VAKDIDACTIEK FRANS
DEEL 1
H. VANTHIER: L’ACQUISITION DU LANGAGE
Boekje p.33-41 + Fan van Frans p.40-55 doorlezen
1. WAARMEE BEGINT DE COMMUNICATIE BIJ EEN KIND?
La communication pré-linguistique
De taal begint niet met de eerste woordje, de maanden ervoor leert het kind al veel rond de
communicatie.
Pre verbale communicatie
Communicatie tussen het kind en de volwassen (context w verwoord).
De communicatie begint van zodra de baby in staat is de moeder aan te kijken en blikken te wisselen.
2. WAT IS EEN FORMAT D’INTERACTION?
Het format ontstaat bij een actie die door volwassene als kind w uitgevoerd.
Mini scenario dat leidt tot beginnende communicatie.
Vaak in spelvorm door repetitief karakter (koekoek, kiekeboe, …).
3. HOE VERWERFT EEN KIND VANAF ZIJN TWEEDE LEVENSJAAR ZIJN MOEDERTAAL?
Langage d’action
Het spreken staat het doen bij
Woordrepertoire ontwikkelt langzaam tot ongeveer 50 woorden, dan explosie
Belang van actief proces voor kind
4. WAT ZIJN ÉLÉMENTS DÉICTIQUES?
Aanwijzende, tonende gebaren
Wijzend met de vinger
Persoonlijke, aanwijzende, bezittelijke voornaamwoorden (ik, jij, die, dat, de mijne, …)
5. WELK BELANG HEEFT VERWERVEN VAN MOEDERTAAL VOOR VREEMDE TAAL?
Soort model waarop de vreemde taal zich vormt
Enkele voorwaarden die belangrijk zijn:
- Action conjointe (actie samen met de ander)
- Attention conjointe (aandacht samen met de ander)
- Langage inscrit dans l’expérience (leefwereld)
- Format d’interaction (in interactie met de ander)
- Situation et jeux ritualisés (spelvorm, scenario, …)
6. WAT GEBEURT ER OP DE LEEFTIJD VAN 4 JAAR?
, Spreken over situaties die het kind niet zelf beleeft, taal is los van context.
Spreken over ervaringen uit het verleden, toekomst of verbeelding.
7. WELKE CAPACITEITEN HEEFT HET KIND OP 4 JAAR NODIG?
Grote woordenschat.
Kunnen ordenen van gebeurtenissen.
Structuur van verwoordingen.
Nadenken over relatie van oorzaak.
Sociale kennis
8. WAT IS MÉTALINGUISTIQUE?
Eigen kennis onderzoeken + nadenken/reflecteren
9. WAT IS UNE PÉRIODE CRITIQUE?
Kort voor puberteit, taal leren wordt moeilijker.
Het leren wordt analytisch en minder natuurlijk.
FAN VAN FRANS: TAALINITIATIE
1.WAT IS HET?
Het leren van taal op een speelse manier
Geen grammatica / woordenschat
In veilig klasklimaat
Geen eindtermen
Horen en spreken van vreemde taal
Indirecte voorbereiding op formele taalonderwijs
2. DOELSTELLINGEN
De leerling beleeft plezier aan de kennismaking met het Frans.
De leerling staat positief tegenover het Frans.
De leerling verkent de wereld buiten de eigen taalgrenzen
…
3. BELANGRIJKE DIDACTISCHE PRINCIPES
Frans als voertaal: instap- en uitstapritueel, consequent gebruik van Frans, …
Rituelen gebruiken
Handpop
4. LESOPBOUW
Fase 1: herhalen
Fase 2: herkennen
Fase 3: actief gebruiken
H. VANTHIER: SPELLEN IN DE LESSEN FRANS
DEEL 1
H. VANTHIER: L’ACQUISITION DU LANGAGE
Boekje p.33-41 + Fan van Frans p.40-55 doorlezen
1. WAARMEE BEGINT DE COMMUNICATIE BIJ EEN KIND?
La communication pré-linguistique
De taal begint niet met de eerste woordje, de maanden ervoor leert het kind al veel rond de
communicatie.
Pre verbale communicatie
Communicatie tussen het kind en de volwassen (context w verwoord).
De communicatie begint van zodra de baby in staat is de moeder aan te kijken en blikken te wisselen.
2. WAT IS EEN FORMAT D’INTERACTION?
Het format ontstaat bij een actie die door volwassene als kind w uitgevoerd.
Mini scenario dat leidt tot beginnende communicatie.
Vaak in spelvorm door repetitief karakter (koekoek, kiekeboe, …).
3. HOE VERWERFT EEN KIND VANAF ZIJN TWEEDE LEVENSJAAR ZIJN MOEDERTAAL?
Langage d’action
Het spreken staat het doen bij
Woordrepertoire ontwikkelt langzaam tot ongeveer 50 woorden, dan explosie
Belang van actief proces voor kind
4. WAT ZIJN ÉLÉMENTS DÉICTIQUES?
Aanwijzende, tonende gebaren
Wijzend met de vinger
Persoonlijke, aanwijzende, bezittelijke voornaamwoorden (ik, jij, die, dat, de mijne, …)
5. WELK BELANG HEEFT VERWERVEN VAN MOEDERTAAL VOOR VREEMDE TAAL?
Soort model waarop de vreemde taal zich vormt
Enkele voorwaarden die belangrijk zijn:
- Action conjointe (actie samen met de ander)
- Attention conjointe (aandacht samen met de ander)
- Langage inscrit dans l’expérience (leefwereld)
- Format d’interaction (in interactie met de ander)
- Situation et jeux ritualisés (spelvorm, scenario, …)
6. WAT GEBEURT ER OP DE LEEFTIJD VAN 4 JAAR?
, Spreken over situaties die het kind niet zelf beleeft, taal is los van context.
Spreken over ervaringen uit het verleden, toekomst of verbeelding.
7. WELKE CAPACITEITEN HEEFT HET KIND OP 4 JAAR NODIG?
Grote woordenschat.
Kunnen ordenen van gebeurtenissen.
Structuur van verwoordingen.
Nadenken over relatie van oorzaak.
Sociale kennis
8. WAT IS MÉTALINGUISTIQUE?
Eigen kennis onderzoeken + nadenken/reflecteren
9. WAT IS UNE PÉRIODE CRITIQUE?
Kort voor puberteit, taal leren wordt moeilijker.
Het leren wordt analytisch en minder natuurlijk.
FAN VAN FRANS: TAALINITIATIE
1.WAT IS HET?
Het leren van taal op een speelse manier
Geen grammatica / woordenschat
In veilig klasklimaat
Geen eindtermen
Horen en spreken van vreemde taal
Indirecte voorbereiding op formele taalonderwijs
2. DOELSTELLINGEN
De leerling beleeft plezier aan de kennismaking met het Frans.
De leerling staat positief tegenover het Frans.
De leerling verkent de wereld buiten de eigen taalgrenzen
…
3. BELANGRIJKE DIDACTISCHE PRINCIPES
Frans als voertaal: instap- en uitstapritueel, consequent gebruik van Frans, …
Rituelen gebruiken
Handpop
4. LESOPBOUW
Fase 1: herhalen
Fase 2: herkennen
Fase 3: actief gebruiken
H. VANTHIER: SPELLEN IN DE LESSEN FRANS
