1. Inleiding
Filosofie -> Filein + Sophia
Houden van + Griekse godin v/d wijsheid
= de afkomst = de etymologie
Vroeger was filosofie verhaal van mannen: sinds 20ste eeuw niet meer (vrouw toegang tot onderwijs)
De oorsprong
-> Volgens Plato start het bij verwondering (= bron van zoektocht wat er is in onszelf
a) Filosofie = zo oud als de mens en iedereen stelt diepe vragen
-> Waarom leven we?
b) Manier van denken is ontstaan in bepaalde periode en culturen
1.1 De westerse filosofie (6de eeuw v.Chr) ----> Oorzaak van lijden = oordelen
- Ontstond rond Egeïsche zee (= tss Egypte en Turkije)
- Wordt beschreven als overgang mythos -> logos
-> Mythos: fantasie, het bovennatuurlijke
-> Logos: aardse manier, nuchter, observatie en verklaring
= rationele verklaring (=belang van observatie + natuur uit de natuur verklaard & niet uit goden of wezens)
- Mythische wereldbeelden uit Grieks-Christelijke (Westerse) cultuur
-> Ilias (= paard van Troje) & Odysseus -> Van de blinde schrijver Homerus
Odysseus: Komt terug naar zijn vrouw en alle bemanning sterft = verhaal van kwelling
Vrouw staat met verleiders maar hij verslaat deze
Hij komt Sirenen tegen = verleiden de mannen door hun gezangen (doet was in de oren en hangt aan mast) = test
van verleiding van vlees en schoonheid
Gelezen als ‘de weg die mens aflegt in het leven om zichzelf terug te vinden’
-> Oude testament: De zondeval: Adam en Eva
Door te oordelen (= eten van boom van kennis goed-kwaad) zijn we gaan lijden
Mens verschillend van dier: wij oordelen dus hebben psychologisch lijden
Gelezen als ‘het gevolg van kennis en oordelen’
1.2 De oosterse filosofie (6-5de eeuw v.Chr) ----> oorzaak van lijden = hechting
In India: Upanishaden werden geschreven (= filosofische geschriften op Veda’s)
- Mahavira (599-527 v.Chr) en Boeddha (480-400 v.Chr)
= 2 figuren die traditionele Brahmaanse levenswijze in vraag stelt + liggen aan basis van Jaïnisme en Boeddhisme
In China: Confucius (= Chineese sociale filosoof) en Taoïsme (= weg v/d mens in balans met natuur, Yin-Yang = alles
gaat over in elkaar: niets is en blijft hetzelfde)
2. Omschrijving en indeling van de filosofie
Volgens Italiaanse filosoof Crescenzo: bevindt zich tss religie en wetenschap
-> Wetenschap: bestudeert op systematische manier de natuur (wetten verklaren)
Domein = objectieve werkelijkheid
Ratio en Empire: rede en waarneming (zintuiglijk)
,-> religie= zoekt iets absoluuts en biedt troost aan zingeving
Domein = waarden en bewustzijn
Hoger dan te begrijpen met zintuig en verstand
Splitsing Mythos en logos (symbolisch jaar 1543)
-> 2 werken die visie veranderde
- Over de bewegingen van de hemelsferen: door Copernicus
- Over samenstelling van menselijk lichaam: door Vesalius
Uit filosofie ontstond wetenschap: filosofie = de moeder v/d wetenschap
Begrippen inductie en experiment ontstonden (Francis Bacon, 16de eeuw)
-> monden uit in de natuurwetten van Newton (17de eeuw) -> nu: fysica
2.1 Drie vragen en domeinen
Immanuel Kant = filosoof van de verlichting brengt alle vragen naar 3 essentiële vragen
-> Wat kan ik weten? ->>> ons denken
-> Wat kan ik doen? ->>> ons handelen: ethiek en sociale filosofie
-> Wat mag ik hopen? ->>> onze verwachtingen
Alle 3 de vragen herleiden naar 1 vraag: ‘Wat is de mens?’
Luc Ferry = Franse filosoof zegt 3 domeinen waarmee filosofie zich bezighoudt
-> kennis (werkelijkheid, objectief: in het brein)
-> ethiek (rechtvaardigheid)
-> wijsheid (belevenis, hoe staan we in het leven: in het hart)
Veel kennis niet gelijk aan wijs iemand!
Kennis -> objectieve feiten
Wijsheid -> hoe staan we in het leven? Niet in het brein maar in ons hart, ervaringen
2.2 Het huis van de filosofie
-> 2 verdiepen: de feiten en de waarden + Telkens 3 kamers
a) ZIJN; de feiten: de ontologie (de leer van het zijn: dat wat is) -> Het ‘zijnde’ opsplitsen in 3 grote domeinen:
De kosmologie (wereld) -> werking van kosmos en natuur
vb is er leven op mars?
De metafysica (bovenwereld) -> achterliggend principes (God? = theologie)
Vb leven na de dood? Wat is de zin van het leven?
De antropologie (mens) -> aard, status & plaats v/d mens
Vb wie ben ik? Wat is geluk?
-> ging als wetenschap over in sociologie, psychologie, ...
b) BEHOREN; de 3 waarden van Plato (hoor bij antropologie: waarden bij de mens)
-> hoofdletter want er is er maar 1 van
Het Ware (waarheid)
- de epistemologie of kennisleer: waarheid en kennis
- de logica
- de wetenschapsfilosofie: alles wordt hier onderzocht en verheldert
- de taalfilosofie: denken en taal
Het Schone (schoonheid)
- de esthetica -> afgeleide deelgebieden: kunst en cultuurfilosofie
Het Goede en Het Rechtvaardige
- de ethiek: onderzoekt het goede, de normen en waarden
- de sociale & politieke filosofie: rechtvaardige samenleving
- de rechtsfilosofie: aard van recht en ethiek
,3. De pre-socratische filosofie (= voor Socrates)
Westerse filosofie
6de – 5de eeuw v.Chr
Rond Egeïsche Zee (Griekenland – Turkije)
-> kosmologische vragen: oorsprong kosmos & principes van verandering
3.1 Thales van Milete
de de
6 – 5 eeuw v.Chr
-> beschouwd als 1ste filosoof (+ astronoom)
1) bracht werkelijkheid tot 1 beginsel = arché = water!
2) zijn wiskunde stelling (piramides meten) + zonsverduistering voorspellen
3) zijn uitspraak ‘ken jezelf’ = fundamenteel thema zelfkennis: orakel Delphi
Citaten: ken uzelf + alles is water of terug te brengen tot water
3.2 Anaximander van Milete
= leerling van Thales
6de – 5de eeuw v.Chr
-> Water arché? NEEN! -> Het apeiron was het beginsel: onbepaalde, het niets
Wereld = platte schijf, tekende wereldkaart en waagde zich aan 1ste kosmogonie gebaseerd op de 4 elementen
(water, aarde, vuur en lucht)
-> beschrijft wereld in termen van (on)rechtvaardigheid en schuld
3.3 Pythagoras
5de eeuw v.Chr
Zijn gemeenschap was vegetarisch en geloofden in reïncarnatie
-> ontwerpen van begrip ‘philosophos’: verwijs naar mens die blijft nadenken tot hij weet
-> zag verband tss wiskunde & werkelijkheid (via getallen en verbanden ertussen)
-> Stelling van Pythagoras: a2 + b2 = c2
Kosmos = geordend geheel
Citaten: de wereld is een getal, ik blijf zoeken en denken tot ik de werkelijkheid begrijp
3.4 Parmenides
5de eeuw v.Chr
= tegenstander van Herakleitos (Plato wil ze samenbrengen, hun visies)
-> de vraag naar ‘het zijn’ staat centraal = de ontologie
Citaten: Alles (het zijn) = 1 & onveranderlijk & aan zichzelf gelijk
-> Al het tijdelijke verschijnt en verdwijnt in het eeuwige zijn.
3.5 Herakleitos
5de eeuw v.Chr (na Parmenides)
= tegenstander van Parmenides (Plato wil ze samenbrengen)
->> heeft de bijnaam ‘De Duistere’ omwille van diepe citaten
-> vertrekt vanuit de verandering: alles wat je waarneemt kent verandering (zomer -> winter, dag -> nacht, leven ->
dood) -> het ‘worden’ staat centraal
= logos, voortdurende verandering gesymboliseerd door vuur
-> gelijkenissen met Chinese taoïsme (= wisselwerking yin en yang)
Citaten: alles vloeit, je kunt nooit 2x dezelfde rivier instappen, oorlog is de vader van alles (rivier vuur en oorlog zijn
zijn metaforen)
, 3.6 Democritos
4de eeuw v.Chr
= eerste filosofische materialist: vader van het Materialisme
Alles bestaat uit ondeelbare basiseenheden/deeltjes (atomos) = materialistische visie
-> Hierdoor gaat CERN in Zwitserland op zoek naar deeltjes uit kosmos
4. Filosofie binnen het hoger onderwijs
Doel: zelfreflectie onder de knie hebben -> Jezelf leren kennen voor je anderen kan helpen
Filosofie biedt inzicht in eigen normen, waarden en wereldbeeld, zin van het leven vinden
Iedereen wordt geconfronteerd met existentiële en spirituele vragen.
Epictetus -> filosofie = geneeskunde voor de ziel
Nu -> filosofie = inspiratiebron om tot zelfkennis te komen & als kritische reflectie op jezelf
5. Ken jezelf GNOTHI SEAUTON
‘Ken jezelf’ ->> Gegrift boven ingang orakel van Delphi (= de navel van de wereld)
Thales van Milete = auteur van die boodschap
(wat is het moeilijkste volgens hem -> Jezelf kennen -> wordt eerste filosoof)
Interpretatie: zelfkennis is belangrijk