1. Microbiële fossielen
Stromatolieten = afzettingsgesteenten met fossiele filamenteuze MO
Carbonaatrijk medium => °knotsen
Fossiele microbiële = steen afzetting door H2O intergetijden gebieden
matten Cyanobacterie boven > licht voor fotosynthese
Zwavel bacterie onder > energie uit H2S = autotroof
Kerogen = organisch materiaal in oude gesteenten
>> biologische activiteit
Bacterie O2 productie => ander leven mogelijk
2. Historisch overzicht
Voor 1650 = spontane generatie
G. Fracastoro Overdraagzaamheid ziekte
Ontdekking syfilis
e
Vanaf 17 eeuw = °microscoop
Robert Hooke Cel als entiteit
1650-1850
Antoni van Hoge resolutie LM
Leeuwenhoek 1e bacterie beschrijven = animacules = kleine levende wezens
Verschillende vormen & beweging
Carolus Huidige taxonomie
Linnaeus − Systema naturae
− Species plantarum
Binair = genus + species
1e classificatie obv vorm
1850-1950
Louis Pasteur Weerleggen spontane generatie
Kiemen => bedorven voedsel
Ziektekiemtheorie: MO => ziekte
Bewijs kiemen in de lucht
Pasteurisatie = kiemen doden door hitte
Robert Koch Ziektekiemtheorie bevestigen > aantonen voor antrax
Kochs postulaten:
1. Zieke dieren met zelfde symptomen
MO vinden dat niet bij gezonde dieren zit
2. MO kunnen opgroeien
3. MO toedienen => dier ziek
4. Terug MO uit dier halen
1
, Martinus Isolatie MO uit omgeving
Beijerinck Ontdekking groepen bacteriën
1. Lichtgevend
2. Sulfaat & nitraat reducerend
3. Methanogene MO
Sergei Autotrofe chlorofyl vrije bacteriën beschrijven
Winogradsky = CO2 als C bron, H2S als energie bron
Nitrificerende bacteriën
N fixerende anaerobe bacteriën
Grondlegger ecologische bacteriologie
Vanaf 1950
°vergelijkende Onderzoek metabole processen
biochemie = gelijkaardig in organismen
Formules ademhaling & fotosynthese
Bacterie = model voor studies metabolisme
°moleculaire 1) Ontdekking DNA structuur
biologie 2) Ontdekking mRNA & tRNA, regulatie proteïnesynthese
3) Genetische code kraken
4) Recombinante DNA technologie
5) 1e genoomsequentie
6) Intrede omics
3. Domeinen van het leven
a. Fylogenetische stamboom
Obv geconserveerde rRNA sequenties (16S & 18S)
3 domeinen
1) Bacteria
Chloroplast & mitochondrie uit cyanobacterie
>> endosymbiose
2) Archaea
= leven in extreme omstandigheden
3) Eukarya
= protisten & fungi = MO
b. MO = 4 groepen
− Unicellulair
− Geen differentiatie tot weefsels
c. Cel als eenheid
− Cel = fundamentele eenheid van levende organismen
Functionele eigenschappen Structurele eigenschappen
Metabolisme = °energie + celmateriaal Cytoplasma = enzymen
Reproductie DNA = erfelijk materiaal
CM = lipidelaag + proteïnen
(celwand)
− Virus = niet cellulair => geen levend organisme
4. Nomenclatuur
Verdeling naar boven
− Genera -> familie -> orde -> klasse -> fylum
Verdeling naar beneden
− Soort -> stammen & types
2
,H2: MORFOLOGIE VAN BACTERIËN EN ARCHAEA
1. Bacteriën & archae
− Unicellulair
− Cellen leven gescheiden
− Multicellulaire aggregaten
Vb: filamenteuze bacteriën
− Pleomorfie = versch vormen
− Associaties met andere soorten
Vb: biofilmvorming & symbiose
2. Celgrootte
Mycoplasma = kleinste
Grootte + vorm = genetisch, voeding & omgeving
3. Vormen
Coccen
Bacillen Meest voorkomend
= staaf Ketens: 2 of meer
Celdeling volgens dwarse as
Spiraalvormig Vibrio: gebogen staafje (komma)
Spirillum: lange & rigide
Spirocheet: lang & flexibel
Filamenteus Actinobacteria
− Lange filamenten van verschillende cellen
− Vertakkingen
− Netwerk = mycelium
Cyanobacteria
− Lange filamenten = trichoom
− Cellen naast elkaar > deling volgens lengteas
− Gespecialiseerde cellen
3
, H3: MICROBIËLE CELSTRUCTUUR
1. Celenvelop
a. Celmembraan
= flexibele dubbele fosfolipidenlaag + proteïnen
Bacterie Archaea
2 vetzuren = 12-18C Isoprenoïden = multimeer isorprenen
Esterbinding met glycerol Etherbinding met glycerol
Bipolaire moleculen Dubbellaag = glycerol diethers
Monolaag = diglycerol tetraethers
Functies
▪ Fysische barrière: cytoplasma – EC
▪ Selectief permeabel
▪ Transportsystemen
− Componenten
− Elektronen => energie
▪ Synthese celstructuren
Vb: celwand, sporen, flagel
▪ DNA replicatie
− DNA eraan gebonden
− 2 DNA moleculen scheiden
▪ Enzymatische reacties
▪ Celadhesie
▪ Fotosynthese
Stabiliserende factoren
▪ Vaak afwezig
▪ Sterolen in Mollicutes
Vb: Mycoplasma
▪ Hopanoïden in Cyanobacteria & Streptomyces
b. Celwand
− Niet bij Mollicutes
− Enkele archaea
− Stevig netwerk rond cel => bestemt tegen turgordruk
>> osmose in hypotone condities
− Vorm & grootte bepalen
− Polymeerstructuren
▪ Bacterie: peptidoglycaan = mureïne
▪ Zuurvast: nog extra
▪ Archae: pseudomureïne
4