BIOLOGIE VAN DIEREN
Deeltoets 2
Inhoud
Hoorcolleges 11 – 15
Werkcolleges
E-learning modules/Xertes 4 – 7
Leerdoelen deeltoets 2 – uitgewerkt
Begrippenlijsten H41, H43, H45 en H46
Aanvullende informatie schildklier
Vliet, L. van (Lenore)
,Biologie van dieren college #11 Hormonale Signaal transductie:
regulatie 1. Membraan geassocieerde receptoren
Hormonale regulatie = communicatie tussen cellen
Ontdekking van hormonen
Ontdekking van hormonen door experimenten aan
kippen, als testes verwijderd werden ontwikkelde een
mannelijke kip als een vrouw.
Rond 1950 was er een redelijk compleet beeld van de
endocriene systemen in ons lichaam.
Cel-cel communicatie
Intercellulaire communicatie kan door middel van
verschillende systemen plaatsvinden: 2. Intracellulaire receptoren
1. Directe communicatie door gap junctions
2. Via de synaptische spleet door synapsen
3. Via interstitiele vloeistof door paracriene
signalering
4. Via intercellulaire en extracellulaire transport
door autocriene signalering
5. Via het bloed door endocriene signalering
6. Via de synaptische spleet en bloed door neuro-
endocriene signalering
Hormoon = een signalerende stof die door klieren
geproduceerd word zonder een afgifte buis en dus door
het bloed of de interstitiele vloeistof worden vervoert
worden
-> groei, ontwikkeling, reproductie, homeostase en
metabolisme Regulatie door middel van homeostase naar aanleiding
van de feedback in ons lichaam:
Chemische klassen:
o Water oplosbaar -> peptiden en catecholamines
o Vet oplosbaar -> steroiden en bioaminen (T3 en T4)
Het endocriene systeem (positieve feedback uit het
boek)
Goede hormoonfunctionering vereist:
o Hormonen
o Receptoren -> in het plasmamembraan en
Short loop feedback -> hormonale regulatie van calcium
intracellulaire receptoren homeostase:
o Signaal transductie routes
De hormoon activiteit is afhankelijk van het type
receptoren dat er aanwezig is.
-> worden vaak afgegeven in pulsen
De hypothalamus heeft een hypofyse as waar door de
neurohypofyse ADH en oxytocine afgeven.
Adenohypofyse geeft GH (=LH en FSH), PRL, TSH, ACTH,
MSH en End af
,Schildklier Stress signaal:
Schildklier is te herkennen als een opening, de opening
met de kraakbeenringen is de luchtpijp.
Effecten van epinefrine en norepine:
o Glycogeen word afgebroken naar glucose waardoor
het bloedsuikerspiegel omhoog gaat
o Verhoogde bloeddruk
o Verhoogde ademhaling
o Verhoogde spijsvertering
o Verandering in bloedstroom, leid tot een alerte
staat en minder spijsvertering, excretie en
reproductie
1. Synthese van thyroglobuline en de afgifte in de Effecten van mineralocorticoiden:
blaasjes van de colloïd. o Behoud van natriumionen en water in de nieren
2. Opname van jodium uit het bloed de follikel in o Verhoogd bloedsvolume en bloeddruk
naast de geactiveerde colloïd
3. Links jodinatie van tyrosine moleculen naar Effecten van glucocortoiden:
thyroglobuline o Eiwitten en vetten worden afgebroken en omgezet
4. CIT en MIT linken aan elkaar om T3 en T4 te tot glucose wat leid tot een hoger
vormen bloedsuikerspiegel
5. Endocytose van de thyroglobuline de follikels in o Gedeeltelijke onderdrukking van het
6. Proteolyse thyroglobuline waarbij T3 en T4 immuunsysteem
worden afgekoppeld
7. Afgifte van 15% T3 en 85% T4 in de bloedbaan Dit kan leiden tot Cushings syndroom:
Regulatie van schildklierhormoon synthese en secretie. o Selectieve accumulatie van abdominaal vet
o Verlies van spierweefsel
Wat als er problemen zijn met deze hormonen: o Dunne huid en rekstrepen
o Exophtalmia -> uitpuilende ogen = teveel Veroorzaakt door:
o Cretinisme = tekort aan schildklierhormonen bij o Tumor in de hypofyse die te veel ACTH produceert
kinderen o Adrenale adenomen
o Goiter -> kwab onder de kin = tekort aan o Lange-termijn gebruik van prednison
schildklierhormonen bij volwassenen Of kan leiden tot addinson’s disease:
o Niet specifieke klachten: gewichtsverlies,
Bijnier misselijkheid, buikpijn, verminderde eetlust,
Essentiëel in de snelle stress responsen -> ligt op de nier vermoeidheid, lage bloeddruk en bruine huid
Veroorzaakt door:
Van oorsprong gevormd van mesoderm = cortex en o Auto-immuun ziektes te maken met de adrenale
ectoderm = medulla cortex = hypocortisolisme
-> bijzonder dat dit van ectoderm komt want die cellen o Infecties
zijn bedoeld voor de vorming van het ruggenmerg en de o Hemorrage
hersenen. o Hypofyse maakt niet genoeg ACTH
, Biologie van dieren college #12 en #13
Ademhaling en gasuitwisseling
Respiratoir medium
Kenmerken van gasuitwisselingsoppervlakten:
o Eigenschappen
o Vocht
o Groot Bij de meeste insecten zijn geen longen in het lichaam,
o Dun -> enkellaags squameus epitheel deze transporteren lucht direct door tracheale buizen
o Concentratiegradient -> verschil in druk is direct naar de weefsels. Afhankelijk van de staat waarin
de voornamelijkste drijfveer ze zich bevinden kan deze ademhaling op verschillende
Is een circulerend systeem altijd noodzakelijk? manieren plaatsvinden, dit ziet er als volgt uit:
o Afhankelijk van de grootte van het organisme
(platwormen hebben het niet)
o Afhankelijk van het type respiratoire systemen (niet
bij insecten)
Verschillen in druk in de lucht kan berekend worden
o Mantelholte -> slakken
door middel van Dalton’s law:
o Boeklongen -> spinnen
𝑃𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙 = 𝑃𝑁2 + 𝑃𝑂2 + 𝑃𝐶𝑂2 + 𝑃𝐻2 𝑂
De totale druk is gelijk aan de som van de individuele
gasdrukken.
Concentratie zuurfstof = 21%
Concentratie stikstof = 79%
Concentratie koolstofdioxide = 0,03%
Hierbij is de totale druk altijd 760mm Hg -> bij de
ingeademde lucht altijd 760-47 mm Hg!
o Kieuwen
Als we het hebben over de concentratie gassen die zich
in water bevinden kan dat uitgerekend worden door
middel van de volgende formule:
𝑐𝑜𝑛𝑐𝑒𝑛𝑡𝑟𝑎𝑡𝑖𝑒 = 𝑑𝑟𝑢𝑘 ∗ 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔𝑠𝑐𝑜𝑒𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖𝑒𝑛𝑡(𝛼)
Alfa = aantal ml gas in een 100ml oplossing met een
druk van 1 Atm:
Zuurstof 2,4
Koolstofdioxide 57,0 o Papullen -> echinodermaten
Koolstofmonoxide 1,8
Stikstof 1,2
Helium 0,8
Het zuurstof in ons lichaam word getransporteerd door
te binden aan de hemoglobine.
o Parapodia
Respiratoire systemen
o Ademhaling in water -> vissen
Dit werkt door middel van het tegenstroomprincipe
o Ademhaling door trachea -> insecten
Deeltoets 2
Inhoud
Hoorcolleges 11 – 15
Werkcolleges
E-learning modules/Xertes 4 – 7
Leerdoelen deeltoets 2 – uitgewerkt
Begrippenlijsten H41, H43, H45 en H46
Aanvullende informatie schildklier
Vliet, L. van (Lenore)
,Biologie van dieren college #11 Hormonale Signaal transductie:
regulatie 1. Membraan geassocieerde receptoren
Hormonale regulatie = communicatie tussen cellen
Ontdekking van hormonen
Ontdekking van hormonen door experimenten aan
kippen, als testes verwijderd werden ontwikkelde een
mannelijke kip als een vrouw.
Rond 1950 was er een redelijk compleet beeld van de
endocriene systemen in ons lichaam.
Cel-cel communicatie
Intercellulaire communicatie kan door middel van
verschillende systemen plaatsvinden: 2. Intracellulaire receptoren
1. Directe communicatie door gap junctions
2. Via de synaptische spleet door synapsen
3. Via interstitiele vloeistof door paracriene
signalering
4. Via intercellulaire en extracellulaire transport
door autocriene signalering
5. Via het bloed door endocriene signalering
6. Via de synaptische spleet en bloed door neuro-
endocriene signalering
Hormoon = een signalerende stof die door klieren
geproduceerd word zonder een afgifte buis en dus door
het bloed of de interstitiele vloeistof worden vervoert
worden
-> groei, ontwikkeling, reproductie, homeostase en
metabolisme Regulatie door middel van homeostase naar aanleiding
van de feedback in ons lichaam:
Chemische klassen:
o Water oplosbaar -> peptiden en catecholamines
o Vet oplosbaar -> steroiden en bioaminen (T3 en T4)
Het endocriene systeem (positieve feedback uit het
boek)
Goede hormoonfunctionering vereist:
o Hormonen
o Receptoren -> in het plasmamembraan en
Short loop feedback -> hormonale regulatie van calcium
intracellulaire receptoren homeostase:
o Signaal transductie routes
De hormoon activiteit is afhankelijk van het type
receptoren dat er aanwezig is.
-> worden vaak afgegeven in pulsen
De hypothalamus heeft een hypofyse as waar door de
neurohypofyse ADH en oxytocine afgeven.
Adenohypofyse geeft GH (=LH en FSH), PRL, TSH, ACTH,
MSH en End af
,Schildklier Stress signaal:
Schildklier is te herkennen als een opening, de opening
met de kraakbeenringen is de luchtpijp.
Effecten van epinefrine en norepine:
o Glycogeen word afgebroken naar glucose waardoor
het bloedsuikerspiegel omhoog gaat
o Verhoogde bloeddruk
o Verhoogde ademhaling
o Verhoogde spijsvertering
o Verandering in bloedstroom, leid tot een alerte
staat en minder spijsvertering, excretie en
reproductie
1. Synthese van thyroglobuline en de afgifte in de Effecten van mineralocorticoiden:
blaasjes van de colloïd. o Behoud van natriumionen en water in de nieren
2. Opname van jodium uit het bloed de follikel in o Verhoogd bloedsvolume en bloeddruk
naast de geactiveerde colloïd
3. Links jodinatie van tyrosine moleculen naar Effecten van glucocortoiden:
thyroglobuline o Eiwitten en vetten worden afgebroken en omgezet
4. CIT en MIT linken aan elkaar om T3 en T4 te tot glucose wat leid tot een hoger
vormen bloedsuikerspiegel
5. Endocytose van de thyroglobuline de follikels in o Gedeeltelijke onderdrukking van het
6. Proteolyse thyroglobuline waarbij T3 en T4 immuunsysteem
worden afgekoppeld
7. Afgifte van 15% T3 en 85% T4 in de bloedbaan Dit kan leiden tot Cushings syndroom:
Regulatie van schildklierhormoon synthese en secretie. o Selectieve accumulatie van abdominaal vet
o Verlies van spierweefsel
Wat als er problemen zijn met deze hormonen: o Dunne huid en rekstrepen
o Exophtalmia -> uitpuilende ogen = teveel Veroorzaakt door:
o Cretinisme = tekort aan schildklierhormonen bij o Tumor in de hypofyse die te veel ACTH produceert
kinderen o Adrenale adenomen
o Goiter -> kwab onder de kin = tekort aan o Lange-termijn gebruik van prednison
schildklierhormonen bij volwassenen Of kan leiden tot addinson’s disease:
o Niet specifieke klachten: gewichtsverlies,
Bijnier misselijkheid, buikpijn, verminderde eetlust,
Essentiëel in de snelle stress responsen -> ligt op de nier vermoeidheid, lage bloeddruk en bruine huid
Veroorzaakt door:
Van oorsprong gevormd van mesoderm = cortex en o Auto-immuun ziektes te maken met de adrenale
ectoderm = medulla cortex = hypocortisolisme
-> bijzonder dat dit van ectoderm komt want die cellen o Infecties
zijn bedoeld voor de vorming van het ruggenmerg en de o Hemorrage
hersenen. o Hypofyse maakt niet genoeg ACTH
, Biologie van dieren college #12 en #13
Ademhaling en gasuitwisseling
Respiratoir medium
Kenmerken van gasuitwisselingsoppervlakten:
o Eigenschappen
o Vocht
o Groot Bij de meeste insecten zijn geen longen in het lichaam,
o Dun -> enkellaags squameus epitheel deze transporteren lucht direct door tracheale buizen
o Concentratiegradient -> verschil in druk is direct naar de weefsels. Afhankelijk van de staat waarin
de voornamelijkste drijfveer ze zich bevinden kan deze ademhaling op verschillende
Is een circulerend systeem altijd noodzakelijk? manieren plaatsvinden, dit ziet er als volgt uit:
o Afhankelijk van de grootte van het organisme
(platwormen hebben het niet)
o Afhankelijk van het type respiratoire systemen (niet
bij insecten)
Verschillen in druk in de lucht kan berekend worden
o Mantelholte -> slakken
door middel van Dalton’s law:
o Boeklongen -> spinnen
𝑃𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙 = 𝑃𝑁2 + 𝑃𝑂2 + 𝑃𝐶𝑂2 + 𝑃𝐻2 𝑂
De totale druk is gelijk aan de som van de individuele
gasdrukken.
Concentratie zuurfstof = 21%
Concentratie stikstof = 79%
Concentratie koolstofdioxide = 0,03%
Hierbij is de totale druk altijd 760mm Hg -> bij de
ingeademde lucht altijd 760-47 mm Hg!
o Kieuwen
Als we het hebben over de concentratie gassen die zich
in water bevinden kan dat uitgerekend worden door
middel van de volgende formule:
𝑐𝑜𝑛𝑐𝑒𝑛𝑡𝑟𝑎𝑡𝑖𝑒 = 𝑑𝑟𝑢𝑘 ∗ 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔𝑠𝑐𝑜𝑒𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖𝑒𝑛𝑡(𝛼)
Alfa = aantal ml gas in een 100ml oplossing met een
druk van 1 Atm:
Zuurstof 2,4
Koolstofdioxide 57,0 o Papullen -> echinodermaten
Koolstofmonoxide 1,8
Stikstof 1,2
Helium 0,8
Het zuurstof in ons lichaam word getransporteerd door
te binden aan de hemoglobine.
o Parapodia
Respiratoire systemen
o Ademhaling in water -> vissen
Dit werkt door middel van het tegenstroomprincipe
o Ademhaling door trachea -> insecten
