Recht
23/09/2025
25/09/2025
1. Rechtsstaat
Overheid -> rechten van burgers rescpecteren:
- Fundamentele rechten en vrijheden (grond wettelijk, europese
verklaring van de rechten van de mens)
- Democratisch tot stand gekomen wetgeving naleven
Overheid -> rechten van burgers beschermen:
- Onafhankelijke gerechtelijke structuren voorzien
(rechtsbescherming)
- Uitvoerende structuren voorzien (bestuur)
20ste eeuw: regulerend optreden van de staat
2. Democratie
Participatie van de burgers in het staatsbestuur
- 1921: enkelvoudig stemrecht
- 1947: toelating voor vrouwen om te stemmen
‘no taxation without representation’
Via vrije
verkiezingen
van
‘volksvertegewoordigers’ in het parlement
Parlementaire democratie
3. Scheiding der machten
Trias politica
checks-and- balances: dat de machten elkaar controleren om te kijken dat
iedereen zich houd aan de regels
4. Federale staat
- 1830: België = eenheidsstaat (centraal gezag, provincies,
gemeenten).
, - 1970–2014: staatshervormingen → geleidelijke federalisering via
grondwetswijzigingen.
- Deelstaten opgericht: 3 gemeenschappen + 3 gewesten.
- Bevoegdheden stelselmatig uitgebreid.
- 1980: 2 gewesten (Vlaams & Waals).
- 1989: 3e gewest (Brussel), onderwijs naar gemeenschappen, VDAB.
- 2012: Splitsing BHV.
- 2014: Legislatuur 5 jaar, Senaat afgeslankt/onrechtstreeks, meer
bevoegdheden naar regio’s.
- 6de staats hervorming 2012-2014 (vlinder akkoord)
5. Monarchie
- Koning is staatshoofd
- Heeft beperkte politieke macht:
o Politiek onbekwaam
o Politiek onverantwoordelijk
- Symbolische/ protocolaire functie
- Koninklijke onschenbaarheid
- Federale overheid
o Federale
wetgevende
macht
o Federale
uitvoerende
macht
- Gemeenschappen en
gewesten
- Provincies
- Gemeenten
Federale wetgevende macht:
- Kamer parlement
- Senaat
- Koning
Samenstelling Parlement: 150 Kamerleden + 60 Senatoren (50 deelstaat-
senatoren + 10 gecoöpteerden).
23/09/2025
25/09/2025
1. Rechtsstaat
Overheid -> rechten van burgers rescpecteren:
- Fundamentele rechten en vrijheden (grond wettelijk, europese
verklaring van de rechten van de mens)
- Democratisch tot stand gekomen wetgeving naleven
Overheid -> rechten van burgers beschermen:
- Onafhankelijke gerechtelijke structuren voorzien
(rechtsbescherming)
- Uitvoerende structuren voorzien (bestuur)
20ste eeuw: regulerend optreden van de staat
2. Democratie
Participatie van de burgers in het staatsbestuur
- 1921: enkelvoudig stemrecht
- 1947: toelating voor vrouwen om te stemmen
‘no taxation without representation’
Via vrije
verkiezingen
van
‘volksvertegewoordigers’ in het parlement
Parlementaire democratie
3. Scheiding der machten
Trias politica
checks-and- balances: dat de machten elkaar controleren om te kijken dat
iedereen zich houd aan de regels
4. Federale staat
- 1830: België = eenheidsstaat (centraal gezag, provincies,
gemeenten).
, - 1970–2014: staatshervormingen → geleidelijke federalisering via
grondwetswijzigingen.
- Deelstaten opgericht: 3 gemeenschappen + 3 gewesten.
- Bevoegdheden stelselmatig uitgebreid.
- 1980: 2 gewesten (Vlaams & Waals).
- 1989: 3e gewest (Brussel), onderwijs naar gemeenschappen, VDAB.
- 2012: Splitsing BHV.
- 2014: Legislatuur 5 jaar, Senaat afgeslankt/onrechtstreeks, meer
bevoegdheden naar regio’s.
- 6de staats hervorming 2012-2014 (vlinder akkoord)
5. Monarchie
- Koning is staatshoofd
- Heeft beperkte politieke macht:
o Politiek onbekwaam
o Politiek onverantwoordelijk
- Symbolische/ protocolaire functie
- Koninklijke onschenbaarheid
- Federale overheid
o Federale
wetgevende
macht
o Federale
uitvoerende
macht
- Gemeenschappen en
gewesten
- Provincies
- Gemeenten
Federale wetgevende macht:
- Kamer parlement
- Senaat
- Koning
Samenstelling Parlement: 150 Kamerleden + 60 Senatoren (50 deelstaat-
senatoren + 10 gecoöpteerden).