Aantekeningen college inleiding in de
psychologie h8 – h14
Hoofdstuk 8 bewustzijn
Deelvragen
Welke theorieën over bewustzijn onderscheiden we?
Op welke manier doen we onderzoek naar ons (on)bewuste?
Hoe verloopt de normale slaapcyclus en wat gebeurt er als deze cyclus
niet goed doorlopen wordt?
Welke functies heeft onze slaap?
Welke methodes en middelen kunnen het bewustzijn veranderen?
Wat is bewustzijn verschillende visies
Structuralisten: ontrafelen van de geest d.m.v. introspectie (subjectief)
Introspectie; beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen
Behavioristen: bewustzijn is geen thema van onderzoek vanwege subjectiviteit,
kijken alleen maar naar gedrag
Cognitivisten: nadruk op cognitieve processen als waarneming, interpretatie en
geheugen
En toen…
Steeds meer nieuwe technieken (MRI/FMRI/PET/EEG scan) en behoefte aan
verklaringen van zaken die onduidelijk zijn.
Ontstaan van de cognitieve neurowetenschap
Serieel vs. parallel: kunnen we multitasken?
In de hersenen werkt serieel schakelen als een stappenplan: informatie wordt stap
voor stap verwerkt. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je iets ingewikkelds leest of een
wiskundesom oplost. Je brein gaat dan van het ene punt naar het andere in
volgorde.
Bij parallel schakelen verwerkt het brein meerdere dingen tegelijk. Denk aan het
herkennen van een gezicht: je ziet ogen, neus en mond in één keer en begrijpt
meteen wie iemand is. Je hersenen kunnen verschillende soorten informatie parallel
verwerken om snel tot een beeld of idee te komen.
,Kortom, serieel schakelen is stap voor stap, terwijl
parallel schakelen meerdere dingen tegelijkertijd doet.
2 bewuste processen kan niet tegelijk
Wat is bewustzijn?
Bewustzijn = het proces waarmee de hersenen een
mentaal model creëren van onze ervaring
• i.t.t onbewuste processen
Nauw verband met (selectieve) aandacht, leren en
het werkgeheugen
Werkgeheugen wordt vaak gezien als sleutel tot
bewustzijn
Bewustzijn onderzoeken
Beeldvormende technieken (scans) Welk gebied
is op welk moment actief MRI, fMRI, PET-scan,
CT-Scan
Metingen (tijd) bij cognitieve taken Bijv. het uitvoeren van rotaties of inzoomen
op details
Interferentietaak (Strooptest) Priming
Het onbewuste en priming
De strooptest is een psychologische test die laat
zien hoe moeilijk het is om automatisch gedrag te
onderdrukken. In deze test zie je woorden van
kleuren (zoals "rood" of "blauw"), maar ze zijn
afgedrukt in een andere kleur dan het woord zegt.
Bijvoorbeeld, het woord "rood" kan in blauwe
letters staan. Je taak is om de kleur van de letters
te noemen, niet het woord zelf. Dit is lastig omdat
je brein automatisch het woord wil lezen. De test
meet je concentratie en hoe goed je kan omgaan
met tegenstrijdige informatie.
Priming is een techniek waarbij je iemand "voorbereidt" om op een bepaalde manier
te reageren of denken door hem of haar van tevoren subtiele hints te geven.
Bijvoorbeeld: als je het woord "winter" hoort, denk je sneller aan "sneeuw" dan aan
"strand". Priming zorgt ervoor dat informatie die je net hebt gehoord of gezien invloed
heeft op hoe je daarna reageert op nieuwe informatie, zonder dat je dit bewust
doorhebt.
Metaforen van bewustzijn
Freuds ijsbergmodel
Freuds ijsbergmodel laat zien hoe de menselijke geest werkt door deze te vergelijken
met een ijsberg. Het bovenste, zichtbare deel van de ijsberg (boven water) stelt het
bewuste voor: de gedachten en gevoelens waar je direct bij kunt. Net onder het
wateroppervlak ligt het voorbewuste: herinneringen en kennis die je niet altijd
,meteen in gedachten hebt, maar die je
snel kunt oproepen. Het grootste deel van
de ijsberg ligt echter diep onder water en
stelt het onbewuste voor: hier zitten
verlangens, angsten en herinneringen die
je niet bewust kunt oproepen, maar die wel
invloed hebben op je gedrag en emoties.
Modellen van bewustzijn
Freud (van het psychodynamisch
model)
Voorbewuste: niet-bewuste feiten en
herinneringen(opslagplaats)
Lange termijngeheugen
Onbewuste: driften, motieven,
bedreigende herinneringen
Voorbewuste kun je vergelijken met het langetermijngeheugen
Biologisch model
Onbewuste mentale processen die vitale lichaamsfuncties
(ademhaling, hartslag, lichaamstemperatuur) aansturen (automatisch)
Cognitief model
Onbewuste mentale processen op de achtergrond die perceptie ‘kleuren’
Bestaande kennisstructuren (schema’s)
Het slimme onbewuste
Ap Dijksterhuis (Onderzoek Radboud universiteit Nijmegen) E-book geschreven
‘Het slimme onbewuste’
Veel onderzoek naar priming en sturing gedrag door onbewuste
Nemen van (economische) beslissingen
VB: Onderzoek langzamer lopen bij “ouder zijn”
VB: Beter presteren bij “professor zijn”
Waarom bewustzijn bij mensen?
Veel primitiever bij veel andere organismen
3 doelen – bewustzijn kenmerken:
Restrictie: helpt ons focussen van de aandacht
Combinatie: helpt ons verbanden leggen tussen percepties
Perceptie = cognitieve kant, is het geven van betekenis
Manipulatie: mentaal model van de wereld creëren (denken)
, Bewustzijnstoestanden
Coma
Is een toestand waarin
iemand diep bewusteloos is
en niet kan reageren op zijn
omgeving. De persoon kan
niet wakker worden, ziet,
hoort, of voelt niet bewust wat
er om hem heen gebeurt. Dit
kan komen door een ongeluk,
ziekte of andere oorzaken die
de hersenen beschadigen. In
coma zijn betekent dat de
hersenen heel weinig actief
zijn, waardoor normaal
contact met de buitenwereld
niet mogelijk is.
Vegetatieve toestand
Is een toestand waarin iemand wakker lijkt (de ogen kunnen open zijn en er zijn
slaap- en waakcycli), maar niet echt bewust is. Iemand in deze toestand reageert
niet bewust op de omgeving, kan niet communiceren of betekenisvolle
bewegingen maken. De basisfuncties, zoals ademhalen en bloedsomloop,
werken wel, maar er is geen teken van bewust denken of waarnemen.
Minimaal bewustzijn
Is een toestand waarin iemand beperkt contact heeft met de omgeving. De
persoon reageert soms op prikkels, bijvoorbeeld door een hand vast te pakken of
naar geluid te kijken, maar deze reacties zijn onregelmatig en wisselend. In deze
toestand is er dus enige vorm van bewustzijn, maar de persoon is niet volledig
wakker of alert.
Locked-In-Syndroom
Is een zeldzame aandoening waarbij iemand helemaal verlamd is en niet kan
bewegen of praten, maar wel volledig bij bewustzijn is. Mensen met dit syndroom
kunnen vaak alleen hun ogen bewegen of knipperen en gebruiken dit soms om te
communiceren. Hun hersenen werken normaal, maar hun lichaam kan niet
reageren.
Belangrijke rol neuro-imaging
Neuro-imaging (hersenbeeldvorming) speelt een belangrijke rol bij
bewustzijnstoestanden omdat het artsen helpt te zien hoe actief de hersenen zijn
en welke gebieden nog werken. Met technieken zoals MRI of PET-scans kunnen
artsen bepalen of er delen van de hersenen zijn die nog reageren, ook als iemand
bijvoorbeeld in een vegetatieve toestand of een coma ligt. Dit kan helpen om
onderscheid te maken tussen verschillende bewustzijnstoestanden en kan soms
zelfs communicatie mogelijk maken bij mensen die niet op andere manieren
kunnen reageren, zoals bij het Locked-In Syndroom.
Dagritme en dagdromen
Dagdromen: minder bewust zijn van omgeving (ca. 30% van de tijd)
Hersenen zijn ingesteld op activiteit
psychologie h8 – h14
Hoofdstuk 8 bewustzijn
Deelvragen
Welke theorieën over bewustzijn onderscheiden we?
Op welke manier doen we onderzoek naar ons (on)bewuste?
Hoe verloopt de normale slaapcyclus en wat gebeurt er als deze cyclus
niet goed doorlopen wordt?
Welke functies heeft onze slaap?
Welke methodes en middelen kunnen het bewustzijn veranderen?
Wat is bewustzijn verschillende visies
Structuralisten: ontrafelen van de geest d.m.v. introspectie (subjectief)
Introspectie; beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen
Behavioristen: bewustzijn is geen thema van onderzoek vanwege subjectiviteit,
kijken alleen maar naar gedrag
Cognitivisten: nadruk op cognitieve processen als waarneming, interpretatie en
geheugen
En toen…
Steeds meer nieuwe technieken (MRI/FMRI/PET/EEG scan) en behoefte aan
verklaringen van zaken die onduidelijk zijn.
Ontstaan van de cognitieve neurowetenschap
Serieel vs. parallel: kunnen we multitasken?
In de hersenen werkt serieel schakelen als een stappenplan: informatie wordt stap
voor stap verwerkt. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je iets ingewikkelds leest of een
wiskundesom oplost. Je brein gaat dan van het ene punt naar het andere in
volgorde.
Bij parallel schakelen verwerkt het brein meerdere dingen tegelijk. Denk aan het
herkennen van een gezicht: je ziet ogen, neus en mond in één keer en begrijpt
meteen wie iemand is. Je hersenen kunnen verschillende soorten informatie parallel
verwerken om snel tot een beeld of idee te komen.
,Kortom, serieel schakelen is stap voor stap, terwijl
parallel schakelen meerdere dingen tegelijkertijd doet.
2 bewuste processen kan niet tegelijk
Wat is bewustzijn?
Bewustzijn = het proces waarmee de hersenen een
mentaal model creëren van onze ervaring
• i.t.t onbewuste processen
Nauw verband met (selectieve) aandacht, leren en
het werkgeheugen
Werkgeheugen wordt vaak gezien als sleutel tot
bewustzijn
Bewustzijn onderzoeken
Beeldvormende technieken (scans) Welk gebied
is op welk moment actief MRI, fMRI, PET-scan,
CT-Scan
Metingen (tijd) bij cognitieve taken Bijv. het uitvoeren van rotaties of inzoomen
op details
Interferentietaak (Strooptest) Priming
Het onbewuste en priming
De strooptest is een psychologische test die laat
zien hoe moeilijk het is om automatisch gedrag te
onderdrukken. In deze test zie je woorden van
kleuren (zoals "rood" of "blauw"), maar ze zijn
afgedrukt in een andere kleur dan het woord zegt.
Bijvoorbeeld, het woord "rood" kan in blauwe
letters staan. Je taak is om de kleur van de letters
te noemen, niet het woord zelf. Dit is lastig omdat
je brein automatisch het woord wil lezen. De test
meet je concentratie en hoe goed je kan omgaan
met tegenstrijdige informatie.
Priming is een techniek waarbij je iemand "voorbereidt" om op een bepaalde manier
te reageren of denken door hem of haar van tevoren subtiele hints te geven.
Bijvoorbeeld: als je het woord "winter" hoort, denk je sneller aan "sneeuw" dan aan
"strand". Priming zorgt ervoor dat informatie die je net hebt gehoord of gezien invloed
heeft op hoe je daarna reageert op nieuwe informatie, zonder dat je dit bewust
doorhebt.
Metaforen van bewustzijn
Freuds ijsbergmodel
Freuds ijsbergmodel laat zien hoe de menselijke geest werkt door deze te vergelijken
met een ijsberg. Het bovenste, zichtbare deel van de ijsberg (boven water) stelt het
bewuste voor: de gedachten en gevoelens waar je direct bij kunt. Net onder het
wateroppervlak ligt het voorbewuste: herinneringen en kennis die je niet altijd
,meteen in gedachten hebt, maar die je
snel kunt oproepen. Het grootste deel van
de ijsberg ligt echter diep onder water en
stelt het onbewuste voor: hier zitten
verlangens, angsten en herinneringen die
je niet bewust kunt oproepen, maar die wel
invloed hebben op je gedrag en emoties.
Modellen van bewustzijn
Freud (van het psychodynamisch
model)
Voorbewuste: niet-bewuste feiten en
herinneringen(opslagplaats)
Lange termijngeheugen
Onbewuste: driften, motieven,
bedreigende herinneringen
Voorbewuste kun je vergelijken met het langetermijngeheugen
Biologisch model
Onbewuste mentale processen die vitale lichaamsfuncties
(ademhaling, hartslag, lichaamstemperatuur) aansturen (automatisch)
Cognitief model
Onbewuste mentale processen op de achtergrond die perceptie ‘kleuren’
Bestaande kennisstructuren (schema’s)
Het slimme onbewuste
Ap Dijksterhuis (Onderzoek Radboud universiteit Nijmegen) E-book geschreven
‘Het slimme onbewuste’
Veel onderzoek naar priming en sturing gedrag door onbewuste
Nemen van (economische) beslissingen
VB: Onderzoek langzamer lopen bij “ouder zijn”
VB: Beter presteren bij “professor zijn”
Waarom bewustzijn bij mensen?
Veel primitiever bij veel andere organismen
3 doelen – bewustzijn kenmerken:
Restrictie: helpt ons focussen van de aandacht
Combinatie: helpt ons verbanden leggen tussen percepties
Perceptie = cognitieve kant, is het geven van betekenis
Manipulatie: mentaal model van de wereld creëren (denken)
, Bewustzijnstoestanden
Coma
Is een toestand waarin
iemand diep bewusteloos is
en niet kan reageren op zijn
omgeving. De persoon kan
niet wakker worden, ziet,
hoort, of voelt niet bewust wat
er om hem heen gebeurt. Dit
kan komen door een ongeluk,
ziekte of andere oorzaken die
de hersenen beschadigen. In
coma zijn betekent dat de
hersenen heel weinig actief
zijn, waardoor normaal
contact met de buitenwereld
niet mogelijk is.
Vegetatieve toestand
Is een toestand waarin iemand wakker lijkt (de ogen kunnen open zijn en er zijn
slaap- en waakcycli), maar niet echt bewust is. Iemand in deze toestand reageert
niet bewust op de omgeving, kan niet communiceren of betekenisvolle
bewegingen maken. De basisfuncties, zoals ademhalen en bloedsomloop,
werken wel, maar er is geen teken van bewust denken of waarnemen.
Minimaal bewustzijn
Is een toestand waarin iemand beperkt contact heeft met de omgeving. De
persoon reageert soms op prikkels, bijvoorbeeld door een hand vast te pakken of
naar geluid te kijken, maar deze reacties zijn onregelmatig en wisselend. In deze
toestand is er dus enige vorm van bewustzijn, maar de persoon is niet volledig
wakker of alert.
Locked-In-Syndroom
Is een zeldzame aandoening waarbij iemand helemaal verlamd is en niet kan
bewegen of praten, maar wel volledig bij bewustzijn is. Mensen met dit syndroom
kunnen vaak alleen hun ogen bewegen of knipperen en gebruiken dit soms om te
communiceren. Hun hersenen werken normaal, maar hun lichaam kan niet
reageren.
Belangrijke rol neuro-imaging
Neuro-imaging (hersenbeeldvorming) speelt een belangrijke rol bij
bewustzijnstoestanden omdat het artsen helpt te zien hoe actief de hersenen zijn
en welke gebieden nog werken. Met technieken zoals MRI of PET-scans kunnen
artsen bepalen of er delen van de hersenen zijn die nog reageren, ook als iemand
bijvoorbeeld in een vegetatieve toestand of een coma ligt. Dit kan helpen om
onderscheid te maken tussen verschillende bewustzijnstoestanden en kan soms
zelfs communicatie mogelijk maken bij mensen die niet op andere manieren
kunnen reageren, zoals bij het Locked-In Syndroom.
Dagritme en dagdromen
Dagdromen: minder bewust zijn van omgeving (ca. 30% van de tijd)
Hersenen zijn ingesteld op activiteit