Hoofdstuk 5: de peutertijd
5.1 Doelstelling en begrippen
5.2 Lichamelijke ontwikkeling
5.3 Motorische ontwikkeling
5.4 Sensoriële (perceptuele) ontwikkeling
5.5 Seksuele ontwikkeling
5.6 Cognitieve ontwikkeling
5.6.1 Het pre – operationeel stadium (Peuter – kleuter)
5.6.1.1 Denkfouten
5.6.1.2 Verwarring fantasie en werkelijkheid
5.7 Taalontwikkeling
5.7.1 De vroeg – linguale of eerste talige periode
5.7.2 De eerste woorden
5.7.3 De eerste zinnen
5.7.4 Babytaal
5.8 Spelontwikkeling
5.8.1 Het beweging – of functiespel
5.8.2 Het fantasiespel ( en imitatiespel)
5.8.3 Het constructiespel
5.8.4 De sociale ontwikkeling van het spel (Parten)
5.9 Tekenontwikkeling
5.10 Sociaal – emotionele ontwikkeling
5.10.1 De ontwikkeling van een eigen “ik”
5.10.2 Uitbreiden van sociale contacten
5.10.2.1 Contacten met leeftijdsgenootjes
5.10.2.2 Andere kinderen in het gezin
5.10.3 Emotionele ontwikkeling
5.10.3.1 Zindelijk worden
1
, 5.10.3.2 Kinderangsten
5.10.3.3 De trotsfase of koppigheidsfase
5.11 Persoonlijkheidsontwikkeling
5.12 Morele ontwikkeling
5.13 Studievragen en toepassingen
2