1. Opdracht van de leraar
De student kan de basiscompetenties van de leraar omschrijven.
De student kan de rollen van de opleiding koppelen aan de basiscompetenties van
de leraar en het domeinspecifieke leerresultatenkader.
,Domeinspecifieke leerresultaten
Inhoudelijk expert: Beheerst de leerstof voor alle disciplines van het LO en vertaalt deze in
leerinhouden en activiteiten.
Organisator: organiseert in een complexe context een veilige- , stimulerende en werkbare leef-en
leeromgeving.
Opvoeder: creëert een positief leer-en leefklimaat id klas en op school w’in lln zich kn ontplooien en
worden voorbereid om maatschappelijke participatie.
Communicator: LK gebruikt Standaard Nederlands en aangepast register wanneer hij communiceert
met lln, ouders, etc. LK heeft oog voor diversiteit en houdt rekening met de complexiteit van context.
Onderzoeker: detecteert professionaliseringsnoden, is bereid om levenslang te leren.
Mediwawijze LK: vertrouwd met de meest gangbare ICT-tools en technologische ontwikkeling in het
onderwijs.
Teamspeler: kan samenwerken met collega’s en derden.
Ondernemer: handelt ondernemend en geeft blijk van flexibiliteit, verantwoordelijkheidszin en
creativiteit.
Lid van samenleving: informeert zich over en denkt kritisch, openminded na over actuele thema’s en
maatschappelijke ontwikkeling.
Rolmodel: beschikt over de gepaste beroepshoudingen.
2. Onderwijs in Vlaanderen
Na het bestuderen van dit thema kan je aangeven hoe de Vlaamse onderwijsstructuur je
rol als leraar beïnvloedt.
Onderwijs is een bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Een groot percentage (maar liefst 38%) van
het jaarlijkse overheidsbudget wordt besteed aan onderwijs.
Eindtermen zijn de minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de
overheid als noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie.
eindtermen voor het gewoon lager onderwijs
eindtermen voor de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs
specifieke, vakgebonden (gelden voor de basisvorming. Zij dienen te worden bijgebracht in
de vakken die alle leerlingen meten volgen, ongeacht hun studierichting) en
vakoverschrijdende eindtermen voor de verschillende studiegebieden van de tweede en de
derde graad van het secundair onderwijs.
,Vakoverschrijdende eindtermen (ook gekend als VOETen) zijn minimumdoelen die niet behoren tot
een vakgebied, maar onder meer in diverse vakken, projecten en activiteiten worden nagestreefd.-->
Scholen NIET verplicht om deze te behalen bij de lln.
Ontwikkelingsdoelen zijn dan weer minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en
attitudes die voor een bepaalde leerlingenpopulatie wenselijk worden geacht Minder dwingend.
in het kleuteronderwijs
het buitengewoon onderwijs
de B-stroom van het gewoon secundair onderwijs
MOGELIJKE VRAAG: leg het verschil uit tussen de eindtermen lager onderwijs en eindtermen kleuter
onderwijs.--> Voor het kleuteronderwijs en het buitengewoon onderwijs zijn er geen eindtermen,
maar ontwikkelingsdoelen: vaardigheden die een school bij de leerlingen moet nastreven, maar niet
noodzakelijk bereiken.
Overzichtstabel ter info ( Vlaamse overheid)
, Leerplandoelen: elke inrichtende macht mag voor elk van haar scholen(gemeenschappen) de
leerplannen vaststellen. De bevoegdheid om leerplannen te schrijven ligt dus bij de scholen zelf.
Deze leerplannen moeten uiteraard wel voldoen aan de eindtermen en ontwikkelingsdoelen die
door de overheid worden geformuleerd. Aangezien de scholen natuurlijk niet ieder voor zich eigen
leerplannen zullen schrijven, doen zij hiervoor een beroep op de onderwijskoepels.
Lesdoelen: LK werken met leerplannen en werken een planning uit om die leerplandoelen te
realiseren. Leerplandoelen niet blindelings worden overgenomen, maar als uitgangspunt voor de
lesvoorbereiding worden gehanteerd. LK concretiseert de leerplandoelen, verdeelt ze in kleine
behapbare lesdoelen, onmiddellijk toepasbaar voor zijn of haar eigen lespraktijk.
Kiest in functie van zijn beginsituatie een aantal basisdoelen (MOETEN bereikt worden), maar
zal in functie van sommige klassen en/of leerlingen ook uitbreidingsdoelen formuleren.
De uitbreidingsdoelen worden nagestreefd bij die leerlingen die nood hebben aan verbreding
(uitbreiden naar nieuwe leerstof) of verdieping (complexere verwerking binnen dezelfde
leerinhouden).
Cyclus: EINDTERM (OVERHEID MACRO NIVEAU) LEERPLANNEN(SCHOLENGEMEENSCHAP MESO
NIVEAU) LESDOEL (LEERKRACHT MICRO NIVEAU)
De student kan de basiscompetenties van de leraar omschrijven.
De student kan de rollen van de opleiding koppelen aan de basiscompetenties van
de leraar en het domeinspecifieke leerresultatenkader.
,Domeinspecifieke leerresultaten
Inhoudelijk expert: Beheerst de leerstof voor alle disciplines van het LO en vertaalt deze in
leerinhouden en activiteiten.
Organisator: organiseert in een complexe context een veilige- , stimulerende en werkbare leef-en
leeromgeving.
Opvoeder: creëert een positief leer-en leefklimaat id klas en op school w’in lln zich kn ontplooien en
worden voorbereid om maatschappelijke participatie.
Communicator: LK gebruikt Standaard Nederlands en aangepast register wanneer hij communiceert
met lln, ouders, etc. LK heeft oog voor diversiteit en houdt rekening met de complexiteit van context.
Onderzoeker: detecteert professionaliseringsnoden, is bereid om levenslang te leren.
Mediwawijze LK: vertrouwd met de meest gangbare ICT-tools en technologische ontwikkeling in het
onderwijs.
Teamspeler: kan samenwerken met collega’s en derden.
Ondernemer: handelt ondernemend en geeft blijk van flexibiliteit, verantwoordelijkheidszin en
creativiteit.
Lid van samenleving: informeert zich over en denkt kritisch, openminded na over actuele thema’s en
maatschappelijke ontwikkeling.
Rolmodel: beschikt over de gepaste beroepshoudingen.
2. Onderwijs in Vlaanderen
Na het bestuderen van dit thema kan je aangeven hoe de Vlaamse onderwijsstructuur je
rol als leraar beïnvloedt.
Onderwijs is een bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Een groot percentage (maar liefst 38%) van
het jaarlijkse overheidsbudget wordt besteed aan onderwijs.
Eindtermen zijn de minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de
overheid als noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie.
eindtermen voor het gewoon lager onderwijs
eindtermen voor de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs
specifieke, vakgebonden (gelden voor de basisvorming. Zij dienen te worden bijgebracht in
de vakken die alle leerlingen meten volgen, ongeacht hun studierichting) en
vakoverschrijdende eindtermen voor de verschillende studiegebieden van de tweede en de
derde graad van het secundair onderwijs.
,Vakoverschrijdende eindtermen (ook gekend als VOETen) zijn minimumdoelen die niet behoren tot
een vakgebied, maar onder meer in diverse vakken, projecten en activiteiten worden nagestreefd.-->
Scholen NIET verplicht om deze te behalen bij de lln.
Ontwikkelingsdoelen zijn dan weer minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en
attitudes die voor een bepaalde leerlingenpopulatie wenselijk worden geacht Minder dwingend.
in het kleuteronderwijs
het buitengewoon onderwijs
de B-stroom van het gewoon secundair onderwijs
MOGELIJKE VRAAG: leg het verschil uit tussen de eindtermen lager onderwijs en eindtermen kleuter
onderwijs.--> Voor het kleuteronderwijs en het buitengewoon onderwijs zijn er geen eindtermen,
maar ontwikkelingsdoelen: vaardigheden die een school bij de leerlingen moet nastreven, maar niet
noodzakelijk bereiken.
Overzichtstabel ter info ( Vlaamse overheid)
, Leerplandoelen: elke inrichtende macht mag voor elk van haar scholen(gemeenschappen) de
leerplannen vaststellen. De bevoegdheid om leerplannen te schrijven ligt dus bij de scholen zelf.
Deze leerplannen moeten uiteraard wel voldoen aan de eindtermen en ontwikkelingsdoelen die
door de overheid worden geformuleerd. Aangezien de scholen natuurlijk niet ieder voor zich eigen
leerplannen zullen schrijven, doen zij hiervoor een beroep op de onderwijskoepels.
Lesdoelen: LK werken met leerplannen en werken een planning uit om die leerplandoelen te
realiseren. Leerplandoelen niet blindelings worden overgenomen, maar als uitgangspunt voor de
lesvoorbereiding worden gehanteerd. LK concretiseert de leerplandoelen, verdeelt ze in kleine
behapbare lesdoelen, onmiddellijk toepasbaar voor zijn of haar eigen lespraktijk.
Kiest in functie van zijn beginsituatie een aantal basisdoelen (MOETEN bereikt worden), maar
zal in functie van sommige klassen en/of leerlingen ook uitbreidingsdoelen formuleren.
De uitbreidingsdoelen worden nagestreefd bij die leerlingen die nood hebben aan verbreding
(uitbreiden naar nieuwe leerstof) of verdieping (complexere verwerking binnen dezelfde
leerinhouden).
Cyclus: EINDTERM (OVERHEID MACRO NIVEAU) LEERPLANNEN(SCHOLENGEMEENSCHAP MESO
NIVEAU) LESDOEL (LEERKRACHT MICRO NIVEAU)
