Geschiedenis 1 PowerPoint deel 1
Inleiding
Architectuur = normaal blijvend
Interieurarchitectuur = veranderd doorheen de tijd
Restanten van interieurs zijn heel schaars!
Dia 11
• 4 relaties
• Mens en ruimte
• Object en ruimte
• Mens en object
• Mens, object en ruimte = ontwerper en mens
Dia 15
• Grotten (interieur)
Meer dan 1 D
Verschillende onderverdelingen
In gevonden woning vorm brengen
Ingang heeft voornamelijk mannelijke symbolen (jagen – buitengericht) & Binnenin zijn
er meer vrouwelijke symbolen te vinden (bessen plukken, koken – leven binnen) ->
bewuste sociale structuur
-> parallel om vrouw en man te scheiden van “werkjes”
• Wat is er te vinden?
Potscherven
Primaire vormen van meubels
Handwerken
Tentenstructuur van dierenhuid
• Verhuizen
Prehistorische mens zwierf rond maar de manier waarop het interieur werd opgebouwd
is al duizenden jaren hetzelfde (tentenstructuur)
dia 17
• Lascaux
Dia 20
• Mens schematisch – niet toegankelijk en animisme
• Mens en dier zijn goddelijk
,Dia 22
• Neolithicum
• Gebouw van natuurlijke materialen (leem, mos,..)
• Geen interieurs overgebleven
Dia 23, 24 & 25 (examen!)
• Tussen Schotland en Ierland
• 1850 was er een zware storm
• Eiland deels weggespoeld maar hierdoor kwam er een oud dorpje tevoorschijn (Skara Brae)
Verborgen onder organisch materiaal (veenmateriaal heeft een bewaareffect)
Woningen waren nog in vrij goede staat
Concentrische vorm + in het midden een openhaard
Technisch opgebouwd
Ze zijn allemaal hetzelfde gebouwd
o Midden een haard
o Dressoir (kast) voor materiaal maar er was geen materiaal/kledij aanwezig dus
had deze waarschijnlijk een andere betekenis (offertafel? Goden?)
o Vierkanten blok (seat). Dit was de ereplaats (hoofd van de familie (man of vrouw?))
o Samen slapen is iets heel recent
o Hoek putten in grond met dekplaten. Primaire vorm van een koelkast? Maar na
onderzoek bleek dit een bewaarplaats te zijn voor aas.
Dia 26 (examen!)
• Putwoning: in de grond gemaakt met stevige muren en een organisch dak
• Mens is opzoek naar een andere vorm van woning (grot + woning)
Donker
Claustrofobisch
Vochtig
Oncomfortabele levensomstandigheden
• De Neolithische mens werd niet oud!
Dia 28
• Haard in het midden
• Tekst over het belang van de haard
• De geschiedenis herhaalt zich
Dia 29
• Egypte (geen sprong in de tijd wel van locatie)
• Oppergod Ra
• Mens doordrongen door godendom
• Mens leefde in groep niet individualistisch
, • Alles dat gebouwd werd had te maken met godheid
Dia 31
• Gizeh
• Korte bouwperiode
• Groot gebouw
• Herodotus beschrijft wereldwonderen
Dia 32
• Locatie komt overeen met sterrenbeeld (Osiris (Egypte) – Orion (bij ons)
• Kalksteen neemt licht op door de zon (in pikkedonker geeft kalksteen licht af dat het
gedurende de dag heeft aangenomen)
• Elke punt van een piramide heeft een gouden sluitstuk => BENBENSTEEN
• Egyptenaren op de hoogte van aantal wiskundige principes (jaren later werd dit pas kenbaar)
• Stelling van Pythagoras, Pi, wet van Kepler zitten verwerkt in de bouw van de piramide
Dia 35
• Interieurs piramide
• Heel klein ten opzichte van het massief gebouw
• Beknopt en sober
Die 36
• Exterieur belangrijker dan interieur
• Evolutie: exterieur en interieur (voor zichzelf, geborgenheid,..) hebben een grote grens. Nu
trekken we het interieur naar buiten toe aan de hand van sociale media.
Dia 37
• 1)
• 2) Godendom religie
• 3) Wiskunde astrologie
• 4) wetenschap en kennis
• 5)
Dia 38
• Hypostielen: dikke, stevige zuilen.
• Geen kleur
, • Per zuil is er een stukje verhaal
Dia 39
• Doel
Ingang grote toegangspoort met kleine opening
Om bezoekers klein en nietig te laten voelen
Goden zijn groot gemaakt
Rang of stand gaan verder tot heiligdom
Opbouw tot “einde”
Dia 40
• Muurreliëf
dia 41
• Ode van verering -> de farao en de god amon
• Ramsel 3 (persoon)
• Welke godheid wanneer belangrijk was (hing af van de dynastie die aan de macht was)
Dia 42
• Via het interieur in de tempel wordt de link gelegd met god
• Enorme grote zuilen -> imponeren en hangt samen met de geschiedenis
Dia 43
• Hoe groter het persoonlijk belang, hoe groter afgebeeld
• Oorlogsoverwinning duidelijk maken
• Vroege vorm van geschiedschrijving (verhaal wie overwinnaar was)
• In de kleinere hiërogliefen (afbeeldingen) welke technieken ze gebruikte, gewassen telen,..
Dia 44
• Soort schepenen dat ze gebruikte
• Wapenuitrusting te zien
Dia 45
• Grootschalig gebouwd
• bovenkant soort platte pannenkoek -> dadelpalmzuil
Inleiding
Architectuur = normaal blijvend
Interieurarchitectuur = veranderd doorheen de tijd
Restanten van interieurs zijn heel schaars!
Dia 11
• 4 relaties
• Mens en ruimte
• Object en ruimte
• Mens en object
• Mens, object en ruimte = ontwerper en mens
Dia 15
• Grotten (interieur)
Meer dan 1 D
Verschillende onderverdelingen
In gevonden woning vorm brengen
Ingang heeft voornamelijk mannelijke symbolen (jagen – buitengericht) & Binnenin zijn
er meer vrouwelijke symbolen te vinden (bessen plukken, koken – leven binnen) ->
bewuste sociale structuur
-> parallel om vrouw en man te scheiden van “werkjes”
• Wat is er te vinden?
Potscherven
Primaire vormen van meubels
Handwerken
Tentenstructuur van dierenhuid
• Verhuizen
Prehistorische mens zwierf rond maar de manier waarop het interieur werd opgebouwd
is al duizenden jaren hetzelfde (tentenstructuur)
dia 17
• Lascaux
Dia 20
• Mens schematisch – niet toegankelijk en animisme
• Mens en dier zijn goddelijk
,Dia 22
• Neolithicum
• Gebouw van natuurlijke materialen (leem, mos,..)
• Geen interieurs overgebleven
Dia 23, 24 & 25 (examen!)
• Tussen Schotland en Ierland
• 1850 was er een zware storm
• Eiland deels weggespoeld maar hierdoor kwam er een oud dorpje tevoorschijn (Skara Brae)
Verborgen onder organisch materiaal (veenmateriaal heeft een bewaareffect)
Woningen waren nog in vrij goede staat
Concentrische vorm + in het midden een openhaard
Technisch opgebouwd
Ze zijn allemaal hetzelfde gebouwd
o Midden een haard
o Dressoir (kast) voor materiaal maar er was geen materiaal/kledij aanwezig dus
had deze waarschijnlijk een andere betekenis (offertafel? Goden?)
o Vierkanten blok (seat). Dit was de ereplaats (hoofd van de familie (man of vrouw?))
o Samen slapen is iets heel recent
o Hoek putten in grond met dekplaten. Primaire vorm van een koelkast? Maar na
onderzoek bleek dit een bewaarplaats te zijn voor aas.
Dia 26 (examen!)
• Putwoning: in de grond gemaakt met stevige muren en een organisch dak
• Mens is opzoek naar een andere vorm van woning (grot + woning)
Donker
Claustrofobisch
Vochtig
Oncomfortabele levensomstandigheden
• De Neolithische mens werd niet oud!
Dia 28
• Haard in het midden
• Tekst over het belang van de haard
• De geschiedenis herhaalt zich
Dia 29
• Egypte (geen sprong in de tijd wel van locatie)
• Oppergod Ra
• Mens doordrongen door godendom
• Mens leefde in groep niet individualistisch
, • Alles dat gebouwd werd had te maken met godheid
Dia 31
• Gizeh
• Korte bouwperiode
• Groot gebouw
• Herodotus beschrijft wereldwonderen
Dia 32
• Locatie komt overeen met sterrenbeeld (Osiris (Egypte) – Orion (bij ons)
• Kalksteen neemt licht op door de zon (in pikkedonker geeft kalksteen licht af dat het
gedurende de dag heeft aangenomen)
• Elke punt van een piramide heeft een gouden sluitstuk => BENBENSTEEN
• Egyptenaren op de hoogte van aantal wiskundige principes (jaren later werd dit pas kenbaar)
• Stelling van Pythagoras, Pi, wet van Kepler zitten verwerkt in de bouw van de piramide
Dia 35
• Interieurs piramide
• Heel klein ten opzichte van het massief gebouw
• Beknopt en sober
Die 36
• Exterieur belangrijker dan interieur
• Evolutie: exterieur en interieur (voor zichzelf, geborgenheid,..) hebben een grote grens. Nu
trekken we het interieur naar buiten toe aan de hand van sociale media.
Dia 37
• 1)
• 2) Godendom religie
• 3) Wiskunde astrologie
• 4) wetenschap en kennis
• 5)
Dia 38
• Hypostielen: dikke, stevige zuilen.
• Geen kleur
, • Per zuil is er een stukje verhaal
Dia 39
• Doel
Ingang grote toegangspoort met kleine opening
Om bezoekers klein en nietig te laten voelen
Goden zijn groot gemaakt
Rang of stand gaan verder tot heiligdom
Opbouw tot “einde”
Dia 40
• Muurreliëf
dia 41
• Ode van verering -> de farao en de god amon
• Ramsel 3 (persoon)
• Welke godheid wanneer belangrijk was (hing af van de dynastie die aan de macht was)
Dia 42
• Via het interieur in de tempel wordt de link gelegd met god
• Enorme grote zuilen -> imponeren en hangt samen met de geschiedenis
Dia 43
• Hoe groter het persoonlijk belang, hoe groter afgebeeld
• Oorlogsoverwinning duidelijk maken
• Vroege vorm van geschiedschrijving (verhaal wie overwinnaar was)
• In de kleinere hiërogliefen (afbeeldingen) welke technieken ze gebruikte, gewassen telen,..
Dia 44
• Soort schepenen dat ze gebruikte
• Wapenuitrusting te zien
Dia 45
• Grootschalig gebouwd
• bovenkant soort platte pannenkoek -> dadelpalmzuil
