De beginsituatie van een klas is altijd gedifferentieerd.
Je kan verschillen tussen leerlingen in drie categorieën onderbrengen. “Er is het
verschil in interesses, in de manier van leren en in leerstatus. Met dat laatste
bedoelen we de voorkennis en kunde, het niveau waarop de leerling zich bevindt.
Dat zorgt ervoor dat inhouden als moeilijk of gemakkelijk(er) ervaren worden .
Interesses gaan over dat wat de aandacht van leerlingen trekt. De manier van leren
houdt de voorkeuren in aanpak en leeromgeving in. Ook andere verschillen, zoals
gender of culturele achtergrond tonen zich via een van deze drie categorieën.”
(Katrien Struyven)
Toegepast op de casus over de klas van juf Caroline:
Leerstatus Interesse Leerprofiel
Wat leert het kind? Wanneer leert Hoe het kind
het kind? leert?
MOTIVATIE
Y: passie voor voetbal
Y, M, C, R en Yv zijn een jaartje
ouder.
M. lagere leerstatus voor lezen M: turnen als hobby
(o.w.v. thuistaal)
M. bloeit open bij LO
J. sterke leerling
Cr. Verbaal sterk Cr. Houdt van de Cr. Voorkeur voor 1-1
praatkring relatie
Cr. Interesse voor
toneel
R. spreekt onduidelijke (logo)
Deed het eerste jaar over.
Y. hoge leerstatus voor spelling, Y. voorkeur voor 1-1
lagere leerstatus voor wiskunde. relatie, aandacht van
Thuistaal = Portugees leerkracht
D. leergierig extra uitdaging D. interesse in natuur
Pienter
Kh. Soms Kh. Speels
concentratiemoeilijkheden, slim,
soms extra uitdaging nodig.
Ma. Is inhoudelijk goed mee Ma. Houdt zich eerder
op de achtergrond in
groep
H. wiskundeknobbel,
moeilijkheden met spelling en
taal (o.w.v. Poolse roots)
E. ? (toont zich weinig) Houdt van tekenen, Heeft plezier in
knutselen en creëren. creatieve opdrachten
Je kan verschillen tussen leerlingen in drie categorieën onderbrengen. “Er is het
verschil in interesses, in de manier van leren en in leerstatus. Met dat laatste
bedoelen we de voorkennis en kunde, het niveau waarop de leerling zich bevindt.
Dat zorgt ervoor dat inhouden als moeilijk of gemakkelijk(er) ervaren worden .
Interesses gaan over dat wat de aandacht van leerlingen trekt. De manier van leren
houdt de voorkeuren in aanpak en leeromgeving in. Ook andere verschillen, zoals
gender of culturele achtergrond tonen zich via een van deze drie categorieën.”
(Katrien Struyven)
Toegepast op de casus over de klas van juf Caroline:
Leerstatus Interesse Leerprofiel
Wat leert het kind? Wanneer leert Hoe het kind
het kind? leert?
MOTIVATIE
Y: passie voor voetbal
Y, M, C, R en Yv zijn een jaartje
ouder.
M. lagere leerstatus voor lezen M: turnen als hobby
(o.w.v. thuistaal)
M. bloeit open bij LO
J. sterke leerling
Cr. Verbaal sterk Cr. Houdt van de Cr. Voorkeur voor 1-1
praatkring relatie
Cr. Interesse voor
toneel
R. spreekt onduidelijke (logo)
Deed het eerste jaar over.
Y. hoge leerstatus voor spelling, Y. voorkeur voor 1-1
lagere leerstatus voor wiskunde. relatie, aandacht van
Thuistaal = Portugees leerkracht
D. leergierig extra uitdaging D. interesse in natuur
Pienter
Kh. Soms Kh. Speels
concentratiemoeilijkheden, slim,
soms extra uitdaging nodig.
Ma. Is inhoudelijk goed mee Ma. Houdt zich eerder
op de achtergrond in
groep
H. wiskundeknobbel,
moeilijkheden met spelling en
taal (o.w.v. Poolse roots)
E. ? (toont zich weinig) Houdt van tekenen, Heeft plezier in
knutselen en creëren. creatieve opdrachten