Godsdienst:
Verhalen Nieuw Testament
Twee mannen uit Emmaüs
Lucas en Matteüs waren meegereisd met Jezus toen hij in Emmaüs kwam. Jezus probeerde zieken
beter te maken. Hij liet ze delen in de liefde van God. Voor hem was iedereen gelijk en leerde dat ook
aan Matteüs. God = Vader. Jezus voelde zich zo dicht bij god dat het precies zijn zoon was. Heb God
lief en elkaar lief.
Lucas en Matteüs blikken terug op hun reis met Jezus.
Over Mozes en Elia
Mozes leidde het volk weer naar het licht. Jezus zei: “het geloof van Mozes is mijn geloof”. Mozes
had 5 boeken.
Elia was een profeet, net als Jezus. Elia maakte zich kwaad omdat de mensen de verhalen van Mozes
aan hun laars lapten.
Ze zijn allemaal bang dat het niets meer wordt met de mensen en met de wereld.
En het werd weer licht
Lucas en Matteüs hebben het gevoel dat ze niet met 2 zijn maar met 3. God wil wat Jezus ook
geloofde, dat het leven niet eindigt met de dood. God ontfermt zich over de doden zoals over Mozes
en Elia. De God heeft zich ook over Jezus ontfermt. Lucas en Matteüs beseffen dat ze terug naar
Jeruzalem moeten gaan om de herinnering aan Jezus levend te houden. Ze denken erover na om het
verhaal van Jezus op te schrijven om ervoor te zorgen dat mensen later ook zouden weten wie hij
was en wat jij deed. Ze begonnen met hun eigen verhaal te schrijven, over wat ze hebben bedacht na
de dood van Jezus.
De Emmaüsgangers
Er waren twee mannen, vrienden van Jezus die een jaar lang hadden meegereisd met Jezus, een man
van God. Jezus wou de rollen omdraaien waardoor de rijken bang werden en hij werd gekruisigd. Op
het moment dat ze terug naar hun eigen dorp liepen, kwamen ze een derde man tegen. Voor Lucas
en Matteüs was de bijbel een gesloten boek. De derde man opende het boek langzaam en de ogen
van Lucas en Matteüs opende ook langzaam. Eens aangekomen, wisten ze wie de derde man was.
Jezus. Toen hij plots weer weg was, besloten ze terug te trekken naar Jeruzalem en de verhalen van
Jezus op te schrijven.
Het verloren schaap en de verloren penning
Er wordt een gelijkenis gemaakt tussen een herder met schapen en een kind. Wanneer een herder
100 heeft en 1 verliest, laat hij die 99 anderen alleen om het ene te zoeken. Wanneer hij die vind is
hij super gelukkig. Wanneer op aarde 1 verloren mensenkind gevonden wordt, zijn ze in de hemel net
zo blij als die herder.
Jezus kroop over de vloer van de wereld om het verlorene te zoeken.
1
, Godsdienst:
Verhalen Nieuw Testament
De verloren zoon
Verhaal gaat over 2 zonen. De ene is een rustige, oppassende jongen die altijd aan het werk was. De
andere was altijd op zwier. De jongste vroeg om zijn erfenis omdat hij een verre reis wou maken. De
jongste was blij met zijn vrijheid. Hij had veel vrienden, want hij had veel geld. Toen zijn geld
verdween, verdwenen zijn vrienden en er brak een hongersnood uit. Alleen rijken konden een beetje
eten kopen. Toen moest hij als varkens hoeder werken. Hij vroeg zich af hoe het thuis ging en
overwoog om terug te keren. Zijn vader ontving hem met open armen, hij organiseerde een
feestmaal. Zijn zoon was dood en hij is weer tot leven gekomen.
De broer was minder blij, hij vond het een schooier.
De barmhartige Samaritaan
Een geleerde man vroeg aan Jezus Wat je moet doen om in de hemel te komen. Hij antwoorde dat
Mozes ons twee geboden heeft geleerd. Heb God lief, heb je naaste lief. Hij wist niet wie zijn naaste
was.
Een man daalde af van Jeruzalem naar Jericho wanneer er plotseling rovers tevoorschijn sprongen.
Ze sloegen hem bond en blauw. Zowel een priester als een leviet liepen hem in een grote boog
voorbij. Toen kwam een Samaritaan, die daar gewoon op reis was en een andere bijbel had. Hij zag
de man liggen en ging er onmiddellijk naartoe om het te verzorgen en bracht hem naar een herberg.
De herbergier gaf geld om voor de man te zorgen.
Naaste: iemand die zo barmhartig is als God
Brood voor het hele volk
David en Elisa: twee broodverhalen.
David: was op de vlucht voor koning Saul en kwam samen met zijn mannen half verhongerd toe bij de
priester in de tempel. Hij gaf hen 5 van de 12 heilige broden. (12, eentje voor iedere stam van Israël;
5, het getal van Israël: het is Israël dat van de ene God moet vertellen in alle 4 windstreken van de
aarde 4 + 1 = 5 Mozes 5 boeken)
Elisa: profeet
Jezus was moe, omdat mensen kwamen en gingen om over hun pijn en verdriet te vertellen. Hij
besloot even weg te gaan, maar de mensen zagen het en volgden hem. Hij zag de honger in hun
ogen. Hij wou ze niet weg sturen dus besloot om brood naar de rustige plek te brengen. De
discipelen dachten dat er te weinig brood zou zijn. Er waren 5 broden en dat was volgens Jezus meer
dan genoeg. De mensen aten en er waren zelf nog 12 manden brood over en 5000 mensen hadden
ervan gegeten.
Er was genoeg voor iedereen
Zacheüs
Zachëus (betekent ‘de reine’) verliet zijn tolhuis op Jezus te kunnen zien, maar in de Jerichostraat
stond het vol met mensen dus kroop hij in een vijgenboom. Toen Jezus toekwam, kon hij amper door
en negeerde alle mensen tot hij Zacheüs zag zitten. Jezus wou mee naar zijn huis. Toe Jezus vroeg
hoe het met hem ging begon hij te huilen omdat hij zo eenzaam is. Jezus vindt hem een mooi mens
2
Verhalen Nieuw Testament
Twee mannen uit Emmaüs
Lucas en Matteüs waren meegereisd met Jezus toen hij in Emmaüs kwam. Jezus probeerde zieken
beter te maken. Hij liet ze delen in de liefde van God. Voor hem was iedereen gelijk en leerde dat ook
aan Matteüs. God = Vader. Jezus voelde zich zo dicht bij god dat het precies zijn zoon was. Heb God
lief en elkaar lief.
Lucas en Matteüs blikken terug op hun reis met Jezus.
Over Mozes en Elia
Mozes leidde het volk weer naar het licht. Jezus zei: “het geloof van Mozes is mijn geloof”. Mozes
had 5 boeken.
Elia was een profeet, net als Jezus. Elia maakte zich kwaad omdat de mensen de verhalen van Mozes
aan hun laars lapten.
Ze zijn allemaal bang dat het niets meer wordt met de mensen en met de wereld.
En het werd weer licht
Lucas en Matteüs hebben het gevoel dat ze niet met 2 zijn maar met 3. God wil wat Jezus ook
geloofde, dat het leven niet eindigt met de dood. God ontfermt zich over de doden zoals over Mozes
en Elia. De God heeft zich ook over Jezus ontfermt. Lucas en Matteüs beseffen dat ze terug naar
Jeruzalem moeten gaan om de herinnering aan Jezus levend te houden. Ze denken erover na om het
verhaal van Jezus op te schrijven om ervoor te zorgen dat mensen later ook zouden weten wie hij
was en wat jij deed. Ze begonnen met hun eigen verhaal te schrijven, over wat ze hebben bedacht na
de dood van Jezus.
De Emmaüsgangers
Er waren twee mannen, vrienden van Jezus die een jaar lang hadden meegereisd met Jezus, een man
van God. Jezus wou de rollen omdraaien waardoor de rijken bang werden en hij werd gekruisigd. Op
het moment dat ze terug naar hun eigen dorp liepen, kwamen ze een derde man tegen. Voor Lucas
en Matteüs was de bijbel een gesloten boek. De derde man opende het boek langzaam en de ogen
van Lucas en Matteüs opende ook langzaam. Eens aangekomen, wisten ze wie de derde man was.
Jezus. Toen hij plots weer weg was, besloten ze terug te trekken naar Jeruzalem en de verhalen van
Jezus op te schrijven.
Het verloren schaap en de verloren penning
Er wordt een gelijkenis gemaakt tussen een herder met schapen en een kind. Wanneer een herder
100 heeft en 1 verliest, laat hij die 99 anderen alleen om het ene te zoeken. Wanneer hij die vind is
hij super gelukkig. Wanneer op aarde 1 verloren mensenkind gevonden wordt, zijn ze in de hemel net
zo blij als die herder.
Jezus kroop over de vloer van de wereld om het verlorene te zoeken.
1
, Godsdienst:
Verhalen Nieuw Testament
De verloren zoon
Verhaal gaat over 2 zonen. De ene is een rustige, oppassende jongen die altijd aan het werk was. De
andere was altijd op zwier. De jongste vroeg om zijn erfenis omdat hij een verre reis wou maken. De
jongste was blij met zijn vrijheid. Hij had veel vrienden, want hij had veel geld. Toen zijn geld
verdween, verdwenen zijn vrienden en er brak een hongersnood uit. Alleen rijken konden een beetje
eten kopen. Toen moest hij als varkens hoeder werken. Hij vroeg zich af hoe het thuis ging en
overwoog om terug te keren. Zijn vader ontving hem met open armen, hij organiseerde een
feestmaal. Zijn zoon was dood en hij is weer tot leven gekomen.
De broer was minder blij, hij vond het een schooier.
De barmhartige Samaritaan
Een geleerde man vroeg aan Jezus Wat je moet doen om in de hemel te komen. Hij antwoorde dat
Mozes ons twee geboden heeft geleerd. Heb God lief, heb je naaste lief. Hij wist niet wie zijn naaste
was.
Een man daalde af van Jeruzalem naar Jericho wanneer er plotseling rovers tevoorschijn sprongen.
Ze sloegen hem bond en blauw. Zowel een priester als een leviet liepen hem in een grote boog
voorbij. Toen kwam een Samaritaan, die daar gewoon op reis was en een andere bijbel had. Hij zag
de man liggen en ging er onmiddellijk naartoe om het te verzorgen en bracht hem naar een herberg.
De herbergier gaf geld om voor de man te zorgen.
Naaste: iemand die zo barmhartig is als God
Brood voor het hele volk
David en Elisa: twee broodverhalen.
David: was op de vlucht voor koning Saul en kwam samen met zijn mannen half verhongerd toe bij de
priester in de tempel. Hij gaf hen 5 van de 12 heilige broden. (12, eentje voor iedere stam van Israël;
5, het getal van Israël: het is Israël dat van de ene God moet vertellen in alle 4 windstreken van de
aarde 4 + 1 = 5 Mozes 5 boeken)
Elisa: profeet
Jezus was moe, omdat mensen kwamen en gingen om over hun pijn en verdriet te vertellen. Hij
besloot even weg te gaan, maar de mensen zagen het en volgden hem. Hij zag de honger in hun
ogen. Hij wou ze niet weg sturen dus besloot om brood naar de rustige plek te brengen. De
discipelen dachten dat er te weinig brood zou zijn. Er waren 5 broden en dat was volgens Jezus meer
dan genoeg. De mensen aten en er waren zelf nog 12 manden brood over en 5000 mensen hadden
ervan gegeten.
Er was genoeg voor iedereen
Zacheüs
Zachëus (betekent ‘de reine’) verliet zijn tolhuis op Jezus te kunnen zien, maar in de Jerichostraat
stond het vol met mensen dus kroop hij in een vijgenboom. Toen Jezus toekwam, kon hij amper door
en negeerde alle mensen tot hij Zacheüs zag zitten. Jezus wou mee naar zijn huis. Toe Jezus vroeg
hoe het met hem ging begon hij te huilen omdat hij zo eenzaam is. Jezus vindt hem een mooi mens
2
