Onderzoeksmethoden
Inleiding
Wat is een masterproef?
dissertation
≠ thesis: een stelling/argumentatie in masterproef
≠ project: proces om masterproef te bekomen
≠ proposal: een onderzoeksvoorstel (relevantie, werkwijze)
≠ paper: voor wetenschap, publiceren (minder praktijk)
≠ management report: voor bedrijven, aanbeveling aan managers
Geschreven voor academic audience and beoordeeld door jury.
Vereisten voor wetenschappelijke onderzoek; duidelijk moeten zijn over wat het gaat en
niet gaat (duidelijke scope)
Duidelijke scope
- Thematisch (vb. O2O)
- Geografisch (vb. ontwikkelingslanden)
- In de tijd (vb. Crisis in 2008)
- ‘Unit of observation’ (vb. Invalshoek)
Semi-structured interviews: interviews met mogelijkheid om extra in te lichten op de
vragen. ↔ Enquete: meer gesloten aanpak.
Interne validiteit: meten we, wat we willen meten; weten we, wat we willen weten
Het proces is niet sequentieel, werken in parallel.
Conceptueel kader: kaart verbanden tussen concepten
Kenmerken van wetenschappelijk onderzoek
- Doelgericht
- Rigoureus
- Testbaar
- Repliceerbaar: onderzoek zou op gelijke wijze, gelijke resultaten geven.
(duidelijke methodologie: openheid & transparantie)
, Vb. Psychology heeft lage repliceerbaarheid (dismal outcome)
Publication bias: nieuwe ‘significante’ resultaten worden gepubliceerd. Als je geen
verband vindt (niet-significant), is het weinig kans dat het gepubliceerd wordt.
- Precies en betrouwbaar: nooit 100%, hele populatie onderzoeken is moeilijk.
- Objectief
- Veralgemeenbaar: externe validiteit
Externe validiteit
- Gebruik van Mechanical Turk
- Niet geïnteresseerd in onderzoek, wel in geld
- Hoogopgeleid dus niet representatief, mag geen veralgeming
- Gebruik van ‘student samples’
- Enquête gevraagd aan studenten
- Gemakkelijk bereikbaar = convenience
- Hoge response rate
- Niet representatief, geen veralgemening buiten studenten
- Doctoraat Mamdouh Hassan
- Expliciet vermelden van beperkingen van onderzoek
- De volledige of groepsspecifieke response rate bepalen is moeilijk
- Voorzichtig werken met de bevindingen, niet veralgemenen
- Big data
- Grotere steekproeven, stuurt economische wetenschap naar echte
wetenschap ipv. Pseudowetenschap
- Observatie van echt gedrag ipv. Wat men kwijt wil
- How not to…
- Ondervertegenwoordiging
- Manipuleren van beeld
- “Parsimony”: zuinigheid, eenvoudige conceptuele kaders zijn te verkiezen
Hypothetico-deductief onderzoek
Op basis van theoretisch kader op hypothese testen.
1. Probleem identificeren
2. De probleemstelling definiëren (doelgericht)
3. Hypotheses ontwikkelen (testbaar, falsifieerbaar: hypothese zo streng mogelijk
testen)
Academici zijn grote critici, stellen alles in vraag.
, 4. Constructen operationaliseren: variabelen kwantificeren
5. Data verzamelen
6. Data analyseren
7. Interpretatie van bevindingen
Deductie: vertrekken van theorie en toepassen op een specifiek probleem
(Hypothese-toetsing)
Inductie: vertrekken van data en waarnemen van patronen om theorieën te formuleren.
- Sluiten elkaar niet uit, vaak sequentieel gebruikt
- Observatie - ‘Waarom gebeurt dit?’
Deductie eerder in causaal en kwantitatief onderzoek
Inductie eerder in exploratief en kwalitatief onderzoek
Wetenschappelijke paradigma’s
Wetenschapsmethodologie
Methodologie (welke paradigma de auteur aanhangt) ↔ methode (verzameling van
data)
Wetenschap = zoeken naar kennis, naar ‘waarheid’
- Bestaat de waarheid en kunnen we die vinden door onderzoek?
Ontologie (zijnsleer) - epistemologie (kennisleer)
Ontologie = objectieve (natuurwet) - subjectieve (geconstrueerd in onze hoofd)
werkelijkheid
Epistemologie = kunnen we op een objectieve manier de werkelijkheid bekomen?
Positivisme
Er bestaat een waarheid die objectief kan worden onderzocht.
Phenomenology (interpretivism, constructivism, naturalistisch)
Er bestaat een waarheid die niet objectief kan worden onderzocht.
Twee kaders
Orthodox - Gnostic
Gnostic: Fysieke werkelijkheid is een illusie, de waarheid zit verborgen en is moeilijk te
bereiken. De taal is ambigue (manier om kennis over te dragen).
Orthodox: Er is een objectieve, simpele en transparante waarheid.
Inleiding
Wat is een masterproef?
dissertation
≠ thesis: een stelling/argumentatie in masterproef
≠ project: proces om masterproef te bekomen
≠ proposal: een onderzoeksvoorstel (relevantie, werkwijze)
≠ paper: voor wetenschap, publiceren (minder praktijk)
≠ management report: voor bedrijven, aanbeveling aan managers
Geschreven voor academic audience and beoordeeld door jury.
Vereisten voor wetenschappelijke onderzoek; duidelijk moeten zijn over wat het gaat en
niet gaat (duidelijke scope)
Duidelijke scope
- Thematisch (vb. O2O)
- Geografisch (vb. ontwikkelingslanden)
- In de tijd (vb. Crisis in 2008)
- ‘Unit of observation’ (vb. Invalshoek)
Semi-structured interviews: interviews met mogelijkheid om extra in te lichten op de
vragen. ↔ Enquete: meer gesloten aanpak.
Interne validiteit: meten we, wat we willen meten; weten we, wat we willen weten
Het proces is niet sequentieel, werken in parallel.
Conceptueel kader: kaart verbanden tussen concepten
Kenmerken van wetenschappelijk onderzoek
- Doelgericht
- Rigoureus
- Testbaar
- Repliceerbaar: onderzoek zou op gelijke wijze, gelijke resultaten geven.
(duidelijke methodologie: openheid & transparantie)
, Vb. Psychology heeft lage repliceerbaarheid (dismal outcome)
Publication bias: nieuwe ‘significante’ resultaten worden gepubliceerd. Als je geen
verband vindt (niet-significant), is het weinig kans dat het gepubliceerd wordt.
- Precies en betrouwbaar: nooit 100%, hele populatie onderzoeken is moeilijk.
- Objectief
- Veralgemeenbaar: externe validiteit
Externe validiteit
- Gebruik van Mechanical Turk
- Niet geïnteresseerd in onderzoek, wel in geld
- Hoogopgeleid dus niet representatief, mag geen veralgeming
- Gebruik van ‘student samples’
- Enquête gevraagd aan studenten
- Gemakkelijk bereikbaar = convenience
- Hoge response rate
- Niet representatief, geen veralgemening buiten studenten
- Doctoraat Mamdouh Hassan
- Expliciet vermelden van beperkingen van onderzoek
- De volledige of groepsspecifieke response rate bepalen is moeilijk
- Voorzichtig werken met de bevindingen, niet veralgemenen
- Big data
- Grotere steekproeven, stuurt economische wetenschap naar echte
wetenschap ipv. Pseudowetenschap
- Observatie van echt gedrag ipv. Wat men kwijt wil
- How not to…
- Ondervertegenwoordiging
- Manipuleren van beeld
- “Parsimony”: zuinigheid, eenvoudige conceptuele kaders zijn te verkiezen
Hypothetico-deductief onderzoek
Op basis van theoretisch kader op hypothese testen.
1. Probleem identificeren
2. De probleemstelling definiëren (doelgericht)
3. Hypotheses ontwikkelen (testbaar, falsifieerbaar: hypothese zo streng mogelijk
testen)
Academici zijn grote critici, stellen alles in vraag.
, 4. Constructen operationaliseren: variabelen kwantificeren
5. Data verzamelen
6. Data analyseren
7. Interpretatie van bevindingen
Deductie: vertrekken van theorie en toepassen op een specifiek probleem
(Hypothese-toetsing)
Inductie: vertrekken van data en waarnemen van patronen om theorieën te formuleren.
- Sluiten elkaar niet uit, vaak sequentieel gebruikt
- Observatie - ‘Waarom gebeurt dit?’
Deductie eerder in causaal en kwantitatief onderzoek
Inductie eerder in exploratief en kwalitatief onderzoek
Wetenschappelijke paradigma’s
Wetenschapsmethodologie
Methodologie (welke paradigma de auteur aanhangt) ↔ methode (verzameling van
data)
Wetenschap = zoeken naar kennis, naar ‘waarheid’
- Bestaat de waarheid en kunnen we die vinden door onderzoek?
Ontologie (zijnsleer) - epistemologie (kennisleer)
Ontologie = objectieve (natuurwet) - subjectieve (geconstrueerd in onze hoofd)
werkelijkheid
Epistemologie = kunnen we op een objectieve manier de werkelijkheid bekomen?
Positivisme
Er bestaat een waarheid die objectief kan worden onderzocht.
Phenomenology (interpretivism, constructivism, naturalistisch)
Er bestaat een waarheid die niet objectief kan worden onderzocht.
Twee kaders
Orthodox - Gnostic
Gnostic: Fysieke werkelijkheid is een illusie, de waarheid zit verborgen en is moeilijk te
bereiken. De taal is ambigue (manier om kennis over te dragen).
Orthodox: Er is een objectieve, simpele en transparante waarheid.