samenvatting metabolisme

Samenvatting: metabolisme


METABOLISME

INLEIDING

- Metabolisme= stofwisseling. Anabole (opbouw) en katabole (afbraak) processen die
in lichaam plaatsvinden.




Katabolisme= de hydrolysereacties die optreden tijdens vertering vn voedingsstoffen en die
ervoor zorgen dat macromoleculen worden afgebroken tot kleinere absorberende
afbraakproducten. En alle processen die plaatsvinden in lichaamscellen en instaan voor
energie productie.



- ATP dat gevormd word => gebruikt in energie vereisende processen.
- Anabole processen => noodzakelijk om nieuwe biomoleculen te maken
o Cel groei
o Celveroudering




1

,Samenvatting: metabolisme


KOOLHYDRATENMENT ABOLISME

- Glucose moleculen in lever? Afhankelijk vn voedingstoestand een specifiek proces
doorlopen:
o bij dalend glucosespiegel
=> glucose via vena hepatica in systematisch bloedsomloop
o Glucose omgezet in glycogeen
 Glycogenese = stappelingsvorm vn glucose in lever
 Gebeurt na maaltijd bij overschot aan glucose
 Bloedglucosespiegel daalt?
=> glycogeen opnieuw afgebroken tot glucose = glycogenolyse
=> glucose komt vrij uit levercellen en terug in bloedbaan
o Glucose omgezet in vetzuren
 Opgeslagen in vorm van triglyceriden
 Lipogenese= vorming vn vetten
 => wnr glycogeenvoorraad in lever vol is




2

,Samenvatting: metabolisme




- Hypoglycemisch hormoon= insuline, veroorzaakt daling bloedsuikerspiegel
- Hyperglycemisch hormoon= glucagon




- Glucosetransporters of
GLUT= de membraaneiwitten
die voor dit transport instaan
- Verschillende soorten glucosetransporters:
o GLUT-1
 In meeste cellen, belangrijk voor glucosetransporter over
bloedhersenbarrière
o GLUT-3
 Specifiek voor hersen-en zenuwweefsel en in placenta
3

,Samenvatting: metabolisme


o GLUT-4
 Snelle toevoer vn glucose in vet- en skeletweefsel. Uitsluitend na
stimulering door glucose
o GLUT-6
 In hersenen, leukocyten in vetweefsel
o GLUT-7
 Transporteert glucose uit endoplasmatisch reticulum
o GLUT-8
 In cellen vn testes(ballen), minder in skelet-en hartspierweefsel
o GLUT-11
 Specifiek skelet-hartspierweefsel
- Glucose moleculen in cytoplasma
o => aaneenschakeling vn aerobe glycolyse , de Krebscyclus en
elektronentransportsysteem ETS instaan voor ATP-productie
- 38 ATP-moleculen per glucosemoleculen




LIPIDENMETABOLISME

- Verschillende processen die intracellulaire oxidatie vn vetzuren af gaan
- Transport verteerde vetten, ter hoogte darmepitheel
- Opname vn chylomicronen in het chylvat
- Via ductus thoracicus getransporteerde vetten uit lymfevocht in bloedbaan komen

4

, Samenvatting: metabolisme


- Wand vn capillairen in spieren en vetweefsel hebben lipoproteïnelipase LPL
=> activeert hydrolyse vn triglyceriden in chylomicronen tot vrije vetzuren
=> dringen spieren en vetweefsel in
 In spiercellen => instaan voor ATP-productie
 In vetweefsel => vetzuren terug samen, triglyceriden
(reservebrandstof)


Oxidatie vn vetzuurmoleculen:
o dit proces verloopt analoog aan oxidatieproces vn glucose
o het verschil dat glycolyse ter hoogte vn cytoplasma vervangen word oor bèta-
oxidatie of oxidatie vn knoop


- per cyclus levert de bèta-oxidatie:
o acetylCoA-molecule (oranje pijl)
o 1 Nad-co-enzyme (NADH+H+) (rode cirkel)
o 1 FAD-co-enzyme (FADH2) (blauwe cirkel)


- Het acetylCoA-moleculen zal
o In krebscylus verder geoxideerd worden en
gereduceerde co-enzymen
o In elektronentransportsysteem geoxideerd ter vorming vn ATP


- Uitgaande vn vetzuur met 16 koolstofatomen levert oxidatie in totaal 130 ATP-
moleculen




EIWITMETABOLISME

- De rol vn eiwitten voor energiemetabolisme
- Belangrijkste functie:
o Aanleveren vn aminozuren te vorming vn nieuwe eiwitten

5