100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting: juridische en gedragswetenschappelijke aspecten v/d politie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
156
Geüpload op
05-10-2022
Geschreven in
2021/2022

Notities van de lessen juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie + teksten reader samengevat












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
5 oktober 2022
Aantal pagina's
156
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

1



JURIDISCHE EN GEDRAGSWETENSCHAPPELIJKE
ASPECTEN VAN POLITIE – ACADEMIEJAAR 2021-2022
Prof.dr. Dirk Van Daele
INLEIDING: DE POLITIEFUNCTIE, HET POLITIEBESTEL EN HET
POLITIERECHT
- Politiefunctie = de functie, taken, opdrachten v/d politie.
= de manier waarop de politie moet functioneren om haar taken uit te oefenen.
 waarom hebben wij politie?

o Juridisch: institutionele functie met het oog op de bescherming v/d maatschappelijke orde enerzijds en
anderzijds met het oog op het mogelijk maken v/d uitoefening v/d fundamentele rechten.
 Institutionele functie = het gaat over instellingen
 de politie zelf en politieoverheden
 Bijzondere doelen:
1) Orde beschermen
bv: betogers uit Frankrijk komen naar ons land, België is angstig dat dit uit de hand
zal lopen. Politie probeert de orde te handhaven
 dit geldt binnen een dictatuur
2) Uitoefening van fundamentele rechten mogelijk maken
bv: de betogers willen hun fundamentele rechten uitoefenen en de GW laat dit toe
(in een dictatuur denkt m’n hier niet over na, de auto’s mogen gewoonweg niet
binnen)
 geldt niet binnen een dictatuur
o Art. 1 WPA + 123 WGP
 Art.1 WPA: 2de lid
 bij het vervullen van uw opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken ze over
de naleving en dragen zij bij tot de bescherming v/d individuele rechten en vrijheden en
bijdragen tot de ontwikkeling v/d maatschappij…
 Art. 123 WGP
 politieambtenaren moeten bijdragen aan de bescherming v/d burgers,… EN waken over de
naleving v/d rechten v/d mens en de fundamentele vrijheden
o Roron =
1. Raadgevende functie
 de burger met raad en daad bijstaan
 vooral gericht op het voorkomen van slachtofferschap
bv: waarschuwingen over fishing
2. Ontradende functie
= proberen mogelijke verstoorders v/d orde te ontraden.
 ordeverstoringen proberen voorkomen
 preventie
bv: door aanwezigheid op straat, zowel in uniform als in burger; camerabewaking;
aankondigingen van acties zoals BOB-campagne
3. Regulerende functie
= er is al een probleem, je gaat gericht optreden in overleg met de overheid.
bv: vermoeden van serieverkrachter bij het sportkot, geen deftig licht, ongesnoeide struiken,…
dus duidelijk een hotspot; jongeren van Mechelen die in Leuven kwamen relschoppen, omdat
er te veel controle was in Mechelen op hun  samenwerken
4. Onderzoekende functie
= politie die kennis krijgt v/e strafbaar feit, moet dit onderzoeken.
 de vorige stappen hebben niet gewerkt
bv: verdacht overlijden onderzoeken
5. Nazorg
= politie moet in meerdere mate instaat zijn om nazorg te geven aan slachtoffers en eventueel
andere betrokkenen.

, 2


bv: zelf hulp bieden, of doorverbinden; zoals uitleg over huisalarmen,…

- Toegepast voorbeeld RORON: ten eerste, er komt een grote manifestatie en zie dat je auto er niet geparkeerd
staat en je winkel gesloten is. Ten tweede, terplaatste aanwezig zijn om hen op andere gedachte te brengen en
optreden als het uit de hand loopt, dan gaan we dus reguleren, zoals werken met een waterkanon.

- Gated community’s: private security handhaaft te orde
 in Amerika willen sommige radicale groepen de politie afschaffen
 hierdoor ontstaan gated community’s (rijken kopen individuele bewaking) DEFUND THE POLICE

- Plaats v/d politie in de staat:

o Iedere staat heeft een eigen vorm van politie
o Wat is er typisch aan de politie: GEWELDSMONOPOLIE (in vredestijd)
= de alleenheerschappij, u bent de enige die dat heeft.
o Militairen kunnen met een zeer groot geweer ergens staan
 maar mogen dit niet gebruiken
 want hebben geen geweldsmonopolie bij vrede
o In eender welke staat hebben de politie een bijzonder sterke taak
 maar wie controleert dan de politie? politieoverheden
 want zij zijn zeer machtig
o 3 opdrachten:
 voor politie met geweldsmonopolie
1) Opdrachten van bestuurlijke politie
 openbare orde
 bestuurlijke politieoverheden
2) Opdrachten van gerechtelijke politie
 misdrijven
 gerechtelijke politieoverheden
3) Sterke arm verlenen
 andere diensten die in gevaar zijn, zal de politie hun steun verlenen

- Politiebestel =

o Politieapparaat
 reguliere politiediensten = de klassieke politiediensten.
 Tot 1998
 3 diensten:
a) Gemeentelijke politie
b) Rijkswacht
c) Gerechtelijke politie
 Sinds 1998
 2 diensten:
a) Lokale politie
b) Federale politie
 vroeger ook bijzondere politiediensten voor 1998 (niet regulier)
 hadden te maken met verkeer:
a) Spoorwegpolitie
b) Zeevaartpolitie
c) Luchtvaartpolitie

 afgeschaft in ’98: taak nu van federale politie

, 3




o Inspectiediensten
 Sinds heropbouw na WO II
 overheid meer en meer gaan optreden
bv: milieurecht
 Tot WO II nachtwachtersstaat
 hierna sociale verzorgingsstaat
 GEVOLG: ontzettende toename van regelgeving
 In hun regels creëren ze misdrijven
 dus na WOII geweldige boost van strafrecht
 want meer dingen werden strafbaar
 2 problemen:
1) Regels zijn complex en technisch
 dat je niet kan verwachten dat een politieambtenaar ze allemaal kent
2) Een dag heeft 24 uur en een week 7 dagen
 als je misdrijven blijft toevoegen
 lukt het niet om alles bij te houden
 gevolg: gespecialiseerde ambtenaren werden hiervoor opgesteld
bv: milieu-inspectie, arbeidsinspectie
o Politieoverheid: art. 3 punt 2 WPA
 neemt juridische maatregelen
 kan de politie nooit bevelen
1. Bestuurlijke
 burgemeester, gouverneur, minister binnenlandse zaken
bv: minister die beperkingen oplegt met betrekking tot de betogingen in Brussel, zoals
betoging niet in centrum v/d stad en de politie zal optreden wanneer ze dit niet doen
2. Gerechtelijke
 magistraten
bv: mag een telefoon afgetapt worden, huiszoeking,…
 en de politie voert dit uit
Politie werkt nooit zelfstandig een democratische staat!!!
o Zeggenschap = wie heeft het voor het zeggen, wie is er de baas.
 3 componenten:
1) Gezag: wie beslist over de daadwerkelijke inzet v/d politie in een concreet geval
 heeft tijdens de inzet nog altijd gezag
 kan instructies en richtlijnen geven, neemt verantwoordelijkheid op
! gaat samen met prioriteiten, wat gaan we eerst doen en wat is ons beleid?
2) Beleid: gezag gaat samen met beleid
 wat staat in het beleidsplan?
3) Beheer: allerlei kwesties die vaak financieel van aard zijn
 stellen een korps instaat om te doen wat ze moeten doen
bv: betere IT, wapens,…

- Politierecht = combinatie van verschillende rechtstakken.
bv: administratief bestuurlijk, strafproces, arbeidsrecht,…

, 4




DEEL I. DE HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE BELGISCHE
POLITIEBESTEL
HOOFDSTUK I. DE PERIODE VÓÓR DE BELGISCHE ONAFHANKELIJKHEID
- België bestond nog niet

I.1. De Franse oorsprong van de “Belgische” politie
- Franse oorsprong v/d “Belgische” politie:

o Aanhalingstekens omdat België nog niet bestond
o 17de en 18de eeuw Frankrijk
 dubbele beweging:
a) Beweging op lokaal niveau
 De grote steden
 Lokaal politiekorps per stad
 eerste is Parijs in 1667
 hierna volgen andere steden
b) Beweging op centraal/nationaal niveau
 1720 creëert m’n een nationale marechaussee = nationaal korps
 Zowel grotere steden als het centrale niveau
 voelen nood aan een korps
o 1789: Franse revolutie
 Nieuwe moderne staat
 Tot 1795
 Politiebestel hervormen
 Centraal/nationaal niveau: nieuw regime installeren
 marechaussee wordt hervormd
 wordt gendarmerie national
- Kenmerken:
- Nationaal korps
 bevoegd voor heel Frankrijk
- Militair korps
- Dubbele opdracht: bestuurlijk (openbare orde) en gerechtelijk (onderzoek
van misdrijven) taken
 Lokaal niveau
 opsplitsen in:
a. Gemeente politie
 commissarissen van politie
b. Landelijke politie
 veldwachters
o 1795: Belgische gebieden ingelijfd bij Frankrijk
 we krijgen hierdoor het Franse systeem ook in België
o 1796: wet van 2 januari 1996
 Fransen richten een specifiek ministerie voor politie op
 2 redenen:
1) Woelige periode
2) Toenmalig ministerie van binnenlandse zaken
 was niet machtig genoeg
- Taken minister van politie:
 Uitvoering politiewetten
 Gezag over de gendarmerie voor alles wat orde handhaving is
 bestuurlijke opdrachten
 Zorg voor gevangenissen
 Toezicht op de landloperij/bedelarij
€6,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
babsismets
2,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
babsismets Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
12
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
11
Documenten
4
Laatst verkocht
1 jaar geleden

2,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen