De volkerentijd (1800-1945)
1.1 Situering in de tijd en ruimte
De 19de eeuw wordt gekenmerkt door 3 revoluties:
1) De Verlichting (revolutie van het denken)
2) De Industriële Revolutie
3) Politieke revoluties (o.a. Franse en Belgische)
Het Ancien Régime (de oude maatschappij (de vorstentijd) werd vervangen door een
nieuwe samenleving. Die samenleving steunt op de begrippen liberalisme 1,
kolonialisme2 en nationalisme3.
1.2 De Verlichting
Ontstaan en kenmerken
Filosofische en intellectuele stroming in Europa (18de eeuw)
o Ideologie: de mens en het principe van het rationalisme staat centraal
Deed beroep op de rede
o Met de rede moest het mogelijk zijn alle problemen te lijf te gaan
Knowledge is power
Vooruitgangsoptimisme – de individu is belangrijker dan de groep
Wees gezag en traditie af
o Afkeuring van ieder dogmatisme (van de godsdienst)
o Antiklerikaal (tegen de Kerk als instituut en haar invloed op de
samenleving)
Toepassing en verspreiding
Legden de grondslag voor het politieke liberalisme
o Montesquieu4 formuleerde de voorwaarden van de scheiding van de
staatsmachten
Geheime genootschappen ontstaan de vrijmetselarij
Deze nieuwe opvattingen leidde tot het verlicht despotisme
Verlicht despotisme (Maria Theresia en Jozef II)
o “Alles voor het volk, niets door het volk”
o Probeerde de revolutie van bovenaf door te voeren
1
Liberalisme is een manier van denken waarbij vrijheid voor mensen heel belangrijk is.
Iedereen moet zelf kunnen kiezen wat ze doen, zolang ze anderen geen kwaad doen. De
overheid moet mensen helpen, maar zich niet te veel bemoeien met hun leven.
2
Kolonialisme is een politiek en economisch systeem waarbij een land macht uitoefent over
een ander gebied, meestal door het te bezetten en te besturen. Het doel is vaak om
economische voordelen te behalen, zoals grondstoffen, handelsroutes of arbeid, waarbij de
belangen van de oorspronkelijke bevolking meestal ondergeschikt zijn aan die van de
koloniserende macht.
3
Nationalisme is een ideologie waarbij de eigen natie centraal staat. Het benadrukt trots op de
nationale identiteit, cultuur en geschiedenis, en streeft vaak naar politieke zelfstandigheid of het
beschermen van nationale belangen, soms boven internationale samenwerking.
4
Montesquieu is een voorbeeld van iemand die de Verlichting ging toepassen
1
, Noa Macario – student LLO 2
1.3 Maatschappelijke en politieke revoluties
1.3.1 Franse revolutie (1789) en de Napoleontische tijd
mensen hebben honger
(1799-1815)
a) Economische crisis en sociale ontevredenheid
Frankrijk kende een snelle bevolkingstoename
o De landbouw was niet in staat deze stijging op te vangen voedselprijzen
stegen
o In 1788 mislukt de oogst voedselprijzen stegen
Samenleving standenmaatschappij
o Clerus (1)
o Adel (2)
o Derde stand (3)
Ambachtslui
Handelaars worden rijk krijgen een andere naam “de
burgerij”
De burgerij zijn rijk, maar krijgen geen rechten (alleen adel
en clerus zijn bevoorrecht)
2