VOLLEDIGE samenvatting Elektrofysiologie

Elektrofysiologie
1. Overzicht
 Membrana tympani
➢ Amplificatie mechanisme door hefboomsysteem
➢ Aanpassing akoestische impedantie ter hoogte van trommelvlies.
➢ Kritische demping van het trommelvlies met zo weinig mogelijke oscillaties.
▪ Anders hoor je continu echo als het trommelvlies blijft natrillen.
➢ Tympanische reflex 50ms
▪ M. tensor tympani en stapedius
▪ Gaat structuurtjes immobiliseren om gehoorschade te vermijden.
➢ Tonotopie van de membrana basilaris.
▪ Aan de basis (ter hoogte van ovale venster) liggen de hoge frequenties
• Door fysische eigenschappen (stijfheid, massa, …)
▪ Aan de apex (ter hoogte van het helicotrema) liggen de lage frequenties.




➢ Lopende golven starten aan het ovale venster en planten zich voort in de Scala
Vestibuli. Ter hoogte van helicotrema gaat het Scala vestibuli zich omzetten in Scala
Tympani om te eindigen ter hoogte van het Fenestra rotunda.
➢ Orgaan van Corti steunt op basilair membraan.
➢ Wanneer stapes zich in het ovale venster duwt krijg je de compressie fase. Het basilair
membraan gaat neerwaarts buigen. Wanneer de stapes uit het ovale venster wordt
getrokken dan ontstaat er rarefactie en gaat het basilair membraan naar boven
uitwijken. Dit zorgt voor de lopende golf.




1

, 2. Architectuur van de cochlea
 De cochlea, het benig labyrint, is een gewonden structuur en bestaat uit 2 en ¾ windingen
rond de modiolus, een centraal benig kanaal. Deze vormt de as van de cochlea.
 Binnenin het benig labyrint bevindt zich het membranair labyrint. Dit is te zien als de
driehoekige structuur op de dwarse doorsnede.
 Het membranair labyrint heeft een longitudinale gradiënt van eigenschappen van basis naar
apex.
 Door de aanwezigheid van het membranair labyrint wordt de totale ruimte opgedeeld in 3
delen:
➢ Scala vestibuli
➢ Scala media
➢ Scala tympani
 Deze zijn door diverse weefsels afgelijnd, onder andere het spiraal ligament, de stria
vascularis, de membraan van Reissner en de basilaire membraan. (Spiraal ganglion).
 St Vas = stria vascularis
 SV = Scala Vestibuli
 RM = Membraan van Reissner
 OC = Orgaan van Corti
 Lim = Limbus
 SM = Scala Media
 Sp Lig = Spiraal ligament
 BM = Basilair membraan
 ST = Scala tympani
 SpG = Spirale Ganglion

De cochlea – het binnenoor
 Weten welke structuren waar liggen om je te kunnen oriënteren.




2

, Spiraal ligament
➢ Epitheelcellen
➢ Haarvaten
➢ Bindweefsel
 Het orgaan van Corti bestaat uit:
➢ Steuncellen
➢ Inwendige haarcellen
➢ Binnenste en buitenste pilaarcellen
➢ Uitwendige haarcellen
 Basilaire membraan
➢ Het basilaire membraan verloopt van lamina spiralis tot het spiraal ligament.
➢ Van basis → apex verbreedt en verdunt het basilair membraan waardoor de stijfheid
gradueel vermindert met een factor 100 (van 100 → 1).
➢ De stijfheid van het basilair membraan daalt van basis naar apex toe. Het membraan is
smal aan de basis en breed aan de apex. Omgevende structuren worden juist smaller
naar de apex toe. Het gevolg ervan is dat de hoge frequenties gerepresenteerd ter
hoogte van de basis en de lage frequenties ter hoogte van de apex.
 In de Stria Vascularis zitten de bloedvaten die zorgden voor de voornaamste doorbloeding.
 De membrana tectoria steunt op 2 plaatsen op het orgaan van Corti.
 Ter hoogte van de apex zit het helicotrema waar de scala Vestibuli communiceert met de
scala Tympani.




2.2 Het orgaan van Corti
 Receptorcellen: haarcellen
➢ 1 rij inwendige haarcellen (IHCs) → 3500 tal
➢ 3 rijen uitwendige haarcellen (OHCs) → 12500, diameter 8-10 m, lengte 25-100 m.
 Steuncellen (Deiter cellen, Hensen cellen, Claudius cellen, …), vooral aan buitenzijde,
verlenen stevigheid middels prominent cytoskeletale organisatie.
 De stevigste structuur is een driehoek en dat wordt gevormd door de pilaarcellen. Links van
de tunnel van Corti bevindt zich de binnenste pilaarcel en rechts de buitenste pilaarcel.
 De meeste bloedvaatjes zitten in de stria vascularis. Ter hoogte van de weefselstructuur
onder het basilair membraan zijn bloedvaten schaars. De reden hiervoor is dat als hier
capilairen zouden lopen, deze zo klein zijn dat de rode bloedcellen eigenlijk groter zijn dan de
capilairen. Als gevolg zou je het bloed horen lopen en continu ruis horen.
 IPC= inner farangeal cell = steuncellen aan de binnenkant.
➢ Dit zijn cellen die rond de binnenste haarcellen zitten.
 De buitenste haarcellen vallen mooi in de Deiter cellen.
 Membrana tectoria heeft twee steunpunten. Ter hoogte van de binnenste en buitenste
haarcellen en steuncellen.

3

,  Pilaarcellen en cellen van Deiter
➢ Deze cellen geven mechanische sterkte aan het orgaan van Corti en bevatten daarom
microtubuli.
➢ De pilaarcellen bevatten ook microfilamenten zijnde actine.
➢ De cellen van Deiter vertonen ook microtubuli in de falangeale uitlopers om de sterkte
van de fijne structuurtjes te verzekeren.
➢ De falangeale uitlopers hebben als functie het stabiliseren van de positie van de
uitwendige haarcellen. Ze beletten dat de OHC uit de cup kunnen schieten en houdt ze
dus op hun plaats.




 Stereocilia: afgeplatte U en W-vormige structuren.
 Inwendige haarcellen
➢ Maken geen contact met de membrana tectoria.
➢ Lengte van basis naar apex is 2 m → 5 m
 Uitwendige haarcellen
➢ Enkel de langste haarcellen maken contact met de membrana tectoria. Die langste
haarcellen liggen aan de basis van de “W”-structuur.
➢ Door de directe verbinding treedt mechanische trauma op waardoor de haarcellen
afsterven → cochleaire versterker kapot → gehoorschade.
➢ Lengte van basis naar apex is 1 m → 6 m
 Kinocilium is de benaming voor het langste haarcel in het vestibulair systeem, maar niet in de
cochlea!




4