Inleiding :
Goede lesvoorbereiding Niet voldoende Kan in het water vallen
→ Te veel door de vingers te zien
Leraar Naast didactische vaardigheden
Nodige agogische en organisatorische
vaardigheden beschikken
Wat is klasbeheer of klasmanagement :
Start schooljaar Leerkrachten al bezig met wat gaat komen
Bv. “Welke klas krijg ik?” “Hoe pak ik het aan?”
Waarom stellen we ons deze vragen?
→ Zorg voor scheppen van goed werkklimaat
→ Leerkracht vraagt zich af hoe hij de klas moet
managen
Klasbeheer
Term voor alle maatregelen die de leerkracht neemt
→ Meer dan orde houden
→ Zijn agogische en organisatorische inzichten en vaardigheden
Goed klasmanagement Wat zijn de voordelen?
→ Voorkomt ordeproblemen
→ Verhoogt betrokkenheid
→ Verhoogt effectieve leertijd
→ Bevordert leerprestaties
Soms werkt iets, soms niet
Basiselementen van een efficiënt klasbeheer :
Controle – Tempo – Motivatie – Duidelijkheid
Ordeverstoring voorkomen
Doeltreffend klasbeheer
Preventie door controle, tempo, motivatie en duidelijkheid 1
Waarom? Leerkracht vaak meer bezig meer leerlingen stil krijgen
ipv les
1
= Staat centraal, gezamenlijke kern van de andere drie
1
,Basiselement 1 : Maatregelen en schikkingen rond
duidelijkheid :
Duidelijke opdrachten en instructies :
Instructie Uitvoerige toelichting bij activiteiten
Taakpresentaties systematisch en gestructureerd + Beeld
Tips :
Nooit instructie starten voor dat iedereen rustig is en klaar
om te luisteren (Stilte)
→ Anders gaat de helft de taak niet horen (= Tijdsverlies)
Helder, kort en bondige uitleg :
→ Volledig mogelijk, maar niet te lang trekken anders verveling
Kijk na of iedereen het begrepen heeft :
→ Lichaamstaal kan twijfel herhalen, want taak twee maal
uitleggen is tijdverlies
Niet beginnen voor de instructie is afgewerkt :
→ Je kan helpen terwijl ze bezig zijn en loop rond
Ondersteun instructie met beeld :
→ Een beeld zegt soms meer dan woorden
Duidelijke afspraken en regels :
Jongeren Klas is complex leefmilieu
Grenzen nodig Waarborgen veiligheid, ontwikkeling en respect
Als grenzen wegvallen Kind onzeker en bang
→ Hoort bij groeiproces om zich af te zetten tegen
grenzen
Verschillende grenzen en regels
→ Thuis, verkeer, klas, …
→ Leerlingen moeten leren omgaan met alle
regels
Regels school Afspraken zijn met leerlingen gemaakt
Door schoolteam in overleg met ouders opgesteld en opgelegd
Er zijn verschillende soorten regels :
1. Schoolregels (Mesoniveau / School) :
→ Gelden voor de hele school en staan in schoolreglement
→ Bv. Er wordt niet gespeeld in de toiletten
2. Klasregels (Microniveau / Klas) :
→ Gelden binnen klasgroep
→ Bv. Je steekt je vinger op om het woord te vragen
3. Persoonlijke regels (Microniveau / Klas) :
→ Gelden voor één bepaalde leerling voor een afgesproken periode
2
, → Bv. Aagje heeft diabetes en mag ongevraagd de klas verlaten als
het niet gaat
Een goede regel voldoet aan een aantal criteria :
Duidelijkheid :
→ Helder aangeven wat gewest gedrag is
→ Gebruik concrete gedragstermen
→ Volgens wat-hoe-waarom-model
Redelijkheid :
→ Regels moeten aangepast zijn aan leeftijd leerlingen
Controleerbaar :
→ Regels moeten controleerbaar zijn
Positief opgesteld :
→ Bv. ‘We zijn stil tijdens het werken aan oefeningen’
Wanneer zijn regels pas effectief?
Niet te veel :
→ Leerlingen moeten regels kunnen overzien dus beperk je tot de
belangrijkste
De leerraar zich zelf aan de regels houdt :
→ Voorbeeldfunctie
Regels consequent toepassen :
→ Regels en afspraken in situaties en leerlingen op dezelfde manier
toepassen
→ Regels moeten een marge hebben
Contextueel Manier waarop ze moeten worden toegepast, is
afhankelijk van
de omstandigheden en de omgeving 4
De leraar gepaste maatregelen treft bij het niet naleven van
de regels
De leraar op gewenst gedrag reageert door complimentjes
Tips :
Wanneer leerlingen weten wat ze wel of niet mogen en wanneer
(Argumenten te gebruiken in het belang van de klasgroep) je uitdrukt
waarom je dat wil, dan heb je een goede startbasis
Duidelijke gezagsverhoudingen :
Hoe maak je duidelijk dat jij leidt?
Je als leider manifesteren :
→ Duidelijk aangeven wie de leider is
→ Bv. Je bent trainer van een voetbalploeg waar iedereen je
aanspreekt met
voornaam. Tijdens de trainingen gelden andere regels dan
in de klas.
Als leraar moet je consequent zijn en weten wat je wilt :
→ Een leider weet wat hij wilt en duidelijkheid is belangrijk
3