Le futur simple Guides d'étude, Notes de cours & Résumés

Samenvatting (schematisch overzicht) van de Franse tijden (les temps). Volgende tijden komen duidelijk aan bod: 1. Le passé composé 2. Le passé récent 3. L'imparfait 4. Le plus-que-parfait 5. Le futur simple 6. Le futur antérieur 7. Le conditionnel présent 8. Le conditionnel passé 9. Le subjonctif présent 10. Le subjonctif passé 11. L'impératif 12. Le gérondif Handig overzicht dat doorheen het volledige secundaire onderwijs gebruikt kan worden voor het vak Frans.

In deze samenvatting staat alles van trajet 1 en 2, samen met alle tijden die hierin gebruikt worden. Alles wordt hier goed uitgelegd.

In deze samenvatting vind je hoe je de 9 tijden in het frans moet vervoegen. Alles wordt in het Nederlands uitgelegd.

This document provides a summary of key concepts related to French, particularly focusing on grammar, verb, and language rules, Includes: irregular adjectives, verbs tenses, expressions for invitations and interrogatives, direct and indirect object pronouns,

Deze samenvatting bevat uitleg over de passé composé, le present, impératif, la négation, le conditionnel, le futur simple, le futur du passé en het être-huis. De uitzonderingen zijn ook gegeven.

Dit document is een samenvatting van 'Les verbes; Le futur simple', uit het boek 'Branché 3D' voor het vak Frans in het GO! Onderwijs in de doorstroomfinaliteit/ASO.

alle werkwoord tijden uit het vak français des affaires (frans), richting event- en projectmanagement, arteveldehogeschool

Le verbs voor het vervoegen -> alle tijden passé composé , L'imperfait, L'imperatif, conditionnel présent, passé récent , futur simple

This document includes the French conjugations and rules of regular and irregular verbs in the present tense, the past tense (le passé composé and l'imparfait), the future tense (le futur simple), the conditional tense, the 'plusque parfait' and the past conditional.

Franse werkwoorden op -er in de volgende tijden: L’indicatif présent (.), L’indicatif futur proche (f.p.) L’indicatif imparfait (i.i.), L’indicatif passé récent (p.r.) L’indicatif futur simple (f.s.), L’impératif (imp.) L’indicatif passé composé (p.c.), Le conditionnel présent (.).