Ouderenzorg:
Hoofdstuk 6 – Preventie en aanpak van ondervoeding:
Inleiding:
Ondervoeding is een chronisch geriatrisch syndroom dat ontstaat door meerdere
bijdragende factoren
De aanwezigheid van dit geriatrische syndroom geeft een verhoogd risico op
complicaties, bijwerkingen, functieverlies met toegenomen zorgafhankelijkheid, opname
in een zorginstelling en overlijden
Ondervoeding bij ouderen wordt vaak onderschat
Er is sprake van onderdiagnostiek en onderbehandeling en preventie ontbreekt
Wat is malnutritie:
Malnutritie is zowel een tekort als een teveel aan energie, eiwitten en andere
lichaamsstoffen
Wat is ondervoeding:
Ondervoeding is enkel een tekort aan voedingsstoffen
Verhoogde gevoeligheid voor ondervoeding:
Bij het ouder worden ondergaat het lichaam enkele veranderingen die de gevoeligheid
voor ondervoeding verhogen:
Bijtkracht neemt af
Speekselproductie neemt af
Geur en smaak nemen af
Verslapping van de slokdarm en de maag
De maaglediging verloopt trager
Sneller verzadigingsgevoel
Anorexia of ageing:
Die vermindering van eetlust ontstaat door veranderingen in het regelsysteem voor
eetlust, honger en verzadiging
Door de veranderde lichaamssamenstelling (afname van spieren) en een minder actieve
levensstijl neemt de energiebehoefte af
Ouderenzorg – Hoofstuk 6 – Preventie en aanpak van ondervoeding
1
, Gevolgen van ondervoeding:
Algemeen verminderde lichaamsconditie
Sarcopenie (= een progressieve spieratrofie die gerelateerd is aan een verhoogde kans
op vallen, breuken, lichamelijke beperkingen en sterfte)
Negatieve spiraal van ziekte, zorgafhankelijkheid en overlijden
Psychische en sociale kwetsbaarheid
Ondervoeding bij kwetsbare ouderen:
Prevalentie stijgt met de leeftijd en is het hoogst in ziekenhuizen en WZC
Risico-inschatting en vroegsignalering:
Als verpleegkundige:
Tijdig uiterlijke kenmerken van ondervoeding opsporen
Voedselinname opvolgen
Specifieke parameters verzamelen (veranderingen, lichaamsgewicht)
BMI, bovenarm- en kuitomtrek, screeningsinstrumenten gebruiken
Gesprek aangaan (ondersteund door biochemische resultaten en medische
beeldvorming)
Klinische tekenen opsporen:
Door een gerichte observatie verzamelen we gegevens over de uiterlijke symptomen van
ondervoeding:
Weinig eetlust
Loszittende kledij, juwelen en tandprothesen
Ingevallen gelaat
Er mager uitzien
Moe, apathisch en passief zijn
Krachtverlies (slappe handdruk)
Somberheid, initiatiefverlies, geen belangstelling voor de omgeving
Verminderde sociale interactie
Droge en schilferige huid
Dof haar
Slechte wondgenezing
Voedselinname bevorderen:
Voedselinname systematisch registreren en rapporteren
Ouderenzorg – Hoofstuk 6 – Preventie en aanpak van ondervoeding
2
Hoofdstuk 6 – Preventie en aanpak van ondervoeding:
Inleiding:
Ondervoeding is een chronisch geriatrisch syndroom dat ontstaat door meerdere
bijdragende factoren
De aanwezigheid van dit geriatrische syndroom geeft een verhoogd risico op
complicaties, bijwerkingen, functieverlies met toegenomen zorgafhankelijkheid, opname
in een zorginstelling en overlijden
Ondervoeding bij ouderen wordt vaak onderschat
Er is sprake van onderdiagnostiek en onderbehandeling en preventie ontbreekt
Wat is malnutritie:
Malnutritie is zowel een tekort als een teveel aan energie, eiwitten en andere
lichaamsstoffen
Wat is ondervoeding:
Ondervoeding is enkel een tekort aan voedingsstoffen
Verhoogde gevoeligheid voor ondervoeding:
Bij het ouder worden ondergaat het lichaam enkele veranderingen die de gevoeligheid
voor ondervoeding verhogen:
Bijtkracht neemt af
Speekselproductie neemt af
Geur en smaak nemen af
Verslapping van de slokdarm en de maag
De maaglediging verloopt trager
Sneller verzadigingsgevoel
Anorexia of ageing:
Die vermindering van eetlust ontstaat door veranderingen in het regelsysteem voor
eetlust, honger en verzadiging
Door de veranderde lichaamssamenstelling (afname van spieren) en een minder actieve
levensstijl neemt de energiebehoefte af
Ouderenzorg – Hoofstuk 6 – Preventie en aanpak van ondervoeding
1
, Gevolgen van ondervoeding:
Algemeen verminderde lichaamsconditie
Sarcopenie (= een progressieve spieratrofie die gerelateerd is aan een verhoogde kans
op vallen, breuken, lichamelijke beperkingen en sterfte)
Negatieve spiraal van ziekte, zorgafhankelijkheid en overlijden
Psychische en sociale kwetsbaarheid
Ondervoeding bij kwetsbare ouderen:
Prevalentie stijgt met de leeftijd en is het hoogst in ziekenhuizen en WZC
Risico-inschatting en vroegsignalering:
Als verpleegkundige:
Tijdig uiterlijke kenmerken van ondervoeding opsporen
Voedselinname opvolgen
Specifieke parameters verzamelen (veranderingen, lichaamsgewicht)
BMI, bovenarm- en kuitomtrek, screeningsinstrumenten gebruiken
Gesprek aangaan (ondersteund door biochemische resultaten en medische
beeldvorming)
Klinische tekenen opsporen:
Door een gerichte observatie verzamelen we gegevens over de uiterlijke symptomen van
ondervoeding:
Weinig eetlust
Loszittende kledij, juwelen en tandprothesen
Ingevallen gelaat
Er mager uitzien
Moe, apathisch en passief zijn
Krachtverlies (slappe handdruk)
Somberheid, initiatiefverlies, geen belangstelling voor de omgeving
Verminderde sociale interactie
Droge en schilferige huid
Dof haar
Slechte wondgenezing
Voedselinname bevorderen:
Voedselinname systematisch registreren en rapporteren
Ouderenzorg – Hoofstuk 6 – Preventie en aanpak van ondervoeding
2