H3 Besluitvorming
LEGENDE SAMENVATTING
VVR: verdrag van Rome (1957) DVP: Doorvoeringsprobabiliteit
VVM: verdrag van Maastricht (1992) IGC: Intergouvernementele Conferentie
VVN: Verdrag van Nice
VVL: verdrag van Lissabon (2009)
EU: Europese Unie
SEA: Single European Act
EMU: Europese Monetaire unie
EC: Europese commissie
RvM: Raad van Ministers
EP: Europees Parlement
QMV: stemming bij gekwalificeerde meerderheid
- Belangrijk debat in EU: wat is de gepaste verdeling van besluitvormingsbevoegdheid tss de
EU-lidstaten?
Cameron wilde opnieuw meer beslissingsbevoegdheid nationaal
Gedaalde wil om meer te centraliseren (oorspronkelijke doel van EU)
- VVL herzag aanzienlijk EU recht principe subsidiariteit + rol voor lidstaten om dit te
bewaken
o Principe subsidiariteit streeft 2 doelen na
1. Zorgen dat de EU actie kan ondernemen als probleem niet goed genoeg
behandeld kan worden door de lidstaten
2. Nationale soevereiniteit verzekeren wanneer iets niet beter kan gedaan
worden op EU niveau
o Lidstaten bewaken dat principe early ar i g e ha is e
= Yellow Card procedure zie vorig hoofdstuk
1 Taakverdeling en subsidiariteit: EU praktijk en principes
- Ni eau’s a esluit or i g : Lokaal, regional, nationaal, EU
Naties verschillen wel op dat vlak toch trends aanwezig
Verkeersbeleid: Lokaal/nationaal
militaire zaken: nationaal
1.1 introductie competenties
1) Gedeelde competenties: domeinen waarin verantwoordelijkheid gedeeld is tussen de EU en
de lidstaten
i. Leden kunnen niet wetgeving doen aangezien de EU dat al gedaan heeft
ii. Gevallen waarbij de EU wetgeving niet verhindert dat de leden in hetzelfde domein
wet maken
Heel groot deel is gedeeld
2) EU ccompetenties: exclusieve competenties waarin de EU alleen beslist
BV: Concurrentiebeleid
$
3) Supporting, coördinating, complementaire competenties: Eu kan wetten afdragen dat actie
door de leden ondersteunen
4) Nationale competenties: nationale of subnationale regeringen beslissen
, BV: Curriculumcompetentie gebruikt, van secundair
- Exacte scheidingslijnen zijn onduidelijk VVL brengt duidelijkheid
o EU heeft exclusieve competentie in internationale overeenkomsten als het odig is
om de Unie zijn interne competentie te laten gebruiken, of inzover de conclusie
gewone regels beïnvloedt of hun draagwijdte verandert
odig is subjectief
o Flexibiliteitsclausule: e EU kan bijkomende competenties verkrijgen wanneer nodig
lange procedure (zie verder)
1.2 Principes achter beheer van competenties
- TOEWIJZINGSPRINCIPE: EU heeft intrinsiek geen competenties de leden verlenen
competenties aan de EU met als doel gemeenschappelijke objectieven te bereiken
Gaat over de limieten van competenties
- SUBSIDIARITEISPRINCIPE: Principe subsidiariteit streeft 2 doelen na
1. Zorgen dat de EU actie kan ondernemen als probleem niet goed genoeg
behandeld kan worden door de lidstaten
2. Nationale soevereiniteit verzekeren wanneer iets niet beter kan gedaan
worden op EU niveau
Algemeen doel: beslissingen zo dicht mogelijk bij het volk te houden zonder de win-win
coöperatie met de EU in gevaar te brengen
- PROPORTIONALITEITSPRINCIPE: wanneer EU actie noodzakelijk is, wanneer de objectieven
van de verdragen beter bereikt kunnen worden OP EU niveau of op een domein waarin de
EU exclusieve competentie heeft
EU moet slechts de acties nemen die minimaal nodig zijn om de doel(en) te bereiken
(met het oog op de lidstatelijke soevereiniteit zo min mogelijk te schenden)
1.3 Competenties in de praktijk
- Elke macht die niet werd toegewezen aan de EU ligt bij de lidstaten
- Home & Justice affairs is toch gedeeld hoewel het tot de intergouvernementele pilaar
behoort
2 Fiscaal federalisme = allocatie theorie
2.1 Basis trade-offs
- We focussen op 5 belangrijke bedenkingen wanneeer we nadenken over de gepaste alllcatie
a etge e de take aa de ers hille de i eau’s a regeri g
Die 5 elementen smelten wel samen op complexe manieren
Voor simpliciteit maken we even het onderscheid
1) Diversiteit en lokale informationele voordelen
o Als mensen verschillende voorkeuren hebben gecentraliseerde besluitvorming
leidt dan tot inefficiënties
Centraal gekozen beleid zal immers compromis zijn compromis is voor
niemand optimaal
Kosten om informatie te vergaren om beleid aan te passen aan lokale
omstandigheden en voorkeuren
LEGENDE SAMENVATTING
VVR: verdrag van Rome (1957) DVP: Doorvoeringsprobabiliteit
VVM: verdrag van Maastricht (1992) IGC: Intergouvernementele Conferentie
VVN: Verdrag van Nice
VVL: verdrag van Lissabon (2009)
EU: Europese Unie
SEA: Single European Act
EMU: Europese Monetaire unie
EC: Europese commissie
RvM: Raad van Ministers
EP: Europees Parlement
QMV: stemming bij gekwalificeerde meerderheid
- Belangrijk debat in EU: wat is de gepaste verdeling van besluitvormingsbevoegdheid tss de
EU-lidstaten?
Cameron wilde opnieuw meer beslissingsbevoegdheid nationaal
Gedaalde wil om meer te centraliseren (oorspronkelijke doel van EU)
- VVL herzag aanzienlijk EU recht principe subsidiariteit + rol voor lidstaten om dit te
bewaken
o Principe subsidiariteit streeft 2 doelen na
1. Zorgen dat de EU actie kan ondernemen als probleem niet goed genoeg
behandeld kan worden door de lidstaten
2. Nationale soevereiniteit verzekeren wanneer iets niet beter kan gedaan
worden op EU niveau
o Lidstaten bewaken dat principe early ar i g e ha is e
= Yellow Card procedure zie vorig hoofdstuk
1 Taakverdeling en subsidiariteit: EU praktijk en principes
- Ni eau’s a esluit or i g : Lokaal, regional, nationaal, EU
Naties verschillen wel op dat vlak toch trends aanwezig
Verkeersbeleid: Lokaal/nationaal
militaire zaken: nationaal
1.1 introductie competenties
1) Gedeelde competenties: domeinen waarin verantwoordelijkheid gedeeld is tussen de EU en
de lidstaten
i. Leden kunnen niet wetgeving doen aangezien de EU dat al gedaan heeft
ii. Gevallen waarbij de EU wetgeving niet verhindert dat de leden in hetzelfde domein
wet maken
Heel groot deel is gedeeld
2) EU ccompetenties: exclusieve competenties waarin de EU alleen beslist
BV: Concurrentiebeleid
$
3) Supporting, coördinating, complementaire competenties: Eu kan wetten afdragen dat actie
door de leden ondersteunen
4) Nationale competenties: nationale of subnationale regeringen beslissen
, BV: Curriculumcompetentie gebruikt, van secundair
- Exacte scheidingslijnen zijn onduidelijk VVL brengt duidelijkheid
o EU heeft exclusieve competentie in internationale overeenkomsten als het odig is
om de Unie zijn interne competentie te laten gebruiken, of inzover de conclusie
gewone regels beïnvloedt of hun draagwijdte verandert
odig is subjectief
o Flexibiliteitsclausule: e EU kan bijkomende competenties verkrijgen wanneer nodig
lange procedure (zie verder)
1.2 Principes achter beheer van competenties
- TOEWIJZINGSPRINCIPE: EU heeft intrinsiek geen competenties de leden verlenen
competenties aan de EU met als doel gemeenschappelijke objectieven te bereiken
Gaat over de limieten van competenties
- SUBSIDIARITEISPRINCIPE: Principe subsidiariteit streeft 2 doelen na
1. Zorgen dat de EU actie kan ondernemen als probleem niet goed genoeg
behandeld kan worden door de lidstaten
2. Nationale soevereiniteit verzekeren wanneer iets niet beter kan gedaan
worden op EU niveau
Algemeen doel: beslissingen zo dicht mogelijk bij het volk te houden zonder de win-win
coöperatie met de EU in gevaar te brengen
- PROPORTIONALITEITSPRINCIPE: wanneer EU actie noodzakelijk is, wanneer de objectieven
van de verdragen beter bereikt kunnen worden OP EU niveau of op een domein waarin de
EU exclusieve competentie heeft
EU moet slechts de acties nemen die minimaal nodig zijn om de doel(en) te bereiken
(met het oog op de lidstatelijke soevereiniteit zo min mogelijk te schenden)
1.3 Competenties in de praktijk
- Elke macht die niet werd toegewezen aan de EU ligt bij de lidstaten
- Home & Justice affairs is toch gedeeld hoewel het tot de intergouvernementele pilaar
behoort
2 Fiscaal federalisme = allocatie theorie
2.1 Basis trade-offs
- We focussen op 5 belangrijke bedenkingen wanneeer we nadenken over de gepaste alllcatie
a etge e de take aa de ers hille de i eau’s a regeri g
Die 5 elementen smelten wel samen op complexe manieren
Voor simpliciteit maken we even het onderscheid
1) Diversiteit en lokale informationele voordelen
o Als mensen verschillende voorkeuren hebben gecentraliseerde besluitvorming
leidt dan tot inefficiënties
Centraal gekozen beleid zal immers compromis zijn compromis is voor
niemand optimaal
Kosten om informatie te vergaren om beleid aan te passen aan lokale
omstandigheden en voorkeuren
