Hoofdstuk 2: Publieke goederen
● Begrippen
- Goederen die op een competitieve markt worden verhandeld → private goederen
- 2 belangrijke kenmerken:
- • Uitsluitbaar betekent dat sommige consumenten kunnen uitgesloten worden.
- • Rivaliserend betekent dat het gebruik van een goed door de ene persoon ervoor
- • zorgt dat een andere persoon datzelfde goed niet meer kan gebruiken → individuele
- • behoeften.
- Gemeenschappelijke of collectieve behoeften → zijn gelijkaardig voor een groot aantal
- mensen of een ganse gemeenschap. De overheid voorziet in deze behoeften door het
- aanbieden van publieke of collectieve goederen.
● Soorten publieke goederen
- Zuiver publieke goederen
- Publieke goederen die niet-uitsluitbaar en niet-rivaliserend zijn.
- • Gratis ter beschikking gesteld aan de bevolking
- • Financiering gebeurt met belastinggelden
- → Voorbeelden: straatverlichting, defensie, dijken,...
- Quasipublieke goederen
- De financiering van quasipublieke goederen gebeurt gedeeltelijk van belastinggelden,
- daarnaast wordt een deel van de kostprijs door de gebruiker betaald.
- Hebben slechts 1 van beide kenmerken van zuivere publieke goederen.
- • Ofwel zijn ze niet uitsluitbaar en wel rivaliserend
- • Ofwel zijn ze niet-rivaliserend en wel uitsluitbaar
- → Voorbeelden: openbaar vervoer, cultuur, recreatiedomeinen,...
● De overheid en publieke goederen
- Het aanbieden van publieke goederen door de overheid voorkomt het vrijbuitersprobleem.
- Dit ontstaat wanneer mensen gebruik maken van een goed zonder ervoor te betalen.
- De overheid zorgt ervoor dat iedereen meebetaalt door belastingen te heffen.
- Voor privé-ondernemingen is het soms niet rendabel om bepaalde goederen en
- diensten aan te bieden. Nogtans gaan de goederen en diensten die de welvaart
- kunnen verhogen of maatschappelijk belangrijk zijn. Daarom biedt de overheid deze
- goederen en diensten aan.
● Begrippen
- Goederen die op een competitieve markt worden verhandeld → private goederen
- 2 belangrijke kenmerken:
- • Uitsluitbaar betekent dat sommige consumenten kunnen uitgesloten worden.
- • Rivaliserend betekent dat het gebruik van een goed door de ene persoon ervoor
- • zorgt dat een andere persoon datzelfde goed niet meer kan gebruiken → individuele
- • behoeften.
- Gemeenschappelijke of collectieve behoeften → zijn gelijkaardig voor een groot aantal
- mensen of een ganse gemeenschap. De overheid voorziet in deze behoeften door het
- aanbieden van publieke of collectieve goederen.
● Soorten publieke goederen
- Zuiver publieke goederen
- Publieke goederen die niet-uitsluitbaar en niet-rivaliserend zijn.
- • Gratis ter beschikking gesteld aan de bevolking
- • Financiering gebeurt met belastinggelden
- → Voorbeelden: straatverlichting, defensie, dijken,...
- Quasipublieke goederen
- De financiering van quasipublieke goederen gebeurt gedeeltelijk van belastinggelden,
- daarnaast wordt een deel van de kostprijs door de gebruiker betaald.
- Hebben slechts 1 van beide kenmerken van zuivere publieke goederen.
- • Ofwel zijn ze niet uitsluitbaar en wel rivaliserend
- • Ofwel zijn ze niet-rivaliserend en wel uitsluitbaar
- → Voorbeelden: openbaar vervoer, cultuur, recreatiedomeinen,...
● De overheid en publieke goederen
- Het aanbieden van publieke goederen door de overheid voorkomt het vrijbuitersprobleem.
- Dit ontstaat wanneer mensen gebruik maken van een goed zonder ervoor te betalen.
- De overheid zorgt ervoor dat iedereen meebetaalt door belastingen te heffen.
- Voor privé-ondernemingen is het soms niet rendabel om bepaalde goederen en
- diensten aan te bieden. Nogtans gaan de goederen en diensten die de welvaart
- kunnen verhogen of maatschappelijk belangrijk zijn. Daarom biedt de overheid deze
- goederen en diensten aan.