Anatomie: osteologie van de voet (26/09/2025)
OSSA PEDIS (botten v/d voet)
Os (ev.) = bot + ossa (mv.) = botten
Pes (ev.) = voet + pedis (gntf) = voet
Teen/tenen = digitus pedis (ev.) Digiti pedis (mv.)
(pedis vingers)
Voetgewelf (voetboog) = metatarsalen tellen niet
mee (niet buigzaam)
Tarsus
Voet heeft 26 botten; in 3 groepen:
Metatarsus
1. Tarsale botten (ossa tarsi =
voetwortelbeenderen) Digiti
2. Metatarsale botten (ossa metatarsi =
middenvoetsbeenderen)
3. Phalanges (ossa digitorum pedis =
teenkootjes/ teenbotten)
o Pedis erbij anders vingerkootjes)
OSSA TARSI (7 botten) Tarus: voetwortel
Os Tali of Talus (sprongbeen)
Os calcanei of Calcaneum (hielbeen)
Os naviculare
Os cuboidei/ cuboideum
Ossa cuneïformia
o Os cuneiforme mediale
o Os cuneiforme intermedium
o Os cuneiforme laterale
1. Talus
o Verbinding voet met onderbeen
o Rust op calcaneum
Gewrichten =
a. Articulatio talocruralis (bovenste sprongewricht)
Articulatio (gewricht) + talus +cruralis (crus – onderbeen)
Gevormd door talus en de voetvork (tibia en fibula)
b. Articulatio subtalaris (onderste sprongewricht)
Gewricht + sub (onder) talus
Gevormd door talus, de calcaneus en os naviculare
, PROXIMAAL
(Facies – oppervlak + articularis – gewricht +
navicularis – os naviculare) = gewrichtsvlak
behorend tot de os naviculare)
(caput – hoofd / tali – talus)
Collum tali (collum – hals/nek +
tali)
= smallere deel, hals gedeelte bot
Trochlea Tali (verbinding met crus
= articulatie talocruralis)
(trochlea (katrolvormig opp.) +
Tali
Trochlea Tali; hft 3 gewrichtsvlakken
(facies articulares)
Facies superior trochleae tali ( vlak + bovenste + katrolvormig opp v de talus)
Facies malleolaris medialis ( vlak + enkelknobbel + aan de binnenzijde)
facies malleolaris lateralis ( vlak + enkelknobbel + aan de buitenzijde)
+ Processus lateralis tali (botuitsteeksel aan de buitenzijde v/d talus)
(lichaam/ hoofdgedeelte
bot)
Troclea; loopt van achteruit op
processus posterior tali (botuitsteeksel + achterzijde) wd opgesplits in
o tuberculum mediale (knobbeltje + binnenzijde bot)
o tuberculum laterale (knobbeltje + buitenzijde bot)
Groeve waar spier
aansluit
OSSA PEDIS (botten v/d voet)
Os (ev.) = bot + ossa (mv.) = botten
Pes (ev.) = voet + pedis (gntf) = voet
Teen/tenen = digitus pedis (ev.) Digiti pedis (mv.)
(pedis vingers)
Voetgewelf (voetboog) = metatarsalen tellen niet
mee (niet buigzaam)
Tarsus
Voet heeft 26 botten; in 3 groepen:
Metatarsus
1. Tarsale botten (ossa tarsi =
voetwortelbeenderen) Digiti
2. Metatarsale botten (ossa metatarsi =
middenvoetsbeenderen)
3. Phalanges (ossa digitorum pedis =
teenkootjes/ teenbotten)
o Pedis erbij anders vingerkootjes)
OSSA TARSI (7 botten) Tarus: voetwortel
Os Tali of Talus (sprongbeen)
Os calcanei of Calcaneum (hielbeen)
Os naviculare
Os cuboidei/ cuboideum
Ossa cuneïformia
o Os cuneiforme mediale
o Os cuneiforme intermedium
o Os cuneiforme laterale
1. Talus
o Verbinding voet met onderbeen
o Rust op calcaneum
Gewrichten =
a. Articulatio talocruralis (bovenste sprongewricht)
Articulatio (gewricht) + talus +cruralis (crus – onderbeen)
Gevormd door talus en de voetvork (tibia en fibula)
b. Articulatio subtalaris (onderste sprongewricht)
Gewricht + sub (onder) talus
Gevormd door talus, de calcaneus en os naviculare
, PROXIMAAL
(Facies – oppervlak + articularis – gewricht +
navicularis – os naviculare) = gewrichtsvlak
behorend tot de os naviculare)
(caput – hoofd / tali – talus)
Collum tali (collum – hals/nek +
tali)
= smallere deel, hals gedeelte bot
Trochlea Tali (verbinding met crus
= articulatie talocruralis)
(trochlea (katrolvormig opp.) +
Tali
Trochlea Tali; hft 3 gewrichtsvlakken
(facies articulares)
Facies superior trochleae tali ( vlak + bovenste + katrolvormig opp v de talus)
Facies malleolaris medialis ( vlak + enkelknobbel + aan de binnenzijde)
facies malleolaris lateralis ( vlak + enkelknobbel + aan de buitenzijde)
+ Processus lateralis tali (botuitsteeksel aan de buitenzijde v/d talus)
(lichaam/ hoofdgedeelte
bot)
Troclea; loopt van achteruit op
processus posterior tali (botuitsteeksel + achterzijde) wd opgesplits in
o tuberculum mediale (knobbeltje + binnenzijde bot)
o tuberculum laterale (knobbeltje + buitenzijde bot)
Groeve waar spier
aansluit
