1
NIERZIEKTEN
NIERINSUFFICIËNTIE
Nierinsufficiëntie: nier is onvoldoende in staat om normale functies uit te
voeren (bv. vochtbalans, bloed filteren) waardoor ernstige ziekteverschijnselen
ontstaan.
Chronische nierinsufficiëntie: nierfunctie neemt geleidelijk af. In
beginstadium vage klachten, vaak zijn vochtretentie, natriumretentie en
vermoeidheid de eerste symptomen.
Acute nierinsufficiëntie: symptomen ontstaan door plots tekortschieten van
de filtratiefunctie van de nier. Hierdoor ontstaat ophoping van eiwitafbraak
producten, water & elektrolyten → water- en elektrolytenbalans verstoord →
oedeem, hypertensie en hyperkaliëmie.
Parameters:
GFR (glomerulaire filtratiesnelheid): hoe snel nieren afvalstoffen uit het bloed
wegfilteren.
Normale nierfunctie 120 ml/min
Lichte NI <90 ml/min
Matige NI <60 ml/min
Ernstige NI <30 ml/min
Terminale NI <15 ml/min
Albuminurie: eiwitverlies via urine (mate van nierschade).
Micro-albuminurie 20-200 mg/L
Macro-albuminurie >200 mg/L
PREDIALYSE DIEET (PRETERMINALE NI)
Doelstellingen dieet
Achteruitgang nierfunctie vertragen
Verminderen complicaties door streven naar goede bloedwaarden (ureum,
kalium, fosfaat)
Ondersteunen bloeddrukregulatie
Verminderen vochtretentie
Verbeteren voedingstoestand
Dieetkenmerken predialyse dieet (EXAMEN)
Eiwit: 0,8 – 1g/kg ILG/dag
, 2
Afbraakproducten eiwitstofwisseling onvoldoende uitgescheiden → uremie
Eiwitrijke voeding kan druk op glomerulus verhogen
Vooral dierlijke eiwitten doen nierfunctie dalen
Eiwitbeperking vanaf GFR 60-90 ml/min
ILG: bij overgewicht corrigeren naar BMI 27, bij ondergewicht naar BMI 20
Streefwaarde: serumureum <30 mmol/L
Natrium: 2000 mg/dag
Bij oedeem/hypertensie kan strengere beperking nodig zijn
Hypertensie versnelt progressie
ACE-remmers verlagen druk in glomerulus waardoor nierschade afgeremd
wordt
Kalium: 2000-2500 mg/dag
ACE-remmers remmen kaliumexcretie af → hyperkaliëmie (kan hartstilstand
veroorzaken)
Kaliumbindende medicatie: bindt kalium uit voeding en wordt uitgescheiden
Streefwaarde: serumkalium <5 mmol/L
Fosfor: 800-1200 mg/dag
Fosfor reeds beperkt door eiwitbeperking
Hyperfosfatemie behandeld met fosfaatbinders (calciumacetaat,
calciumcarbonaat)
Streefwaarde: serumfosfaat <1,8 mmol/L
Drinkvocht: 1,5L/dag
Kans op overvulling (bij hartfalen of oligurie = minder dan 0,5L
urineproductie/dag)
Energie
Door eiwitbeperking mogen meer enkelvoudige suikers + vetten toegevoegd
worden
Gewichtsverlies vermijden → spierafbraak → afvalstoffen komen vrij → moeilijk
te verwijderen
NI gaat vaak gepaard met atherosclerose → opletten met VVZ
Vitaminen & mineralen
Vit D → bevorderen calciumabsorptie
Ca → regelen serumfosfaatgehalte + boosten calciumgehalte
Fe → ferritinegehalte op peil brengen (belangrijk bij toedienen EPO → EPO
stimuleert aanmaak rode bloedcellen)
NIERZIEKTEN
NIERINSUFFICIËNTIE
Nierinsufficiëntie: nier is onvoldoende in staat om normale functies uit te
voeren (bv. vochtbalans, bloed filteren) waardoor ernstige ziekteverschijnselen
ontstaan.
Chronische nierinsufficiëntie: nierfunctie neemt geleidelijk af. In
beginstadium vage klachten, vaak zijn vochtretentie, natriumretentie en
vermoeidheid de eerste symptomen.
Acute nierinsufficiëntie: symptomen ontstaan door plots tekortschieten van
de filtratiefunctie van de nier. Hierdoor ontstaat ophoping van eiwitafbraak
producten, water & elektrolyten → water- en elektrolytenbalans verstoord →
oedeem, hypertensie en hyperkaliëmie.
Parameters:
GFR (glomerulaire filtratiesnelheid): hoe snel nieren afvalstoffen uit het bloed
wegfilteren.
Normale nierfunctie 120 ml/min
Lichte NI <90 ml/min
Matige NI <60 ml/min
Ernstige NI <30 ml/min
Terminale NI <15 ml/min
Albuminurie: eiwitverlies via urine (mate van nierschade).
Micro-albuminurie 20-200 mg/L
Macro-albuminurie >200 mg/L
PREDIALYSE DIEET (PRETERMINALE NI)
Doelstellingen dieet
Achteruitgang nierfunctie vertragen
Verminderen complicaties door streven naar goede bloedwaarden (ureum,
kalium, fosfaat)
Ondersteunen bloeddrukregulatie
Verminderen vochtretentie
Verbeteren voedingstoestand
Dieetkenmerken predialyse dieet (EXAMEN)
Eiwit: 0,8 – 1g/kg ILG/dag
, 2
Afbraakproducten eiwitstofwisseling onvoldoende uitgescheiden → uremie
Eiwitrijke voeding kan druk op glomerulus verhogen
Vooral dierlijke eiwitten doen nierfunctie dalen
Eiwitbeperking vanaf GFR 60-90 ml/min
ILG: bij overgewicht corrigeren naar BMI 27, bij ondergewicht naar BMI 20
Streefwaarde: serumureum <30 mmol/L
Natrium: 2000 mg/dag
Bij oedeem/hypertensie kan strengere beperking nodig zijn
Hypertensie versnelt progressie
ACE-remmers verlagen druk in glomerulus waardoor nierschade afgeremd
wordt
Kalium: 2000-2500 mg/dag
ACE-remmers remmen kaliumexcretie af → hyperkaliëmie (kan hartstilstand
veroorzaken)
Kaliumbindende medicatie: bindt kalium uit voeding en wordt uitgescheiden
Streefwaarde: serumkalium <5 mmol/L
Fosfor: 800-1200 mg/dag
Fosfor reeds beperkt door eiwitbeperking
Hyperfosfatemie behandeld met fosfaatbinders (calciumacetaat,
calciumcarbonaat)
Streefwaarde: serumfosfaat <1,8 mmol/L
Drinkvocht: 1,5L/dag
Kans op overvulling (bij hartfalen of oligurie = minder dan 0,5L
urineproductie/dag)
Energie
Door eiwitbeperking mogen meer enkelvoudige suikers + vetten toegevoegd
worden
Gewichtsverlies vermijden → spierafbraak → afvalstoffen komen vrij → moeilijk
te verwijderen
NI gaat vaak gepaard met atherosclerose → opletten met VVZ
Vitaminen & mineralen
Vit D → bevorderen calciumabsorptie
Ca → regelen serumfosfaatgehalte + boosten calciumgehalte
Fe → ferritinegehalte op peil brengen (belangrijk bij toedienen EPO → EPO
stimuleert aanmaak rode bloedcellen)