DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
3 Belangrijke pijlers:
- Kennis
- Vaardigheden
- Reflectie
HOOFDSTUK 1: WAT IS EFFICIENTE COMMUNICATIE?
1. Inleiding
Communicare = ‘meedelen, omgang hebben met’ (Latijn)
2. Het communicatiemodel
Zender Van wie?
Ontvanger Voor wie?
Boodschap Wat?
Code De taal/vorm
Register Het gebruik van formeel of informeel taalgebruik in bepaalde omstandigheden
Medium Transportkanaal – Via wat?
- Papier
- Spraakorganen
- Lichaamsdelen
- Internet
1. Synchrone communicatie feedback kan direct (zoals telefoon)
2. Asynchrone communicatie feedback zal later gegeven worden
(email)
Bedoeling Waarom?
- Informeren
- Overtuigen
- Aansporen
- Diverteren (=amuseren)
Referentiekader De context =Het geheel van cultuur, opvoeding, opleiding en voorkennis van
betrokkenen
1
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
Feedback Reactie van de ontvanger
Ruis/storing Interfererende elementen die zorgen dat boodschap niet overkomt zoals
bedoelt
1. Interne ruis = oorzaken binnen het CP
Zender is de oorzaak; geen stem, onleesbaar handschrift
Ontvanger is de oorzaak; luistert niet, begrijpt de taal niet
2. Externe ruis = oorzaken buiten het CP
Alle soorten lawaai
3. Vier functies/aspecten van communicatie
3.1 Appellerende functie
Appel = doel
Via doelanalyse:
- Wat is de aanleiding? WAAROM?
- Wat is het onderwerp? OVER WAT?
- Wat is het doel? In 1 woord omschrijven wat de ontvanger moet horen, denken, voelen,
weten of doen
- Hoe verwoord ik mijn doel?
- Hoe bereik ik mijn doel?
3.2 Zakelijke functie
Welke informatie moet de ontvanger krijgen?
3.3 Relationele functie
Relatie tussen zenden en ontvanger(s)
- Formeel
- Informeel
3.4 Expressieve functie
Stijl en toon uitingsvorm:
- Gebruik je of u
- Vakjargon
- Is veranderlijk
4. Soorten communicatie
4.1 Extern of intern
Extern:
= communicatie tussen bedrijven
- Prijsaanvragen
- Offertes
- Bestellingen
Intern:
= communicatie binnen het bedrijf
- Personeelsvergadering
- Rapporten
Mengvorm: combinatie van intern en extern
2
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
4.2 Vorm van de boodschap
Mondeling of schriftelijk afhankelijk van:
- Beschikbare tijd
- Toegankelijkheid van de boodschap
- Tijdstip waarop de boodschap moet ontvangen worden
- Controleerbaarheid van de boodschap achteraf
- Wenselijk van reactie
- Communicatieve vaardigheden van de ontvanger
Verbale communicatie:
= communicatie die gebruik maakt van woorden.
- Verbum = woord = woordelijk, gebruik maken van woorden
- Mondeling of schriftelijk/ direct of indirect
Non-verbale communicatie:
= de verzamelnaam voor alle manieren waarop mensen communiceren zonder gebruik te maken van
woorden.
- Hoofd/handbewegingen
- Lichaamshouding
- Lachen
- Intonatie
- Luidheid
- OOK STILTES
Paraverbale communicatie:
= keuze van lettertype, de bladschikking en andere typografische elementen
Bewegingen:
- Extravert: gebeuren van het lichaam weg en tonen dat je je openstelt en zelfzeker bent
- Introvert: naar binnen gericht en laten zien dat je je onzeker en kwetsbaar voelt
3
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
4.3 Standpunt van de ontvanger
Intrapersoonlijk communicatie:
= zender en ontvanger zijn dezelfde persoon
Interpersoonlijke communicatie:
= de zender kent doorgaans de ontvanger en verwacht terugkoppeling. Zakelijke communicatie!
Massacommunicatie:
= zender brengt een boodschap naar een heel groot aantal ontvangers die hij niet persoonlijk kent.
Terugkoppeling is niet mogelijk.
4.4 Andere vormen of soorten van communicatie
Formeel:
= zakelijk
Informeel:
= vrijblijvend
Intentionele communicatie:
= bewust vb: gesprek aangaan
Non-intentionele communicatie:
= onbewust. Vb: gapen of blozen
Synchrone:
= communicatie gebeurt op hetzelfde moment tussen deelnemers
Asynchrone:
= communicatie met tijdsvertraging
Rijke media:
= meer signalen aanwezig die informatie geven over de zender. Vb: video
Arme media:
= media die alleen verbale informatie bevatten. Vb: brief
Visueel: krant
Auditief: radio
Audiovisueel: Youtube
5. Van zendergericht naar ontvangergericht
Een moderne zakenbrief moet aan volgende eisen voldoen:
- Ontvangergericht
- Servicegericht
-
- Getuigt van persoonlijke aanpak
- Getuigt van positieve aanpak
5.1 Ontvangergerichte aanpak
Verplaats je in de lezer:
- Doet dit door te kiezen voor de U-vorm ipv de wij-of ik-vorm
4
Vercaigne Jaimy
3 Belangrijke pijlers:
- Kennis
- Vaardigheden
- Reflectie
HOOFDSTUK 1: WAT IS EFFICIENTE COMMUNICATIE?
1. Inleiding
Communicare = ‘meedelen, omgang hebben met’ (Latijn)
2. Het communicatiemodel
Zender Van wie?
Ontvanger Voor wie?
Boodschap Wat?
Code De taal/vorm
Register Het gebruik van formeel of informeel taalgebruik in bepaalde omstandigheden
Medium Transportkanaal – Via wat?
- Papier
- Spraakorganen
- Lichaamsdelen
- Internet
1. Synchrone communicatie feedback kan direct (zoals telefoon)
2. Asynchrone communicatie feedback zal later gegeven worden
(email)
Bedoeling Waarom?
- Informeren
- Overtuigen
- Aansporen
- Diverteren (=amuseren)
Referentiekader De context =Het geheel van cultuur, opvoeding, opleiding en voorkennis van
betrokkenen
1
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
Feedback Reactie van de ontvanger
Ruis/storing Interfererende elementen die zorgen dat boodschap niet overkomt zoals
bedoelt
1. Interne ruis = oorzaken binnen het CP
Zender is de oorzaak; geen stem, onleesbaar handschrift
Ontvanger is de oorzaak; luistert niet, begrijpt de taal niet
2. Externe ruis = oorzaken buiten het CP
Alle soorten lawaai
3. Vier functies/aspecten van communicatie
3.1 Appellerende functie
Appel = doel
Via doelanalyse:
- Wat is de aanleiding? WAAROM?
- Wat is het onderwerp? OVER WAT?
- Wat is het doel? In 1 woord omschrijven wat de ontvanger moet horen, denken, voelen,
weten of doen
- Hoe verwoord ik mijn doel?
- Hoe bereik ik mijn doel?
3.2 Zakelijke functie
Welke informatie moet de ontvanger krijgen?
3.3 Relationele functie
Relatie tussen zenden en ontvanger(s)
- Formeel
- Informeel
3.4 Expressieve functie
Stijl en toon uitingsvorm:
- Gebruik je of u
- Vakjargon
- Is veranderlijk
4. Soorten communicatie
4.1 Extern of intern
Extern:
= communicatie tussen bedrijven
- Prijsaanvragen
- Offertes
- Bestellingen
Intern:
= communicatie binnen het bedrijf
- Personeelsvergadering
- Rapporten
Mengvorm: combinatie van intern en extern
2
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
4.2 Vorm van de boodschap
Mondeling of schriftelijk afhankelijk van:
- Beschikbare tijd
- Toegankelijkheid van de boodschap
- Tijdstip waarop de boodschap moet ontvangen worden
- Controleerbaarheid van de boodschap achteraf
- Wenselijk van reactie
- Communicatieve vaardigheden van de ontvanger
Verbale communicatie:
= communicatie die gebruik maakt van woorden.
- Verbum = woord = woordelijk, gebruik maken van woorden
- Mondeling of schriftelijk/ direct of indirect
Non-verbale communicatie:
= de verzamelnaam voor alle manieren waarop mensen communiceren zonder gebruik te maken van
woorden.
- Hoofd/handbewegingen
- Lichaamshouding
- Lachen
- Intonatie
- Luidheid
- OOK STILTES
Paraverbale communicatie:
= keuze van lettertype, de bladschikking en andere typografische elementen
Bewegingen:
- Extravert: gebeuren van het lichaam weg en tonen dat je je openstelt en zelfzeker bent
- Introvert: naar binnen gericht en laten zien dat je je onzeker en kwetsbaar voelt
3
Vercaigne Jaimy
, DEEL 1: PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
4.3 Standpunt van de ontvanger
Intrapersoonlijk communicatie:
= zender en ontvanger zijn dezelfde persoon
Interpersoonlijke communicatie:
= de zender kent doorgaans de ontvanger en verwacht terugkoppeling. Zakelijke communicatie!
Massacommunicatie:
= zender brengt een boodschap naar een heel groot aantal ontvangers die hij niet persoonlijk kent.
Terugkoppeling is niet mogelijk.
4.4 Andere vormen of soorten van communicatie
Formeel:
= zakelijk
Informeel:
= vrijblijvend
Intentionele communicatie:
= bewust vb: gesprek aangaan
Non-intentionele communicatie:
= onbewust. Vb: gapen of blozen
Synchrone:
= communicatie gebeurt op hetzelfde moment tussen deelnemers
Asynchrone:
= communicatie met tijdsvertraging
Rijke media:
= meer signalen aanwezig die informatie geven over de zender. Vb: video
Arme media:
= media die alleen verbale informatie bevatten. Vb: brief
Visueel: krant
Auditief: radio
Audiovisueel: Youtube
5. Van zendergericht naar ontvangergericht
Een moderne zakenbrief moet aan volgende eisen voldoen:
- Ontvangergericht
- Servicegericht
-
- Getuigt van persoonlijke aanpak
- Getuigt van positieve aanpak
5.1 Ontvangergerichte aanpak
Verplaats je in de lezer:
- Doet dit door te kiezen voor de U-vorm ipv de wij-of ik-vorm
4
Vercaigne Jaimy