswaar als anders-
- Boek: Braeckman e.a. (2010). Wijsbegeerte.(pagina’s 13-57, 305-312, 75-100, 117-144,295-304,
NOTABENE: alleen deze en geen andere pagina’s!)
Boek blz 13-57 / blz 305- 312
Inleiding
1. vertrouwdheid en verwondering
verdwijnen van vertrouwdheid is nooit zonder risico.
In extreme gevallen zo als dood of ziekte, leidt de ervaring van het plotse wegvallen
van de zin van de dingen tot vertwijfeling en wanhoop en kan ze zelfs
levensbedreigende vormen aannemen.
het kan ook juist creatief aflopen. (beeldende kunst, muziek of religie) de ervaring
van acuut zinverlies heeft dan een productief effect.
verdwijnen van vertrouwdheid kan ook verwondering opleveren, houding van
nadenken over die ervaring, reflectie. Verwondering grijpt de doorbreking van het
alledaagse aan om onszelf en onze vertrouwde omgang met de wereld in twijfel te
trekken en op zoek te gaan naar nieuwe antwoorden (= het begin en beginsel van de
wijsbegeerte)
2. verwondering en contingentie
verwonderen is alleen mogelijk doordat we ons realiseren dat was ons zonet nog
vertrouwd was evengoed anders had kunnen zijn.
Verwondering ontstaat door wat feitelijk gegeven is te contrasteren met wat mogelijk is.
Het feitelijke wordt tegen de horizon van het mogelijke geplaatst en van daaruit
geproblematiseerd.
In en door de verwondering verschijnt zoals gezegd de feitelijke gegevenheid als ‘anders
mogelijk’. het feitelijke dienst zich aan als contingent.
Contingent= wat niet noodzakelijk, maar toevallig is: wat ook anders had kunnen zijn.
In principe kan verwondering alles wat feitelijk gegeven is, als anders mogelijk en dus
als contingent laten verschijnen. Maar dat is niet zo.
3. contingentie en orde
wereld zonder orde en structuur kunnen we niet overleven. Alleen mensen met
geheugenverlies of zwaar autistische patiënten lijden onder zulke extreme
desoriëntatie. Mensen met geheugenverlies kennen geen structuur omdat ze het niet
herkennen elke ervaring is nieuw. De autist is niet bij machte de veelheid van prikkels
die uitgaan van dingen, voor zichzelf te rangschikken en op die manier te beheersen.
We hebben structuur nodig daarom is verwondering alleen maar een vertrekpunt zijn.
De verwondering laat het vertrouwde, het vanzelfsprekende weliswaar als anders-