samenvatting
Deel 1 Algemene inleiding
Hoofdstuk 1 De 4 rechtsdomeinen
Burgerlijk recht is een algemeen recht en heeft een algemene draagwijdte.
Economisch recht is een afwijkend en bijzonder recht en geldt enkel voor ondernemingen.
Natuurlijke en rechtspersonen kunnen een onderneming uitoefenen. economisch recht ijkt a van
het burgerlijk recht.
In het ondernemingsrecht kan er bewezen worden met getuigen en vermoedens soepelere
bewijsregeling.
Wanneer zoel burgerlijkrecht als ondernemingsrecht van toepassing zijn voor dezelfde materie, heeft
de regeling van ondernemingsrecht voorrang.
Hoofdstuk 2 Rechtsbronnen
4 klassieke rechtsbronnen:
1. De wetgeving
2. De rechtspraak
3. De gewoonte
4. De rechtsleer
1 Wetgeving
1.1 Nationale wetgeving
Tot de nationale wetgeving behoren de federale wetten, in hoofdzaak het Wetboek van Economisch
Recht (WER).
WEB bestaat uit meerdere boeken:
1 Boek met definities
1 boek met algemene principes
1 boek over controle en sancties
Belangrijke bepalingen die voorkomen in het WEB aangaande de bewijsregels, nietigheid, geldigheid,
rechtshandelingen en overeenkomsten, regels inzake burgerlijke aansprakelijkheid…
Los van de wetten kunnen ook Koninklijke Besluiten (KB) opgenomen worden. => besluiten van de
koning. Zijn nodig voor de uitvoering van bepaalde wetten.
Pagina 1 van 53
,1.2 Het internationaal recht
1.2.1 Rechtsregels door supranationale politieke instellingen
Supranationale politieke instellingen: zijn organisaties die boven de staat staan. Deze maken
afspraken en regels waaraan de landen die lid zijn zich moeten houden.
Door verdrag van Maastricht in 1992, 3 Europese gemeenschappen:
1. Europese gemeenschap voor Kolen
2. Europese gemeenschap voor Atoomenergie
3. Overkoepelende Europese Unie
Op grond van het EU-verdrag in 209 orden de doelstelling van de EU verwezenlijkt door 5
instellingen:
1. Europees parlement
2. De raad
3. De Europese Commissie
4. Hof van Justitie
Het Europees Parlement en de Europese Raad zijn de wetgevende organen van de EU.
Richtlijnen bevatten een aantal rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten verplicht
moeten orden opgenomen en verwerkt in eigen wetgeving; de nationale overheden moeten door de
richtlijnen beoogde resultaat bereiken.
Harministirichtlijnen: orden uitgevaardigd om de inhoudelijke verschillen tussen de
wetgevingen van lidstaten geleidelijk weg te werken.
Verordeningen bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van toepassing
is in alle lidstaten.
Besluiten bevatte, bijzondere besluiten die enkel op de uitzonderlijke aangeduide bestemmeling van
toepassing zijn.
2 Rechtspraak
De rechtspraak is het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges. Bij
economisch recht zijn vooral de uitspraken van de ondernemingsrechtbank belangrijk.
3 Gewoonte
Gewoonlijke regels zijn gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die als algemeen
verbindend worden aanvaard.
4 Rechtsleer
Rechtsleer is het geheel van studies geschreven door de rechtsgeleerden.
Pagina 2 van 53
,Hoofdstuk 3 De ondernemingsrechtbank
Regels ove werking, organisatie en bevoegdheden gerechtelijk wetboek
1 Samenstelling
In België zijn er 9 ondernemingsrechtbanken, de elk nog lokale afdelingen hebben. De afdelingen van
een ondernemingsrechtbank hebben meerdere kamers, afhankelijk van de grootte van de adeling.
Elke kamer bestaat uit een:
Voorzitter
2 Lekenrechters = rechters in ondernemingszaken
mensen uit het bedrijfsleven hebben geen juridische opleiding en worden benoemd door
de Koning)
Griffier
2 Bevoegdheden
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor alle geschillen tussen ondernemingen.
Ook kan een niet-onderneming een vordering tegen een onderneming instellen bij de
ondernemingsrechtbank. Een onderneming die een vordering wilt instellen bij een niet-onderneming
moet naar de vrederechter of de rechtbank eerste aanleg.
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor specifieke geschillen:
Geschillen tussen vennoten
Geschillen mbt wisselbrieven
Geschillen die ontstaan uit faillissementen
Let op! Geschillen tussen ondernemingen mbt huur zijn niet voor de ondernemingsrechtbank
exclusieve bevoegdheid voor de vrederechter als het op huurgeschillen gaat.
Pagina 3 van 53
, Deel 2 ondernemingsrecht
Hoofdstuk 1 bewijs in ondernemingszaken
1 Algemene rechtsregels
Uitgangspunt inzake het bewijs wie beweert een ander in recht te kunnen aanspreken, moet de
rechtshandeling of feiten bewijzen die daaraan gekoppeld zijn. De tegenpartij die beweert geen
schuld te hebben moet ook de rechtshandelingen of feiten bewijzen die de bewering ondersteunen.
Wat verstaat men onder geschrift in art.8.1.1 nieuw BW?
Een geschrift is een geheel van alfabetische tekens of van enige verstaanbare tekens
aangebracht op een drager die de mogelijkheid biedt toegang ertoe te hebben gedurende
een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen en waarbij de
integriteit ervan wordt beschermd, welke ook de drager en de transmissiemogelijkheden
zijn.
In het burgerlijk recht gelden 2 vuistregels:
1. Verbintenissen uit overeenkomsten kunnen; alleen bewezen worden met schriftelijke
bewijzen.
2. Materiële feiten; kunnen worden bewezen met getuigen en vermoedens.
In het ondernemingsrecht kan bewijsvoering soepele en vrijer verlopen het bewijs tussen of tegen
ondernemingen kan worden geleverd met alle middelen van recht.
Een onderneming die iets wil bewijzen tegen een niet-onderneming kan zich hierop niet beroepen.
moeten strikte bewijsregels van burgerlijk recht naleven.
Een niet-onderneming die tegen een onderneming wenst te bewijzen kan daarentegen wel alle
middelen van recht gebruiken.
2 Bijzondere bewijsmiddelen
2.1 De boekhouding
2.1.1 Algemeen
Elke onderneming moet een boekhouding voeren die past bij de aard en de omvang van het bedrijf.
Art. 3.83 al hun verrichtingen, bezittingen en rechten van welke aard dan ook, en hun vorderingen,
schulden en verplichtingen van welk aard dan ook.
Boekhouding binnen het bedrijf is belangrijk:
De boekhouding bevat tal van bedrijfsgeheimen en verdient een vertrouwelijk karakter.
Elke onderneming stelt zelf haar boekhouding eenzijdig op
2.1.2 Bewijskracht van de boekhouding
Zowel een regelmatig als onregelmatig gevoerde boekhouding dienen als bewijskracht tussen
ondernemingen of tegen ondernemingen. De rechter beslist of hij de boekhouding als bewijs
aanvaardt.
Pagina 4 van 53