1. Nekpijn
1.1. Definitie
Nekpijn = “een onaangename sensorische en emotionele ervaring die geassocieerd wordt met daadwerkelijke of potentiële weefselschade”
in de nekregio, met eventueel bijkomende hoofd-, schouder- en/of arm pijn.
2. Inleiding
2.1. Morfologie Cx
2.1.1. Hoog cervicaal
Als we gaan kijken naar de hoogcervicale wervels, valt ons meteen op dat er een atypische morfologische is. Atlas (C1) articuleert met het
occiput en de axis. De articulatie tussen C0-C1 is convex-concaaf. De articulatie tussen C1-C2: biconvex. C0-C1: flexie, extensie, elevatie,
beetje LF. C1-C2: vnl. rotatie. De gewrichtsvlakken articuleren rechtstreeks, dit wil zeggen dat er geen discus intervertebralis is. Dit houdt
in dat er op deze niveaus geen sprake is van radiculaire conflicten. Hebben ook hun eigen ligamentaire structuren en spieren.
● Afwezigheid radiculaire conflicten want geen discus!
● Eigen ligamenten en spieren
● Co-1: convex-concaaf, C1-2: biconvex
, De atlas bestaat uit:
● Anterieure arcus
● Posterieure arcus
● Massae lateralis (2)
● Processus transversi (2): waardoor de arteria vertebralis lopen
Waar je bij een gewone wervel het corpus verwacht, zie je hier de dens axis. Het lig. transversum gaat de dens tegen de anterieure arcus
gefixeerd houden en verdeelt het canalis vertebralis in een anterieur deel en een posterieur deel. Het anterieur deel bevat de dens en in het
posterieure deel bevindt zich het ruggenmerg. Qua ligamentaire structuren is naast het lig. transversum ook het lig. alaria belangrijk. Deze
staan mee in voor de gekoppelde beweging (LF tijdens rotatie).
Naast de splenius capitis en de splenius cervicis onderscheiden we hoogcervicaal ook een suboccipitale groep (rectus capitis major en
minor, de obliquus capitis superior en inferior).