Bloedglucosemeting
• Glycemiemeting is het bepalen van het suikergehalte in het bloed.
• Wordt gemeten a.d.h.v. een druppel capillair bloed aangebracht op een teststrip in
een glucosemeter.
• Het resultaat wordt uitgedrukt in mg/dl.
Voorwaarden correcte meting
Materiaal:
• Glucometer, teststrips, lancet, HS, HO
• Deppertje
Voorbereiding VK:
• Handhygiëne
• Aantrekken HS
Stap 1: Handen wassen met warm water & zeep en goed afdrogen
• Wassen → eventuele suiker van de vinger
• Warm water → geeft vasodilatie (vaatverwijding)
• Afdrogen → om verdunning + afglijden (van bloed) te voorkomen
• Vingertop niet ontsmetten! (alcohol droogt slecht op, geeft hogere
glycemie, niet meer infecties)
• Aan de andere kant van infuus prikken! niet aan de kant van infuus prikken:
er kan glucose in het infuus zitten, dan zit er in totaal meer glucose in je
druppel bloed. Daarom aan de andere kant prikken, zodat de waarde klopt
Stap 2: Strip in toestel plaatsen
• Controleer vervaldatum
• Strip zit erin met testplaats naar boven
• Testplaats niet met vingers aanraken
• Potje strips steeds onmiddellijk goed sluiten (halve dag open = vervallen!)
• Strip 1x gebruiken
Stap 3: Vingerprik
• Vooraf stuwen vanuit handpalm/ minstens vingerbasis. Paar keer het
bloed van de handpalm naar de vinger duwen/ stuwen. Vlak voor het
prikken. 2-3 keer stuwen
• Niet overmatig stuwen op de vinger (risico weefselvocht)
• Prik loodrecht t.h.v. zijkant van de vingertop
• ZH: lancet: éénmalig gebruik
• Pt thuis: 5-tal keer gebruiken
Stap 4: Voldoende bloed laten opzuigen
• Te weinig bloed = onjuist resultaat
Stap 5: Noteer het meetresultaat
• Dagboekje patiënt aanvullen
• ‘Lijst’ → moeilijk te interpreteren
• ‘Tabel’ → gemakkelijker interpretatie horizontaal noteren
• Gemotiveerde diabetespatiënt blijft graag op de hoogte van zijn
waarden
Stap 6: Interpreteer
• Normaal/ te hoog/ te laag?
• Rapporteer mondeling en schriftelijk
• Glycemiemeting is het bepalen van het suikergehalte in het bloed.
• Wordt gemeten a.d.h.v. een druppel capillair bloed aangebracht op een teststrip in
een glucosemeter.
• Het resultaat wordt uitgedrukt in mg/dl.
Voorwaarden correcte meting
Materiaal:
• Glucometer, teststrips, lancet, HS, HO
• Deppertje
Voorbereiding VK:
• Handhygiëne
• Aantrekken HS
Stap 1: Handen wassen met warm water & zeep en goed afdrogen
• Wassen → eventuele suiker van de vinger
• Warm water → geeft vasodilatie (vaatverwijding)
• Afdrogen → om verdunning + afglijden (van bloed) te voorkomen
• Vingertop niet ontsmetten! (alcohol droogt slecht op, geeft hogere
glycemie, niet meer infecties)
• Aan de andere kant van infuus prikken! niet aan de kant van infuus prikken:
er kan glucose in het infuus zitten, dan zit er in totaal meer glucose in je
druppel bloed. Daarom aan de andere kant prikken, zodat de waarde klopt
Stap 2: Strip in toestel plaatsen
• Controleer vervaldatum
• Strip zit erin met testplaats naar boven
• Testplaats niet met vingers aanraken
• Potje strips steeds onmiddellijk goed sluiten (halve dag open = vervallen!)
• Strip 1x gebruiken
Stap 3: Vingerprik
• Vooraf stuwen vanuit handpalm/ minstens vingerbasis. Paar keer het
bloed van de handpalm naar de vinger duwen/ stuwen. Vlak voor het
prikken. 2-3 keer stuwen
• Niet overmatig stuwen op de vinger (risico weefselvocht)
• Prik loodrecht t.h.v. zijkant van de vingertop
• ZH: lancet: éénmalig gebruik
• Pt thuis: 5-tal keer gebruiken
Stap 4: Voldoende bloed laten opzuigen
• Te weinig bloed = onjuist resultaat
Stap 5: Noteer het meetresultaat
• Dagboekje patiënt aanvullen
• ‘Lijst’ → moeilijk te interpreteren
• ‘Tabel’ → gemakkelijker interpretatie horizontaal noteren
• Gemotiveerde diabetespatiënt blijft graag op de hoogte van zijn
waarden
Stap 6: Interpreteer
• Normaal/ te hoog/ te laag?
• Rapporteer mondeling en schriftelijk