Chemie
Prof: Assistent:
Deel 1
H1: Basisbegrippen
Indeling van de materie
Zuivere stoffen
Enkelvoudige stoffen
Edelgassen
Moleculaire enkelvoudige stoffen
Metalen
Samengestelde stoffen
Moleculaire samengestelde stoffen
Ionaire samengestelde stoffen
Mengsels
Chemie 1
, Homogene mengsels
Heterogene mengsels
Coloïdiale mensels
Atoomstructuur
Protonen, neutronen en elektronen
Nucliden
Unit (a.m.e.)
Massadefect
Element
Isotoop
Molecuul en molaire massa
Concentraties
Molaire concentratie: c = n/V
Massaconcentratie: c = m/V
Massadichtheid: hoe zwaar weegt een bepaalde stof → ρ = m(stof)/V(stof)
H2: Atoomstructuren
Geschiedenis
Democritus: eerste beschrijving atoom; a-tomos (ondeelbaar). Atomen zijn de kleinst
mogelijke deeltjes en bouwstenen van alles.
Dalton: betere beschrijving van Democritus. Atomen worden gekarakteriseerd door
hun massa. Ze zijn vast en ondeelbaar.
Thomson: ontdekking van het elektron; het atoom is een positief geladen pudding met
daarin gesublimeerde elektronen.
Rutherford: ontdekt dat elektronen in een baan rond de positief geladen kern vliegen.
Solvayraad Brussel: ontstaan van de kwantumfysica
Bohr: kwantummechanisch model; elektron als kwantumdeeltje (snelheid en plaats
kan niet tegelijk bepaald worden, elektronen als golf). Elektronen bevinden zich op
Chemie 2
, schillen
Moderne atoomtheorie
Orbitaalmodel van Sommerfeld: de schillen worden nog onderverdeeld in
orbitalen. Ieder elektron wordt beschreven door de onderstaande 4
kwantumgetallen.
Hoofdkwantumgetal ( n ): De schil. Hoe verder van de kern; hoe onstabieler en hoe
hoger het energieniveau. (1-7). Max bezetting: 2n²
Nevenkwantumgetal ( l ): 0 ≤ l ≤ n-1. Geeft de vorm van het orbitaal (s, p, d, f)
Magnetisch kwantumgetal ( m ): -l ≤ m ≤ +l. Bepaalt de oriëntatie van het orbitaal.
(geeft aan hoeveel vakjes per subniveau)
Spinkwantumgetal ( s ): topspin of downspin. Geeft de rotatie van het elektron.
Regels van de elektronenconfiguratie: elektronen komen in toenemende orde van
energie
Regel van Pauli: twee elektronen kunnen nooit dezelfde vier kwantumgetallen hebben
Regel van Hund: de laagste energie voor een atoom is deze met een maximum aantal
ongepaarde elektronen in gelijksoortige orbitalen en met gelijke spin
Aufbau proces: zie afbeelding
Periodiek systeem
Opbouw
Groep: Kolom in de tabel (genummerd van 1 tot 18)
Periode: Rij in de tabel
Atomen gerangschikt volgens toenemend atoomnummer (Z)
Een nieuwe schil vormt een nieuwe periode
Chemie 3
, Hoofdgroepen
1. Alkalimetalen
2. Aardalkalimetalen
13. B groep
14. C groep
15. N groep
16. O groep
17. Halogenen
18. Edelgassen
Nevengroepen
Groep 4 - 12: transitiemetalen
Eerste losse rij: Lantiniden (elementen 57 - 71)
Tweede losse rij: Actiniden, meeste radioactief (elementen 89 - 103)
→ Transuranen: alle elementen > 92 (kunstmatig, radioactief)
Blokken
s - blok: groep 1 en 2 (+ He)
p - blok: groep 13 - 18 (- He)
d - blok: groep 3 - 12 (+ Lu en Lr)
f - blok: lantiniden en actiniden (- Lu en Lr)
Eigenschappen van elementen
Metalen
Het gros van elementen
s - blok (- H)
p - blok
f - blok
Al, Ge, In, Tl, Sn, Pb, Bi
Niet sterk gekleurd, metaalglans
Chemie 4
Prof: Assistent:
Deel 1
H1: Basisbegrippen
Indeling van de materie
Zuivere stoffen
Enkelvoudige stoffen
Edelgassen
Moleculaire enkelvoudige stoffen
Metalen
Samengestelde stoffen
Moleculaire samengestelde stoffen
Ionaire samengestelde stoffen
Mengsels
Chemie 1
, Homogene mengsels
Heterogene mengsels
Coloïdiale mensels
Atoomstructuur
Protonen, neutronen en elektronen
Nucliden
Unit (a.m.e.)
Massadefect
Element
Isotoop
Molecuul en molaire massa
Concentraties
Molaire concentratie: c = n/V
Massaconcentratie: c = m/V
Massadichtheid: hoe zwaar weegt een bepaalde stof → ρ = m(stof)/V(stof)
H2: Atoomstructuren
Geschiedenis
Democritus: eerste beschrijving atoom; a-tomos (ondeelbaar). Atomen zijn de kleinst
mogelijke deeltjes en bouwstenen van alles.
Dalton: betere beschrijving van Democritus. Atomen worden gekarakteriseerd door
hun massa. Ze zijn vast en ondeelbaar.
Thomson: ontdekking van het elektron; het atoom is een positief geladen pudding met
daarin gesublimeerde elektronen.
Rutherford: ontdekt dat elektronen in een baan rond de positief geladen kern vliegen.
Solvayraad Brussel: ontstaan van de kwantumfysica
Bohr: kwantummechanisch model; elektron als kwantumdeeltje (snelheid en plaats
kan niet tegelijk bepaald worden, elektronen als golf). Elektronen bevinden zich op
Chemie 2
, schillen
Moderne atoomtheorie
Orbitaalmodel van Sommerfeld: de schillen worden nog onderverdeeld in
orbitalen. Ieder elektron wordt beschreven door de onderstaande 4
kwantumgetallen.
Hoofdkwantumgetal ( n ): De schil. Hoe verder van de kern; hoe onstabieler en hoe
hoger het energieniveau. (1-7). Max bezetting: 2n²
Nevenkwantumgetal ( l ): 0 ≤ l ≤ n-1. Geeft de vorm van het orbitaal (s, p, d, f)
Magnetisch kwantumgetal ( m ): -l ≤ m ≤ +l. Bepaalt de oriëntatie van het orbitaal.
(geeft aan hoeveel vakjes per subniveau)
Spinkwantumgetal ( s ): topspin of downspin. Geeft de rotatie van het elektron.
Regels van de elektronenconfiguratie: elektronen komen in toenemende orde van
energie
Regel van Pauli: twee elektronen kunnen nooit dezelfde vier kwantumgetallen hebben
Regel van Hund: de laagste energie voor een atoom is deze met een maximum aantal
ongepaarde elektronen in gelijksoortige orbitalen en met gelijke spin
Aufbau proces: zie afbeelding
Periodiek systeem
Opbouw
Groep: Kolom in de tabel (genummerd van 1 tot 18)
Periode: Rij in de tabel
Atomen gerangschikt volgens toenemend atoomnummer (Z)
Een nieuwe schil vormt een nieuwe periode
Chemie 3
, Hoofdgroepen
1. Alkalimetalen
2. Aardalkalimetalen
13. B groep
14. C groep
15. N groep
16. O groep
17. Halogenen
18. Edelgassen
Nevengroepen
Groep 4 - 12: transitiemetalen
Eerste losse rij: Lantiniden (elementen 57 - 71)
Tweede losse rij: Actiniden, meeste radioactief (elementen 89 - 103)
→ Transuranen: alle elementen > 92 (kunstmatig, radioactief)
Blokken
s - blok: groep 1 en 2 (+ He)
p - blok: groep 13 - 18 (- He)
d - blok: groep 3 - 12 (+ Lu en Lr)
f - blok: lantiniden en actiniden (- Lu en Lr)
Eigenschappen van elementen
Metalen
Het gros van elementen
s - blok (- H)
p - blok
f - blok
Al, Ge, In, Tl, Sn, Pb, Bi
Niet sterk gekleurd, metaalglans
Chemie 4
