PATIENTGERICHTE COMMUNICATIE
DEEL 1
Iemand die gezondheidsvaardig is, heeft kennis over gezonde leefstijl en is in staat om gezond te
leven. De volgende factoren spelen een rol bij het wel of niet ‘gezondheidsvaardig’ zijn:
- Lezen en schrijven
- Rekenvaardigheid
- Kennis over ziekten en gezondheid
- Het vermogen om vragen te durven stellen
Verschillende modellen:
1. Preffi (Preventie Effectmanagement Instrument)
Doel: gezondheidsbevordering methodisch aanpakken. Planmatig opzetten van voorlichting of advies
en de effectiviteit van gezondheid bevorderende projecten te vergroten.
1. Probleem-
analyse
2. Analyse van
6. Evaluatie gedrag en
omgeving
3. Analyse van
5. uitvoering
gedragsdeterminanten
4. Ontwikkeling
voorlichting:
(Interventie)
Doelgroep
doel
Pas als je je doelgroep kent kan je je voorlichting geven
1. Probleemanalyse: wat is het probleem precies? hoe groot is het probleem? hoe vaak komt het
voor. Welk probleem komt bij wie voor, waar, wanneer en in welke mate, oorzaken, aard van het
probleem, volgens wie is het een probleem, voor wie, waarin uit zich het probleem.
Het probleem zou bijv. kunnen zijn: een grote groep mensen zit te lang en te veel in de zon. Het is bij
deze stap dan de bedoeling dat je in kaart brengt om hoeveel mensen het gaat, wat er precies speelt
etc.
Om micro niveau: het probleem is dat de patiënt zijn puisten zelf uitknijpt. Onderzoek dit probleem:
hoe vaak, hoeveel etc.
, 2. Analyse van gedrag en omgeving. Speelt gedrag een rol? Als mensen zelf niets aan een probleem
kunnen veranderen, is het de vraag of een voorlichting succes heeft. In maat en getal weergeven:
hoe vaak komt het gedrag voor, welke invloed heeft het gedrag op het probleem. (voorbeeld
eetgedrag Hindoestaanse cultuur koolhydraatrijke maaltijd). Als het in de peergroup van jouw
patiënt (de omgeving) de norm is dat je een (synthetisch) voetbalshirt draagt, gaat hij echt niet zo
maar een katoenen shirtje dragen. Het heeft dan dus weinig zin om dit zo zonder meer als advies te
geven. Dat advies zal niet worden opgevolgd.
3. Analyse van determinanten van (psychische) problematiek: waarom doen mensen zoals ze doen?
Welke kennis hebben ze over het probleem, welke opvattingen hebben ze. Bijv. het vergroten van de
mogelijkheden tot bewegen op scholen of werkplekken vermeerderen, vergroot de kans dat mensen
ook daadwerkelijk gaan bewegen. Of het aanbieden van gezonde snacks in de schoolkantine.
4. Interventieontwikkeling
Doelgroep
Wie wil je bereiken?
Wat zijn de kenmerken?
- Algemeen:
demografisch:leeftijd, sekse, opleiding, leefvorm, kinderen
woonomgeving
- Gezondheidskenmerken:
Kans op gezondheidsprobleem
Hoe kijkt men aan tegen het onderwerp
Motivatie, mogelijkheden
- Communicatiekenmerken:
taal, cultuur, informatiebehoefte, mediagebruik
Bij wie wil je bereiken kun je ook zeggen: wie is de ontvanger?
Doelgroepbepaling volgt uit de probleemanalyse.
Voorbeeld: veel huidkanker. Blijkt bij nader onderzoek (in de fase van probleemanalyse) dat het
vooral gaat om een toename bij bouwvakkers, dan is een zinvolle doelgroep dus: bouwvakkers.
Doelen
Jij bepaalt:
- Wat wil jij bereiken met de patiënt
Je vraagt je af:
- Wat is de beginsituatie?
- Wat kun en wil jij beïnvloeden?
Jij bepaalt:
- Wat dan nodig is aan kennis, vaardigheden, voorbeelden, instructies
Doel is SMART geformuleerd
‘een folder over acne maken’ of ’de patiënt gebruikt elke dag ‘s ochtends en ‘s avonds lotion X’
Gedrag:
- Zoek naar verklaringen van het te veranderen gedrag
- Welk gedrag vertoont de doelgroep nu? Waarom? Welk gedrag wil jij dat de doelgroep gaat
vertonen?
- Welk gedrag wil jij dat de doelgroep gaat vertonen?
- Welke factoren zijn van invloed op dit gedrag?
- Hoe ga je het gedrag veranderen?
DEEL 1
Iemand die gezondheidsvaardig is, heeft kennis over gezonde leefstijl en is in staat om gezond te
leven. De volgende factoren spelen een rol bij het wel of niet ‘gezondheidsvaardig’ zijn:
- Lezen en schrijven
- Rekenvaardigheid
- Kennis over ziekten en gezondheid
- Het vermogen om vragen te durven stellen
Verschillende modellen:
1. Preffi (Preventie Effectmanagement Instrument)
Doel: gezondheidsbevordering methodisch aanpakken. Planmatig opzetten van voorlichting of advies
en de effectiviteit van gezondheid bevorderende projecten te vergroten.
1. Probleem-
analyse
2. Analyse van
6. Evaluatie gedrag en
omgeving
3. Analyse van
5. uitvoering
gedragsdeterminanten
4. Ontwikkeling
voorlichting:
(Interventie)
Doelgroep
doel
Pas als je je doelgroep kent kan je je voorlichting geven
1. Probleemanalyse: wat is het probleem precies? hoe groot is het probleem? hoe vaak komt het
voor. Welk probleem komt bij wie voor, waar, wanneer en in welke mate, oorzaken, aard van het
probleem, volgens wie is het een probleem, voor wie, waarin uit zich het probleem.
Het probleem zou bijv. kunnen zijn: een grote groep mensen zit te lang en te veel in de zon. Het is bij
deze stap dan de bedoeling dat je in kaart brengt om hoeveel mensen het gaat, wat er precies speelt
etc.
Om micro niveau: het probleem is dat de patiënt zijn puisten zelf uitknijpt. Onderzoek dit probleem:
hoe vaak, hoeveel etc.
, 2. Analyse van gedrag en omgeving. Speelt gedrag een rol? Als mensen zelf niets aan een probleem
kunnen veranderen, is het de vraag of een voorlichting succes heeft. In maat en getal weergeven:
hoe vaak komt het gedrag voor, welke invloed heeft het gedrag op het probleem. (voorbeeld
eetgedrag Hindoestaanse cultuur koolhydraatrijke maaltijd). Als het in de peergroup van jouw
patiënt (de omgeving) de norm is dat je een (synthetisch) voetbalshirt draagt, gaat hij echt niet zo
maar een katoenen shirtje dragen. Het heeft dan dus weinig zin om dit zo zonder meer als advies te
geven. Dat advies zal niet worden opgevolgd.
3. Analyse van determinanten van (psychische) problematiek: waarom doen mensen zoals ze doen?
Welke kennis hebben ze over het probleem, welke opvattingen hebben ze. Bijv. het vergroten van de
mogelijkheden tot bewegen op scholen of werkplekken vermeerderen, vergroot de kans dat mensen
ook daadwerkelijk gaan bewegen. Of het aanbieden van gezonde snacks in de schoolkantine.
4. Interventieontwikkeling
Doelgroep
Wie wil je bereiken?
Wat zijn de kenmerken?
- Algemeen:
demografisch:leeftijd, sekse, opleiding, leefvorm, kinderen
woonomgeving
- Gezondheidskenmerken:
Kans op gezondheidsprobleem
Hoe kijkt men aan tegen het onderwerp
Motivatie, mogelijkheden
- Communicatiekenmerken:
taal, cultuur, informatiebehoefte, mediagebruik
Bij wie wil je bereiken kun je ook zeggen: wie is de ontvanger?
Doelgroepbepaling volgt uit de probleemanalyse.
Voorbeeld: veel huidkanker. Blijkt bij nader onderzoek (in de fase van probleemanalyse) dat het
vooral gaat om een toename bij bouwvakkers, dan is een zinvolle doelgroep dus: bouwvakkers.
Doelen
Jij bepaalt:
- Wat wil jij bereiken met de patiënt
Je vraagt je af:
- Wat is de beginsituatie?
- Wat kun en wil jij beïnvloeden?
Jij bepaalt:
- Wat dan nodig is aan kennis, vaardigheden, voorbeelden, instructies
Doel is SMART geformuleerd
‘een folder over acne maken’ of ’de patiënt gebruikt elke dag ‘s ochtends en ‘s avonds lotion X’
Gedrag:
- Zoek naar verklaringen van het te veranderen gedrag
- Welk gedrag vertoont de doelgroep nu? Waarom? Welk gedrag wil jij dat de doelgroep gaat
vertonen?
- Welk gedrag wil jij dat de doelgroep gaat vertonen?
- Welke factoren zijn van invloed op dit gedrag?
- Hoe ga je het gedrag veranderen?