Filmpje
Initiatief & wat houdt het in
1. Geschoolde arbeiders (WN)
Maatschappij van onderlinge bijstand
2. Werkgevers
Voorzorg kassen: verplichting, maar indien ontslag, betekend geld in de pot kwijt
3. Overheid
Spaar- en lijfrentekas: werknemer motiveren om te sparen voor pensioen
Gebeurtenissen
1848: hongersnood
1866: coalitieverbod door vakbonden, werkloosheidsuitkeringen
1903: arbeidsongevallenwetgeving, verplichtingen WG
1930: recht op kinderbijslag
1944: besluitwet sociale zekerheid (verplicht systeem)
1970: oliecrisis
Werk van lange adem
Proces van geleidelijke uitbreiding
3 partners
o Paritair beheer (WN en WG)
o Toezicht overheid
Wat is sociale zekerheid
Sociale zekerheid in enge zin sociale zekerheid
Sociale zekerheid in ruime zin sociale bijstand
Sociale zekerheid
= het geheel van voorzieningen die bescherming bieden tegen nadelige inkomensgevolgen van
welbepaalde omstandigheden (sociale risico’s = risico die verband houdt met het feit dat we werken)
7 takken 7 risico’s
, 1. Werkloosheidsverzekering
2. Ziekte- en invaliditeitsverzekering
3. Gezinsbijslag
4. Rust- en overlevingspensioenen
5. Jaarlijkse vakantie
6. Beroepsziekte verzekering
7. Arbeidsongevallenverzekering
Sociale bijstand
= het geheel van voorzieningen die eenieders bestaanszekerheid moeten waarborgen (geen link met
het werk)
Leefloon
Tegemoetkoming aan personen met een handicap
Gewaarborgde gezinsbijslag
Inkomensgarantie voor ouderen
Minimumvoorzieningen aan personen die geen aanspraak kunnen maken op uitkeringen
(=residuaire of restvoorzieningen)
Middelentoets: kijken of men behoeftig is om in levensonderhoud te voorzien
Sociale bijstand is niet gekoppeld aan de werkstatus een behoeftig persoon heeft recht op een
uitkering uit sociale bijstand, ookal nog nooit bijdragen betaald
Vergelijking sociale zekerheid en sociale bijstand
SOCIALE ZEKERHEID SOCIALE BIJSTAND
“werkloosheid” “leefloon”
Je moet een periode gewerkt hebben waarbij je Werkstatus speelt geen rol; werkbereidheid!!
een bijdrage betaald (ingehouden door de WG) 1. Kijken of er geen plaats is in de sociale
zekerheid
Het is een systeem gebaseerd op verzekeringen = voor alle ingezetenen
er moeten bijdragen betaald worden = grote solidaire kring
De uitkering: % berekend op uw loon (max 75%) = vast bedrag (forfaitair
(= loonplafond) 3 gezinscategorieën
Minimumniveau: “genoeg om te
overleven”
Adhv een middelentoets: controle of je
behoeftig bent
,Basisprincipes van onze sociale zekerheid
Verzekering en solidariteit
= de twee basisprincipes van ons socialezekerheidsstelsel
Verzekeringsprincipe: je betaald premies (RSZ-bijdragen) en als een afgesproken risico (wettelijk
bepaald) zich voordoet dan krijg je de uitkering
Solidariteit: verplicht karakter, herverdeling, gedeeltelijke overheidsfinanciering;
Solidariteit van de werkenden
Solidariteit van de burgers
= sociale verzekering
Soorten uitkeringen
1. Inkomensvervangende uitkeringen = vervangingsinkomen
2. Inkomensaanvullingen = kostenvergoedingen
Structuur van onze sociale zekerheid
Systeem van sociale bijstand is gelijk voor: werknemers, zelfstandigen en ambtenaren
= organisatie op basis van 3 socio-professionele categorieën
, 1. Ziekte en invaliditeit
- Gezondheidszorgen
- Uitkeringen
Stelsel van de werknemers (of loontrekkenden) 2. Gezinsbijslag
3. Pensioenen
4. Arbeidsongevallen
= met WG verbonden via een arbeidsovereenkomst
5. Beroepsziekten
Werknemers moeten zich verzekeren tegen alle 7 sociale risico’s 6. Werkloosheid
7. Jaarlijkse vakantie
De sociale zekerheid voor werknemers wordt voornamelijk gefinancierd:
Werknemersbijdragen
Werkgeversbijdragen
Aangevuld met overheidssubsidies
De werknemers betalen deze bedragen via hun WG percentage van loon die doorgestort wordt
naar de Rijkdienst voor Sociale Zekerheid
De RSZ verdeelt de inkomsten over verschillende betalingsinstellingen, sociale parastalen
Iedere tak = 1 specifieke instelling
RIZIV: rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
RVA: rijksdienst voor arbeidsvoorzieningen
FDP: federale pensioendienst
VUTG: vlaams agentschap voor de uitbetaling van toelagen in het kader van gezinsbeleid
RJV: rijksdienst voor jaarlijkse vakantie
FEDRIS: federaal agentschap voor beroepsrisico’s
DIA 24: LOGO’S
De sociale parastatalen zijn openbare instellingen die bevoegd zijn voor het uitbetalen van de
uitkeringen in hun sector