BLOK 3
CULTUURSENSITIEF HANDELEN
CHRISTINE DUPONT
AN VERSTRAETEN
,1 SUPERDIVERSITEIT EN NOOD AAN CSH
Superdiversiteit= diversiteit binnen de diversiteit
Meer dan alleen migratie
Verschillende groepen die gelijkwaardig een plek hebben in de samenleving
verder: verschillende groepen met elkaar verweven
SUPERDIVERSITEIT OP MACRO, MESO EN MICRONIVEAU
MACRONIVEAU
MIGRATIESTROMEN
Immegratie – migratie = migratiesaldo
Zuid Europese landen na oorlog
- 1960: Oosterse landen
- 1970-80: omlaag economische crisis
- 1990: toename val Berlijnse, conflict Servië
- 2010: toename Manier van reizen verbeterd
Demografie
KWANTITAIEVE VERSCHILLEN
= diversiteit groeit overal, maar vooral in grootte steden
PAGINA 2
, Majorority-minority cities = meerderheid bewoners hebben andere
nationaliteit wereldsteden (maar ook Genk!!)
Genk: vooral Italianen mijnen
KWALITATIEVE VERSCHILLEN
= mensen uit een groot aantal landen van herkomst naar een zeer groot aantal
gastlanden hybriditeit in achtergronden
Superdiversiteit geen uitzondering meer
Transnationaliteit= leven in een land en tegelijk ook elders, waarbij
mensen intense contacten over grenzen houden, verschillende leefwerelden
en culturen combineren
ENKELE UITDAGINGEN VOOR DE 21STE EEUW
1. Voorbij het wij/zij denken geraken
Polarisatie: het versterken van tegenstellingen tussen partijen of
bevolkingsgroepen meer wij/zij denken => verminderen
Kosmopolitische realiteit = een mens zich verbonden voelt met alle
andere mensen op de wereld
2. Toenemend belang van transnationalisme erkennen
3. Meertalige superdiverse steden zien als voordeel (school)
4. Superdiversiteit vraagt om intercultusering van alle maatschappelijke
sectoren diverssensitief handelen
5. Minder aandacht voor diversiteit (diversiteit = normaal)
MESONIVEAU
Instellingen, ziekenhuizen, organisaties
MICRONIVEAU
REFERENTIEKADER
= bril waarmee je naar de wereld kijkt
Gevormd door voorgeschiedenis en achtergrond
Uniek
Veranderd constant
!! eigen referentiekader =/ de norm
IDENTITEIT
= karaktereigenschappen, gedrag
1. Persoonlijke identiteit
= gevoel van apart te zijn
2. Sociale identiteit
PAGINA 3
CULTUURSENSITIEF HANDELEN
CHRISTINE DUPONT
AN VERSTRAETEN
,1 SUPERDIVERSITEIT EN NOOD AAN CSH
Superdiversiteit= diversiteit binnen de diversiteit
Meer dan alleen migratie
Verschillende groepen die gelijkwaardig een plek hebben in de samenleving
verder: verschillende groepen met elkaar verweven
SUPERDIVERSITEIT OP MACRO, MESO EN MICRONIVEAU
MACRONIVEAU
MIGRATIESTROMEN
Immegratie – migratie = migratiesaldo
Zuid Europese landen na oorlog
- 1960: Oosterse landen
- 1970-80: omlaag economische crisis
- 1990: toename val Berlijnse, conflict Servië
- 2010: toename Manier van reizen verbeterd
Demografie
KWANTITAIEVE VERSCHILLEN
= diversiteit groeit overal, maar vooral in grootte steden
PAGINA 2
, Majorority-minority cities = meerderheid bewoners hebben andere
nationaliteit wereldsteden (maar ook Genk!!)
Genk: vooral Italianen mijnen
KWALITATIEVE VERSCHILLEN
= mensen uit een groot aantal landen van herkomst naar een zeer groot aantal
gastlanden hybriditeit in achtergronden
Superdiversiteit geen uitzondering meer
Transnationaliteit= leven in een land en tegelijk ook elders, waarbij
mensen intense contacten over grenzen houden, verschillende leefwerelden
en culturen combineren
ENKELE UITDAGINGEN VOOR DE 21STE EEUW
1. Voorbij het wij/zij denken geraken
Polarisatie: het versterken van tegenstellingen tussen partijen of
bevolkingsgroepen meer wij/zij denken => verminderen
Kosmopolitische realiteit = een mens zich verbonden voelt met alle
andere mensen op de wereld
2. Toenemend belang van transnationalisme erkennen
3. Meertalige superdiverse steden zien als voordeel (school)
4. Superdiversiteit vraagt om intercultusering van alle maatschappelijke
sectoren diverssensitief handelen
5. Minder aandacht voor diversiteit (diversiteit = normaal)
MESONIVEAU
Instellingen, ziekenhuizen, organisaties
MICRONIVEAU
REFERENTIEKADER
= bril waarmee je naar de wereld kijkt
Gevormd door voorgeschiedenis en achtergrond
Uniek
Veranderd constant
!! eigen referentiekader =/ de norm
IDENTITEIT
= karaktereigenschappen, gedrag
1. Persoonlijke identiteit
= gevoel van apart te zijn
2. Sociale identiteit
PAGINA 3