HT 13: Huid
Inleiding
- Vormt grootste orgaan van het lichaam
- Groot aantal functies
o Bescherming van onderliggende weefsels
Tegen uitdroging, infecties en wateropname
o Regeling van lichaamstemperatuur
o Zintuiglijke waarneming van signalen uit de omgeving
Pijn, tast, warmte, …
o Excretie van zweet en talg
o Aanpassing aan grote vormverandering
Bv. Zwangerschap
o Absorptie van ultraviolette straling van zonlicht, belangrijk voor synthese van
vitamine D
- Huid is samengesteld uit
o Epidermis (opperhuid)
Opgebouwd uit verhoornend meerlagig plaveiselepitheel van
ectodermale herkomst
o Dermis (lederhuid)
Opgebouwd uit bindweefsel van mesodermale herkomst
- Epidermis en dermis -> cutis genoemd
o Dermis wordt door een laag van losmatig bindweefsel (hypodermis,
onderhuids bindweefsel of subcutis) met omliggende weefsel verbonden
-> hierdoor blijft de huid beweeglijk
o Hypodermis bevat ook isolerende laag -> panniculus adiposus
Modeltekening van de huid
met voornaamste lagen
afgebeeld
Ook kleine orgaantjes
aanwezig
-> haarfollikels
-> Zweetklieren
-> Talgklieren
-> bloedvaten
-> lichaampjes van
Vater-Pacini
1
, A. LM-opname van epidermis van de dikke huid
Verschillende lagen van de huid: dermis, stratum basale, stratum spinosum, stratum
granulosum, stratum lucidum en stratum corneum
B. Opbouw van de epidermis weergegeven met alle posities van enkele accessoire cellen
-> melanocyt, cel van merkel, Langerhans-cel
- Grens tussen epidermis en dermis verloopt golvend
o Dermis vertoont complex systeem richels (bindweefselpapillen), de
uitstulpingen in de epidermis
o Tussenliggende uitstulpingen van epidermis -> epidermiskammen
Hierdoor ontstaat een patroon met hoge kammen en papillen + komt een sterke
hechting van epitheel aan bindweefsel tot stand
-> in de dikke huid (bv. Voetzool); patroon NIET in dunne huid (bv. Oor)
Op macroniveau resulteert het kammenpatroon in systeem van richels en groeven in
het oppervlak van de huid
-> vingerafdrukken; kunnen voor persoonsidentificatie gebruikt worden
2
, Epidermis
- Verhoornende meerlagige plaveiselepitheel van epidermis bevat 4 verschillende
celtypen
Keratinocyten
- Vormen de grootste populatie van cellen
- Vormen massa van de epidermis waar we 5 lagen herkennen
o Onderste laag
In stratum basale
Toont mitotische activiteit
- Nieuwgevormde cellen schuiven langzaam op
-> structuurverandering, geeft aanleiding tot het onderscheiden van verschillende
lagen van de epidermis
o Aan de bovenkant
-> celen schilferen af + worden vervangen door de daaropvolgende cellen
(duurt 2-5 weken)
- Jonge keratinocyten
o Bevatten veel intermediaire filamenten
Cytokeratinefilamenten
Tonofilamenten
- Volgende lagen keratinocyten kunnen aangetroffen worden in epidermis
-> keratinegehalte neemt toe naarmate ze meer naar het oppervlak komen
o Stratum basale/stratum germinativum
Bevat onderste laag keratinocyten + grenst aan de dermis
Kubische cellen zijn samen met cellen van stratum spinosum
verbonden door talrijke desmosomen
Gehecht aan lamina basalis door hemidesmosomen
Vrij grote kern, klein golgi-complex, enkele RER-cisternen, weinig
mitochondriën en veel vrije ribosomen
Cytoplasma doorkruist door keratinefilamenten
-> verbinden desmosomen en hemidesmosomen onderling
o Stratum spinosum
Vormt de dikste laag epidermis
Worden naar boven toe geleidelijk aan platter
Bouw komt overeen met basale cellen
-> maar bevatten meet keratinefilamenten
Deze bundels stralen van perinucleaire regio uit naar
desmosomen
-> bevinden zich in cytoplasmatische uitlopers van 2
aangrenzende cellen
=> trekvast geheel ontstaat
3
Inleiding
- Vormt grootste orgaan van het lichaam
- Groot aantal functies
o Bescherming van onderliggende weefsels
Tegen uitdroging, infecties en wateropname
o Regeling van lichaamstemperatuur
o Zintuiglijke waarneming van signalen uit de omgeving
Pijn, tast, warmte, …
o Excretie van zweet en talg
o Aanpassing aan grote vormverandering
Bv. Zwangerschap
o Absorptie van ultraviolette straling van zonlicht, belangrijk voor synthese van
vitamine D
- Huid is samengesteld uit
o Epidermis (opperhuid)
Opgebouwd uit verhoornend meerlagig plaveiselepitheel van
ectodermale herkomst
o Dermis (lederhuid)
Opgebouwd uit bindweefsel van mesodermale herkomst
- Epidermis en dermis -> cutis genoemd
o Dermis wordt door een laag van losmatig bindweefsel (hypodermis,
onderhuids bindweefsel of subcutis) met omliggende weefsel verbonden
-> hierdoor blijft de huid beweeglijk
o Hypodermis bevat ook isolerende laag -> panniculus adiposus
Modeltekening van de huid
met voornaamste lagen
afgebeeld
Ook kleine orgaantjes
aanwezig
-> haarfollikels
-> Zweetklieren
-> Talgklieren
-> bloedvaten
-> lichaampjes van
Vater-Pacini
1
, A. LM-opname van epidermis van de dikke huid
Verschillende lagen van de huid: dermis, stratum basale, stratum spinosum, stratum
granulosum, stratum lucidum en stratum corneum
B. Opbouw van de epidermis weergegeven met alle posities van enkele accessoire cellen
-> melanocyt, cel van merkel, Langerhans-cel
- Grens tussen epidermis en dermis verloopt golvend
o Dermis vertoont complex systeem richels (bindweefselpapillen), de
uitstulpingen in de epidermis
o Tussenliggende uitstulpingen van epidermis -> epidermiskammen
Hierdoor ontstaat een patroon met hoge kammen en papillen + komt een sterke
hechting van epitheel aan bindweefsel tot stand
-> in de dikke huid (bv. Voetzool); patroon NIET in dunne huid (bv. Oor)
Op macroniveau resulteert het kammenpatroon in systeem van richels en groeven in
het oppervlak van de huid
-> vingerafdrukken; kunnen voor persoonsidentificatie gebruikt worden
2
, Epidermis
- Verhoornende meerlagige plaveiselepitheel van epidermis bevat 4 verschillende
celtypen
Keratinocyten
- Vormen de grootste populatie van cellen
- Vormen massa van de epidermis waar we 5 lagen herkennen
o Onderste laag
In stratum basale
Toont mitotische activiteit
- Nieuwgevormde cellen schuiven langzaam op
-> structuurverandering, geeft aanleiding tot het onderscheiden van verschillende
lagen van de epidermis
o Aan de bovenkant
-> celen schilferen af + worden vervangen door de daaropvolgende cellen
(duurt 2-5 weken)
- Jonge keratinocyten
o Bevatten veel intermediaire filamenten
Cytokeratinefilamenten
Tonofilamenten
- Volgende lagen keratinocyten kunnen aangetroffen worden in epidermis
-> keratinegehalte neemt toe naarmate ze meer naar het oppervlak komen
o Stratum basale/stratum germinativum
Bevat onderste laag keratinocyten + grenst aan de dermis
Kubische cellen zijn samen met cellen van stratum spinosum
verbonden door talrijke desmosomen
Gehecht aan lamina basalis door hemidesmosomen
Vrij grote kern, klein golgi-complex, enkele RER-cisternen, weinig
mitochondriën en veel vrije ribosomen
Cytoplasma doorkruist door keratinefilamenten
-> verbinden desmosomen en hemidesmosomen onderling
o Stratum spinosum
Vormt de dikste laag epidermis
Worden naar boven toe geleidelijk aan platter
Bouw komt overeen met basale cellen
-> maar bevatten meet keratinefilamenten
Deze bundels stralen van perinucleaire regio uit naar
desmosomen
-> bevinden zich in cytoplasmatische uitlopers van 2
aangrenzende cellen
=> trekvast geheel ontstaat
3