translatie’?
- Bij verlaten van ribosoom is eiwit niet altijd functioneel
- Moet nog gevouwen worden tot structuur ⇒ hoe zit in een bepaalde AZ-sequentie
van het eiwit
Chaperones HSP60 en HSP70
- De juiste vorm aannemen moet snel gebeuren, eiwitten worden geholpen door
gespecialiseerde enzymen
● Chaperone hsp70
○ Herkend eiwit door zevental hydrofobe aminozuren die elkaar opvolgen
○ Stelt hydrofobebindingsplaats open waaraan de hydrofobe delen kunnen
hechten
■ Onder ATP-gebonden toestand
○ Omzetten van ATP naar ADP
■ Gesloten conformatie ⇒ eiwit kan zich nu tot juist structuur
vervormen
● Chaperonine hsp60
○ Kamertje uit 2 ringen
■ Elk 7 hsp60 moleculen
○ Ander eiwit als deksel
■ Bindt ATP
○ Eiwit krijgt 15-tal seconden de tijd om zich om te vormen
■ Hierna conformatieverandering door omzetting ATP naar ADP ⇒
deksel komt los
■ Eiwit komt vrij, ook al slecht geplooid
Posttranslationele modificaties
Meest voorkomend:
- Fosforylatie
- Vorming disulfidebruggen
- Proteolyse
1
, - Glycosylering ⇒ afzetting suikergroepen
- Binding cofactoren en metalen
- Acetylering en methylering
- Ubiquinering
Proteasen
Proteolyse = hydrolyseren van polypeptideketens
- Proteïnen die niet meer nodig zijn worden afgebroken ⇒ recyclage van AZ
- Afbreken van voedsel tot AZ
- Activering van pro-enzymen (vorm van posttranslationele modificatie
Spijsvertering
● Begint in maag
○ Eiwitten denatureren
■ Peptidebindingen bereikbaar voor proteasen
○ Proteasen splitsen eiwitten door hydrolyse vd zeer stabiele peptidebinding
■ Bv. Pepsine in maag ⇒ niet specifiek, kan alle eiwitten afbreken
● Gaat verder in dunne darm
○ Pancreas scheidt proteasen af
■ Eiwitten afgebroken tot di- en tri-peptiden en vrije AZ
○ Producten worden opgenomen door darmepitheel
■ In membraan en intracellulair verder afgebroken
■ Vrije AZ via bloedbaan over hele lichaam
● Chymotrypsine
○ Protease, extracellulair actief in spijsvertering
○ Selectief
■ Grote of hydrofobe apolaire AZ aan carboxy-terminale zijde afbreken
● Trp, Tyr, Phe en Met
■ Heeft hydrofobe ‘pocket’ waarin de ongeladen zijketens in passen
○ Afbraak door nucleofiele aanval op carbonylgroep substraat
■ Nucleofiel serine wordt kort covalent gebonden aan substraat
● Stap 1 = acetylatie: carboxy-terminaal uiteinde eiwit afgesplitst
● Stap 2 = de-acetylatie: enzyme terug vrij van substraat
2