1 Visie op Frans in het basisonderwijs
1.1 Bouwstenen voor communicatie
Uiteindelijke doel van een vreemde taal leren is communicatie!
correct begrijpen en overbrengen van simpele boodschappen
Werken met realistische opdrachten waarin de communicatie een authentieke situatie benadert.
Vaardigheden staan centraal!
- Luisteren
- Spreken
- Lezen
- Schrijven
- Mondelinge interactie
grammatica en woordenschat staan in functie van de communicatieve vaardigheden
Pas na dit alles kan een doelgerichte communicatie plaatsvinden.
1.2 Doelgerichte communicatie
Communiceren altijd met doel voor ogen! belangrijk om na te gaan of de doelen ook effectief
bereikt worden
1.3 Een taxonomie voor het vreemdetalenonderwijs
Taxonomie = ordeningskader
Kwakernaak (2012) onderscheidt de taxonomie van taalvaardigheden op in receptieve en
productieve vaardigheden
Receptieve vaardigheden Productieve vaardigheden
Zoeken Reproduceren
Parafraseren-vertalen Produceren: gestuurd
Structureren Produceren: geleid
Samenvatten Produceren: open
Interpreteren
Receptieve vaardigheden: luisteren en lezen
Productieve vaardigheden: spreken, schrijven en mondelinge interactie
1.4 Belang van strategieën
Kinderen hebben nog veel hiaten (gaten) in hun taalvaardigheid inzetten van strategieën
Strategieën communicatie valt niet stil!
Ze kunnen strategieën toepassen in hun moedertaal DUS doortrekken naar vreemde taal
Leerling vervult 2 rollen:
1
, - Uitvoerder van de strategie
- Mentale manager
o Metacognitie: mannetje in je hoofd activeren wnr je een woord niet snapt, het op te
zoeken in een woordenboek
Welke strategie is zinvol? driefasenmodel:
1) Leerkrachtgestuurd, modelling, scaffolding
2) Leerling gaat gericht oefenen
3) Autonoom, alleen werken
1.4.1 Sterke sturing: modeling en scaffolding
Modeling: leerkracht doet denkprocessen luidop voor, werkwijze toelichten
Strategieën worden op impliciete en onzichtbare manier verduidelijkt!
Scaffolding: lkr stelt strategische vragen en laat strategieën uitvoeren door lln.
1.4.2 Gedeelde sturing
Leerling past strategie bewust toe met hulp van bvb stappenplan
Je zorgt ervoor dat de kinderen elkaar leren helpen. Bvb de sterkere leerlingen helpen de minder
sterkere leerlingen.
1.4.3 Losse sturing
Kind past strategie zelfstandig toe
1.5 Doeltaal = voertaal
Kinderen moeten nieuwe taal zo veel mogelijk horen!
woorden in een context met voldoende visuele ondersteuning – incidenteel taalleren
Door doeltaal = voertaal zullen kinderen veel sneller leren en woorden oppikken
Niet te veel vertalen WANT anders werken ze niet mee
Het gaat hier om een attitude en automatisering
Grammatica, strategie-instructies en vragen en opdrachten worden best nog in het Nederlands
gegeven.
1.6 Instructietaal
Alle instructies in het Frans!
Geleidelijk aan uitbreiden. Eerst met hulpmiddelen daarna kunnen de hulpmiddelen wegvallen.
Wnr alle instructies gekend zijn bladwijzer met klasinstructies + visualisatie
1.7 Breinvriendelijke activiteiten
Lesinhoud spreiden bij kinderen is van uitzonderlijk belang!
2
,HERHALING!!! gespreide herhaling
Voorkennis wordt steeds opnieuw geactiveerd, daardoor wordt de nieuwe kennis steeds
geleerd
Gevarieerde manier is belangrijk
Zintuigen zijn zeer belangrijk vergroot kans aanzienlijk op verankering van de leerstof
Lln moeten positief emotioneel betrokken zijn bij de les.
1.8 Het begrip tekst
Teksten = alles wat leerlingen beluisteren en lezen maar ook schrijven en zeggen
1.8.1 Authentieke en semiauthentieke teksten
Authentieke teksten = teksten die in Franstalige gebieden effectief bestaan
Semiauthentieke teksten = nagemaakt op basis van bestaande voorbeelden
Werken met authentiek materiaal biedt heel wat voordelen:
1) Aantrekkingskracht
2) Dissociatie vreemdetalenonderwijs – klasgebeuren
3) Native speech – discours authentique
4) Variatie in werkvormen
5) Zelfredzaamheid
6) Evaluatie globale taalvaardigheid
7) Maatschappelijke dimensie
1.8.2 Tekstsoorten en teksttypes
4 tekstsoorten
Informatieve tekst Overbrengen info Schema, tabel…
Prescriptieve tekst Rechtstreeks sturen vh Instructie, handleiding…
handelen vd ontvanger
Narratieve tekst Verhalend weergeven van Reportage, interview, verhaal…
feiten en gebeurtenissen
Artistiek-literaire tekst Expliciete aanwezigheid van Gedicht, toneel, strip…
esthetische component
1.8.3 Tekstkenmerken
4 criteria:
- Inhoudelijke elementen
- Visuele ondersteuning en lay-out
- Formele aspecten
- Taalgebruik
3
, 1.8.4 Verwerkingsniveaus
Complexiteit van tekst wordt bepaald door tekstkenmerken! MAAR geen absolute criteria
Moeilijkheidsgraad bepalen = tekstsoort en tekstkenmerken bekijken + verwerkingsniveau
Het verwerkingsniveau geeft aan wat de leerlingen met de tekst moeten kunnen doen!
4 verwerkingsniveaus:
- Kopiërend niveau
- Beschrijven niveau
- Structurerend niveau
- Beoordelend niveau (niet in basisschool)
4