Deel 1: Leven in de moderne tijd
1. Inleiding
Aardbeving Lissabon:
- Lissabon → machtige rijke stad
- Straf van god? Waarom?
- Leibniz:
• Theodicee: rechtvaardiging van bestaan van goede God terwijl de wereld kwaad kent
• God schiep de best mogelijke van alle werelden
• God niet verantwoordelijk voor kwaad in de wereld
• Geschapene is per definitie eindig en beperkt (onvolmaakt)
- Voltaire:
• Als dit de best mogelijke van alle werelden is, hoe moeten die anderen er dan wel niet
uitzien?
- Kant:
• Natuurwetenschappelijke verklaring
• Verlichting: God komt niet voortdurend tussen in concrete gebeurtenissen in de wereld
↔ Theïsme: God heeft geschapen + komt tussen
➔ Aardbeving Lissabon → drempel premoderniteit en moderniteit
2. Van een premodern naar een modern wereldbeeld
Opkomst moderne tijd: eind 15e/begin 16e eeuw – nu:
- Desacralisering (onttovering): het wegvallen van de speciale betekening, de “tover”
• vb. de sterren vroeger: betekenis → lezen i/d sterren: oogst lukken? Oorlog?
• Nu: geen betekenis, gewoon brokstukken → kan de sterren niks schelen of we er nu zijn of
niet
- Rationalisering: emotie ↓, wetenschap ↑
- Verwetenschappelijking
- Toenemend belang van technologie
- Secularisering: religie ↓
- Individualisering:
• vb. vroeger: papa smid → zonen ook smid
• Nu: zelf beslissen → “vreemde i/d werkelijkheid”: wat is uw plaats?
Het individu komt centraal te staan:
• Robinson Crusoe – Daniel Defoe (1719)
• Mens komt in de woestenij terecht en moet zelf een samenleving opbouwen
• Mens is niet langer deel van grotere orde
• Mens moet zelf orde en zin geven aan de werkelijkheid
,Een nieuw wereldbeeld en wetenschapsmodel:
- Teloorgang van het Aristotelisch wereldbeeld:
• Alle wetenschappelijke domeinen integreren in één
• Empirische observatie: aan de hand van individuele gevallen een algemene regel vormen
• Hij zette zelf geen experimenten op, enkel observatie
• Hiërarchie binnen wetenschapsdomeinen
• Gericht op contemplatie: geluk ervaren door inzicht
• 4 types van oorzaken:
▪ Materiële oorzaak: de aard van een object verklaren a.d.h.v. de materie waaruit het
is opgebouwd
▪ Vormoorzaak: Vorm van een object zorgt voor een bepaalde functie
▪ Bewerkende oorzaak: Datgene wat het ding heeft doen ontstaan
▪ Doeloorzaak of teleologische oorzaak: De dingen zijn wat ze zijn omdat ze een
bepaald doel hebben
• Alles in de natuur streeft naar een bepaald doel
• Logische implicatie: er is ook een hoogste doel → GOD
• Aristoteles heeft God nodig om zijn redenering te ronden
• God = onbewogen beweger
▪ Onbewogen: veroorzaakt niet zelf; volmaakt
▪ Beweger: hij zet alles in beweging
▪ = Een ‘filosofische’ God
- In contrast: de moderne wetenschap:
• Een nieuwe methode:
▪ Wiskunde speelt belangrijke rol in verklaringsmodellen
• Opsplitsen van het weten:
▪ Geen hiërarchische structuur meer, wetenschapsdomeinen gaan elk eigen leven
leiden
• Toepassing:
▪ Kennis dient vooral om toegepast te worden
▪ Natuur wordt beheersbaar en controleerbaar
- Mechanisering van het wereldbeeld:
• De verklaarbare wereld, zorgt voor een afname in zingeving
• Geen dieper plan in de wereld
• Natuur is één groot mechanisme
Moderne ervaring van het absurde:
- Albert Camus:
• Leven heeft geen ultieme zin
• De mythe van Sisyphus:
▪ Rots berg op duwen
▪ Mens moet tragiek van Sisyphus aanvaarden en leren appreciëren
▪ Sisyphus is een held
, Uitdaging van de moderniteit:
- Verlies aan zingeving
- Mensen herkennen zichzelf niet meer in koele wetten
- Universum heeft niks te zeggen tegen ons
- Zingeving moet komen van de mensen zelf
3. Moderniteit en Vervreemding
Karl Marx: Vervreemding:
- Ludwig Feuerbach:
• Mens projecteert zijn onbereikbare hoogste ideale op transcendent wezen (God)
(Feuerbach)
• Projectie is geworteld in specifieke maatschappelijke omstandigheden
• Hoe rijker de projectie, hoe armer we zelf worden
• Mensheid vervreemd t.o.v. zichzelf → Mensheid terug centraal plaatsen
- Parijse manuscripten:
• Kapitalisme: systeem gebaseerd op vervreemde arbeid
• Arbeider raakt onderworpen aan zijn eigen product
• Kapitalisme is gebaseerd op de private toe-eigening van gemeenschappelijk voortgebrachte
rijkdom
- Irreligieuze kritiek:
• Mens maakt de religie, de religie niet de mens
• Religie is het opium van het volk
• Religie dient als enige troost in armoedige en ongelijke wereld
• Religie niet afschaffen maar maatschappelijke situatie veranderen
- Communistisch manifest:
• Motor van de geschiedenis = klassenstrijd
• Moderne Bourgeoisie speelt een cruciale rol
- Waren fetisjisme:
• Mensen leven in schijnwereld en kennen aan geld bovennatuurlijke krachten toe
• Geld lijkt een eigen leven te hebben (beurs, koers…)
• Religie van het alledaags leven
• Moderniteit nog niet modern genoeg
- Techniek fetisjisme (Latere filosofen):
• Een ding dat een eigen leven leidt, of eigen ontwikkeling kent en waarvoor we een soort
bijzonder ontzag hebben
• Groei techniek wordt niet goed gecontroleerd
1. Inleiding
Aardbeving Lissabon:
- Lissabon → machtige rijke stad
- Straf van god? Waarom?
- Leibniz:
• Theodicee: rechtvaardiging van bestaan van goede God terwijl de wereld kwaad kent
• God schiep de best mogelijke van alle werelden
• God niet verantwoordelijk voor kwaad in de wereld
• Geschapene is per definitie eindig en beperkt (onvolmaakt)
- Voltaire:
• Als dit de best mogelijke van alle werelden is, hoe moeten die anderen er dan wel niet
uitzien?
- Kant:
• Natuurwetenschappelijke verklaring
• Verlichting: God komt niet voortdurend tussen in concrete gebeurtenissen in de wereld
↔ Theïsme: God heeft geschapen + komt tussen
➔ Aardbeving Lissabon → drempel premoderniteit en moderniteit
2. Van een premodern naar een modern wereldbeeld
Opkomst moderne tijd: eind 15e/begin 16e eeuw – nu:
- Desacralisering (onttovering): het wegvallen van de speciale betekening, de “tover”
• vb. de sterren vroeger: betekenis → lezen i/d sterren: oogst lukken? Oorlog?
• Nu: geen betekenis, gewoon brokstukken → kan de sterren niks schelen of we er nu zijn of
niet
- Rationalisering: emotie ↓, wetenschap ↑
- Verwetenschappelijking
- Toenemend belang van technologie
- Secularisering: religie ↓
- Individualisering:
• vb. vroeger: papa smid → zonen ook smid
• Nu: zelf beslissen → “vreemde i/d werkelijkheid”: wat is uw plaats?
Het individu komt centraal te staan:
• Robinson Crusoe – Daniel Defoe (1719)
• Mens komt in de woestenij terecht en moet zelf een samenleving opbouwen
• Mens is niet langer deel van grotere orde
• Mens moet zelf orde en zin geven aan de werkelijkheid
,Een nieuw wereldbeeld en wetenschapsmodel:
- Teloorgang van het Aristotelisch wereldbeeld:
• Alle wetenschappelijke domeinen integreren in één
• Empirische observatie: aan de hand van individuele gevallen een algemene regel vormen
• Hij zette zelf geen experimenten op, enkel observatie
• Hiërarchie binnen wetenschapsdomeinen
• Gericht op contemplatie: geluk ervaren door inzicht
• 4 types van oorzaken:
▪ Materiële oorzaak: de aard van een object verklaren a.d.h.v. de materie waaruit het
is opgebouwd
▪ Vormoorzaak: Vorm van een object zorgt voor een bepaalde functie
▪ Bewerkende oorzaak: Datgene wat het ding heeft doen ontstaan
▪ Doeloorzaak of teleologische oorzaak: De dingen zijn wat ze zijn omdat ze een
bepaald doel hebben
• Alles in de natuur streeft naar een bepaald doel
• Logische implicatie: er is ook een hoogste doel → GOD
• Aristoteles heeft God nodig om zijn redenering te ronden
• God = onbewogen beweger
▪ Onbewogen: veroorzaakt niet zelf; volmaakt
▪ Beweger: hij zet alles in beweging
▪ = Een ‘filosofische’ God
- In contrast: de moderne wetenschap:
• Een nieuwe methode:
▪ Wiskunde speelt belangrijke rol in verklaringsmodellen
• Opsplitsen van het weten:
▪ Geen hiërarchische structuur meer, wetenschapsdomeinen gaan elk eigen leven
leiden
• Toepassing:
▪ Kennis dient vooral om toegepast te worden
▪ Natuur wordt beheersbaar en controleerbaar
- Mechanisering van het wereldbeeld:
• De verklaarbare wereld, zorgt voor een afname in zingeving
• Geen dieper plan in de wereld
• Natuur is één groot mechanisme
Moderne ervaring van het absurde:
- Albert Camus:
• Leven heeft geen ultieme zin
• De mythe van Sisyphus:
▪ Rots berg op duwen
▪ Mens moet tragiek van Sisyphus aanvaarden en leren appreciëren
▪ Sisyphus is een held
, Uitdaging van de moderniteit:
- Verlies aan zingeving
- Mensen herkennen zichzelf niet meer in koele wetten
- Universum heeft niks te zeggen tegen ons
- Zingeving moet komen van de mensen zelf
3. Moderniteit en Vervreemding
Karl Marx: Vervreemding:
- Ludwig Feuerbach:
• Mens projecteert zijn onbereikbare hoogste ideale op transcendent wezen (God)
(Feuerbach)
• Projectie is geworteld in specifieke maatschappelijke omstandigheden
• Hoe rijker de projectie, hoe armer we zelf worden
• Mensheid vervreemd t.o.v. zichzelf → Mensheid terug centraal plaatsen
- Parijse manuscripten:
• Kapitalisme: systeem gebaseerd op vervreemde arbeid
• Arbeider raakt onderworpen aan zijn eigen product
• Kapitalisme is gebaseerd op de private toe-eigening van gemeenschappelijk voortgebrachte
rijkdom
- Irreligieuze kritiek:
• Mens maakt de religie, de religie niet de mens
• Religie is het opium van het volk
• Religie dient als enige troost in armoedige en ongelijke wereld
• Religie niet afschaffen maar maatschappelijke situatie veranderen
- Communistisch manifest:
• Motor van de geschiedenis = klassenstrijd
• Moderne Bourgeoisie speelt een cruciale rol
- Waren fetisjisme:
• Mensen leven in schijnwereld en kennen aan geld bovennatuurlijke krachten toe
• Geld lijkt een eigen leven te hebben (beurs, koers…)
• Religie van het alledaags leven
• Moderniteit nog niet modern genoeg
- Techniek fetisjisme (Latere filosofen):
• Een ding dat een eigen leven leidt, of eigen ontwikkeling kent en waarvoor we een soort
bijzonder ontzag hebben
• Groei techniek wordt niet goed gecontroleerd