1. Wat is een organisatiestructuur?
De structuur van een organisatie omvat twee bouwstenen:
- de manier waarop het werk is onderverdeeld in afzonderlijke taken
- de manier waarop die afzonderlijke taken worden gecoördineerd
Taken worden gegroepeerd in functies, en de organisatiestructuur geeft dus inzicht in de
wijze waarop functies in de organisatie zijn verdeeld en hoe ze worden gecoördineerd.
2. De functiestructuur
Het beschrijft alle voorkomende functies binnen het bedrijf. Per functie is er een
functieprofiel. In een functieprofiel zijn doorgaans volgende elementen opgenomen:
- uit te voeren taken
- vereiste opleiding(en)
- persoonskenmerken
In onderstaand voorbeeld zijn er zes functies. Per functie wordt een functieprofiel
opgesteld met een bijhorend competentieprofiel. In het competentieprofiel wordt
weergegeven welke competenties horen bij elke functie
3. De Personele structuur
Het geeft aan hoeveel personeelsleden binnen elke afdeling zijn tewerkgesteld. De
personele structuur zegt bijgevolg iets over de aanwezige capaciteit in de organisatie.
4. De organieke structuur
Het beschrijft de vorm van organisatie eenheden binnen een organisatie. In deze tekst
lichten we drie organieke structuren toe
a. organisatiefuncties
De samenstelling van afdelingen of diensten rondom verschillende soorten werk
centraal. Gelijksoortige activiteiten worden gegroepeerd naar de aard van het te
verrichten werk.
Voordelen:
- aanwezigheid en centralisatie
van deskundigheid en kennis
op bepaalde functiedomeinen.
- binnen het functiegebied
kunnen activiteiten makkelijk
op elkaar kunnen worden
afgestemd.
- communicatie binnen elke
afdeling is gemakkelijk te
organiseren
Nadelen:
- coördinatieproblemen plaats tussen verschillende afdelingen.
- medewerkers zijn beperkter inzetbaar
- mogelijk ontstaat een eilandcultuur