3. Sensoriek
3.1. Perifeer somatosensorisch systeem
Ingesproken ppt segmentale innervatie VS perifere sensorische bezenuwing
Je hebt bv een huiddtak die sensorisch
binnekomt en via periferische zenuw (de
achterstreng) en zo via het lemniscaal systeem
of het spinothalaam systeem naar de
hersenen gaat.
Of omgekeerd: motoriek → via upper motor
neuron naar het lager motor neuron. Lager
motor neuron treedt in de perifere zenuw en
zo naar een spier.
DERMATOMEN:
→ Als we een zenuw doorsnijden thv de wortel valt er een sensorisch gebied uit.
1
,PERIFERE SENSORISCHE ZENUWEN
(‘dematomen’ van de perifere zenuwen)
→ Huidzones die door perifere zenuw w
bevloeid
Verschillende huidtakjes die aftakken v de
grote bezenuwing die dan puur sensorisch zijn.
Gebieden die uitvallen als we de perifere
zenuw beschadigen (bv. n.ulnaris) noemt men
de perifere huidbezenuwing v/d arm/hand.
Zelfde met bv n. suralis, als deze uitvalt is die
zone (bruin) doof (geen gevoel meer).
SEGMENT vs PERIFERE ZENUW
2
,Ingesproken ppt Proproiceptie met focus op de spierspoel
3
,4
,→ Spierspoel bevat contractiele elementen die onder controle v/h zenuwstelsel staan. Hiermee kan de
gevoeligheid v/d spierspoel worden aangepast aan omstandigheden zoals de lichaamshouding, de fysieke
belasting v/h bewegingsapparaat en de mate waarin een persoon waakzaam is. Spierspoel heeft daarom
zowel sensorische als motorische innervatie.
→ Onderscheid tss dynamisch en statisch berust vooral op het verschil in elastische eigenschappen.
Het equatoriale deel v/d dynamische kernzakvezels neemt als de spierspoel w uitgerekt & in uitgerekte
toestel wordt vastgehouden binnen enkele seconden weer zijn oorspronkelijke lengte.
De statische kernzakvezels en de kettingsvezels vertonen deze vorm van adaptatie niet of nauwelijks. Het
is daarom waarschijnlijk dat de dynamische kernzakvezels de fasische respons v/d spierspoel vezorgen, en
de statische kernzakvezels samen met de kernkettingvezels de tonische respons. Dit komt ook tot uiting in
het innervatiepatroon.
5
,Spierspoelen w geïnnerveerd door verschillende typen sensorische en motorische neuronen
Sensorische zenuwvezels maken contact met het equatoriale deel van de intrafusale spiervezels.
Primair: Hun sensorische uiteinde bestaat uit 2 takken die spiraalsgewees om het midden v/d vezel zijn
gewonden (=annulo-spirale windingen)
Secundair: maken contact met kernkettingsvezels en de statische kernzakvezels. De contactpunten liggen
aan weerszijde vb/d annulospirale windng v/d 1a vezel.
Fusimotoneuronen: maken contact met de polaire delen van de intrafusale vezels. Per intrafusale vezel
kunnen verscheidene contactpunten aanwezig zijn. Deze komen wat functie betreft overeen met de
motorische eindplaat v/d extrafusale vezels. Per spierspoel meestal 1 vezel van beide typen (dyn & stat)
aanwezig. Ieder type intafusalespiervezel w maar door 1 type fusimotorneuronen geïnnerveerd →
Dynamische kernzakvezel door dynamische gamma neuronen, de statische kernzakvezels en de
kettingvezels door de statische gamma neuronen.
6
, 7
3.1. Perifeer somatosensorisch systeem
Ingesproken ppt segmentale innervatie VS perifere sensorische bezenuwing
Je hebt bv een huiddtak die sensorisch
binnekomt en via periferische zenuw (de
achterstreng) en zo via het lemniscaal systeem
of het spinothalaam systeem naar de
hersenen gaat.
Of omgekeerd: motoriek → via upper motor
neuron naar het lager motor neuron. Lager
motor neuron treedt in de perifere zenuw en
zo naar een spier.
DERMATOMEN:
→ Als we een zenuw doorsnijden thv de wortel valt er een sensorisch gebied uit.
1
,PERIFERE SENSORISCHE ZENUWEN
(‘dematomen’ van de perifere zenuwen)
→ Huidzones die door perifere zenuw w
bevloeid
Verschillende huidtakjes die aftakken v de
grote bezenuwing die dan puur sensorisch zijn.
Gebieden die uitvallen als we de perifere
zenuw beschadigen (bv. n.ulnaris) noemt men
de perifere huidbezenuwing v/d arm/hand.
Zelfde met bv n. suralis, als deze uitvalt is die
zone (bruin) doof (geen gevoel meer).
SEGMENT vs PERIFERE ZENUW
2
,Ingesproken ppt Proproiceptie met focus op de spierspoel
3
,4
,→ Spierspoel bevat contractiele elementen die onder controle v/h zenuwstelsel staan. Hiermee kan de
gevoeligheid v/d spierspoel worden aangepast aan omstandigheden zoals de lichaamshouding, de fysieke
belasting v/h bewegingsapparaat en de mate waarin een persoon waakzaam is. Spierspoel heeft daarom
zowel sensorische als motorische innervatie.
→ Onderscheid tss dynamisch en statisch berust vooral op het verschil in elastische eigenschappen.
Het equatoriale deel v/d dynamische kernzakvezels neemt als de spierspoel w uitgerekt & in uitgerekte
toestel wordt vastgehouden binnen enkele seconden weer zijn oorspronkelijke lengte.
De statische kernzakvezels en de kettingsvezels vertonen deze vorm van adaptatie niet of nauwelijks. Het
is daarom waarschijnlijk dat de dynamische kernzakvezels de fasische respons v/d spierspoel vezorgen, en
de statische kernzakvezels samen met de kernkettingvezels de tonische respons. Dit komt ook tot uiting in
het innervatiepatroon.
5
,Spierspoelen w geïnnerveerd door verschillende typen sensorische en motorische neuronen
Sensorische zenuwvezels maken contact met het equatoriale deel van de intrafusale spiervezels.
Primair: Hun sensorische uiteinde bestaat uit 2 takken die spiraalsgewees om het midden v/d vezel zijn
gewonden (=annulo-spirale windingen)
Secundair: maken contact met kernkettingsvezels en de statische kernzakvezels. De contactpunten liggen
aan weerszijde vb/d annulospirale windng v/d 1a vezel.
Fusimotoneuronen: maken contact met de polaire delen van de intrafusale vezels. Per intrafusale vezel
kunnen verscheidene contactpunten aanwezig zijn. Deze komen wat functie betreft overeen met de
motorische eindplaat v/d extrafusale vezels. Per spierspoel meestal 1 vezel van beide typen (dyn & stat)
aanwezig. Ieder type intafusalespiervezel w maar door 1 type fusimotorneuronen geïnnerveerd →
Dynamische kernzakvezel door dynamische gamma neuronen, de statische kernzakvezels en de
kettingvezels door de statische gamma neuronen.
6
, 7
