Samenvatting Dringende medische hulpverlening door verpleegkundigen, ISBN: 9789463792707 Dringende zorgverlening

Hoofdstuk 2: Het respiratoir stelsel
Verdrinking en onderdompeling

Fase1:  Enorme inspanningen om boven water te blijven  paniek, ongecontroleerde bewegingen om
onderdompelingsfase zichzelf boven water te houden  meer zuurstofgebruik en sneller ademen  niet-geoefende
spieren krijgen minder zuurstof aangeboden en gaan over tot anaerobe verbranding waardoor
metabole acidose ontstaat  krampen, moeilijker zwemmen

 Struggle for life

Fase 2: apnoe en  Adem ophouden onder water (apnoe)
aspiratiefase  Krijgt water in mond en neus en slikt dat zoveel mogelijk in waardoor maag gevuld raakt met
water
 Water inademen  hevige hoestreflexen
 Larynxspasme  beschermingsreflex  als reactie op water dat stembanden prikkelt, sluiten
stembanden luchtweg af, zo kan er geen water in longen terechtkomen, maar ook geen lucht en
zuurstof
 Bewusteloos tgv asfyxie  respiratoire acidose en hypercapnie

Fase 3: inhalatiefase  Door diepere bewusteloosheid  verslappen spiertonus
 Inhalatie water  veel water in lagere luchtwegen  gasuitwisseling geremd  MOF
(multiorgaanfalen) + irreversibele weefselschade
 Tachycardie en hypertensie
 Hersencortex wordt geprikkeld door zuurstofgebrek en zo ontstaan convulsies

Zoet water Zout water
 Bevat lager zoutgehalte dan bloed   Hoger zoutgehalte dan bloed  hypertoon
Fase 4 hypotoon  osmose naar
Alle vitale bloedbaan/
functies vallen uit en er treedt irreversibele weefselschade op waardoor dood zal
cellen intreden  Osmose van bloed naar alveoli (met het
daarin zoute water die hypertoon is)
 Hypervolemie  hartdecompensatie
 Hypovolemie + schrompelen rode BC
 Groot aantal bloedcellen slorpen water op
tot ze barsten  hemolyse + hyperkaliëmie  Acuut longoedeem: roze, schuimend en
Duikreflex kleverig sputum dat uit neus en mond
 Contact koud water  herverdeling bloed
Secundair kan er longoedeem ontstaan tgv  skeletspieren
vloeit en huid krijgen minder bloed
toegestuurd ten voordelen van vitale
linker hartdecompensatie en stuwing in organen  bradycardie
Vertraagd
 kleine metabolisme
bloedsomloop  door hypothermie
atelectase + evt.  zuurstofgebrek
 Atelectase +daalt
evt. ARDS
ARDS

Bijzondere vormen


Hydrocutie  Plotse onderdompeling in koud water  prikkeling neurovegetatief zenuwstelsel (nervus vagus) 
circulatiestilstand
 Sterke prikkeling nervus vagus  bradycardie & asystolie

Na acute  Tijdens zwemmen:


1

, ziektetoestand o CVA
o Hartinfarct
o Epilepsie

 Onderdompeling veroorzaakt bijkomende en verzwarende complicatie

Ongeval met
bewustzijnsverlies
Halswervelletsel  Duik in ondiep water

Apnoeduik  Langdurig onder water kunnen blijven zonder hulp van AHapparatuur  zwemmer zal eerst
hyperventileren en dan water induiken terwijl hij adem inhoudt (apnoe)

 paCO2 daalt  vasoconstrictie in hersenen (cerebrale vasoconstrictie)

 paO2 neemt evenredig toe met aantal meter onder water

 lage paCO2  AHcentrum krijgt geen signaal om prikkel tot inspiratie te sturen  zwemmer kan
langer dan normaal onder water blijven
 juist onder oppervlak raakt hij bewusteloos omdat paO 2 zeer sterk daalt
 hypoxie in combinatie met cerebrale vasoconstrictie  black-out

Intoxicatie  alcohol, stimulerende of verdovende middelen
 accidenteel in water terecht komen




Maatregelen/ behandeling


Veiligheid  eigen veiligheid eerst!
 Bewust slachtoffer: drijvend voorwerp toegooien

Opstarten  5 rescue breaths  30 compressies afwisselend met 2 beademingen
resuscitatie  CAVE: braken

Regurgitatie  Braken voorkomen  sellickmanoeuvre
tijdens reanimatie  P in zijligging + drukken op maagstreek  korte onderbreking tijdens reanimatie
 Aspiratie via maagsonde

Hypothermie  Verdere afkoeling vermijden


2