Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Methodisch handelen

Note
-
Vendu
2
Pages
56
Publié le
01-08-2025
Écrit en
2024/2025

Deze samenvatting geeft een volledig en duidelijk overzicht van de leerstof voor het vak Methodisch Handelen binnen de opleiding Logopedie en Audiologie aan Thomas More. Je leert hoe je als logopedist of audioloog een behandeling opbouwt volgens een systematische en cliëntgerichte aanpak. De samenvatting behandelt onder meer het behandelplan, doelstellingen opstellen, evidence-based practice, evaluatie van therapie, ethiek, en het belang van zelfreflectie en dossieropbouw. Ideaal voor studenten die inzicht willen krijgen in het professionele en methodische handelen in de praktijk

Montrer plus Lire moins











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
1 août 2025
Nombre de pages
56
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Aperçu du contenu

HOOFDSTUK1: PERSOONSGERICHTE TOEGEPASTE
GEDRAGSWETENSCHAPPEN
1. CLIËNTGERICHTE ZORG

Het biopsychosociaal model biedt een
holistische benadering van gezondheidszorg door
rekening te houden met de interactie tussen
lichamelijke, psychologische, en sociale factoren.
Dit model gaat verder dan het traditionele
medische model dat zich voornamelijk op
lichamelijke oorzaken richt.




1.1. HET BIOMEDISCHE (ZIEKTE) MODEL EN HET SOCIAAL MODEL VAN
STOORNISSEN EN HULPVERLENING

 Biomedisch model:
o Nature: focus ligt in 1ste plaats op lichamelijke aandoeningen en
stoornissen, die aangeboren of verworven kunnen zijn
 Bijv.: mensen in de geneeskunde
o Dualisme lichaam-gaast: de bandering ziet de fysieke stoornis los van
mentale en emotionele aspecten van de patiënt
o Stoornissen en beperkingen: benadrukt in termen van discrepanties
tussen chronologische leeftijd en testscores
 Testscores worden vergeleken met leeftijdsgenoten
o Normaliseren van afwijkingen: wat als afwijkend wordt beschouwd 
teruggebracht worden binnen de statisch normale grenzen
o Passieve rol van “patiënt”: de arts neemt de voornaamste beslissingen
op basis van lichamelijke bevindingen
o Classificatiesystemen: gebruikt om op basis van oorzaken, diagnoses te
stellen
 Bijv.: ICF
 Sociaal model:
o Nurture  focussen op leerervaringen ontwikkeling, opvoeding en
omgeving die invloed kunnen hebben op stoornissen
 2 componenten:
 1: het aanleren van inzichten en vaardigheden aan de
patiënt om zelfstandig te kunnen functioneren
 2: het aanpassen van de omgeving en het aanleren van
vaardigheden aan de omgeving om de patiënt beter te
ondersteunen
o Onvoldoende accommodatie: in de maatschappij, misvattingen, en
negatieve attitudes  minder kansen voor mensen met beperkingen
o Nadruk op maatschappelijke veranderingen: aanpassingen in
infrastructuur en attitudes
o Recht van het individu: volwaardige participatie
o Person-first terminologie: “persoon met een beperking” i.p.v.
“gehandicapte”

1

,1.2. HET BIOPSYCHOOSOCIALE (LEER) MODEL

Kenmerken van these (biomedisch model) en antithese (sociaal model) werden
samengebundeld  biopsychosociaal model

 Combineert medische + sociale model, aangevuld
met persoonlijke factoren van het individu
 Gezondheid en ziekte  resultaat van een samenspel
tussen biologische, persoonlijke en sociale factoren
 Visie: bepaald door persoonlijk beleving,
waardeoordelen, noden en wensen van persoonlijke,
sociaal-culturele en esthetische aard


1.2.1. VERSCHIL BIOMEDISCH EN BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
Biomedisch (ziekte) model Biopsychosociaal (leer)model

Afwijkend gedrag/onvermogen = Onvermogen en het gevoel van
uitwendig signaal (“symptomen”) van een onvermogen = focus van behandeling
onderliggende oorzaak (etiologie) 
causaal model
“normaal” = statistisch gemiddelde (+/- 1 “Normaal” bestaat niet
SD)
Normaal = relatief en subjectief; hangt af
van waardeoordelen – persoonlijke,
sociale, esthetische… normen

“afwijkend”/“abnormaal” = wat afwijkt “problematisch” = wanneer het individu
van het statisch gemiddelde het als onprettig, hinderlijk, beperkend…
ervaart
Normaal en abnormaal/afwijkend zijn Normaal en problematisch zijn het
fundamenteel verschillend resultaat van dezelfde onderliggende
leermechanismen
Causaal  predicatief Probleem in één component beïnvloedt
Unidirectioneel alle andere componenten

Dynamisch, complex




2

,1.3. HET ICF-MODEL ALS LEIDRAAD (OC 1 - OEFENINGEN)

= operationalisering van het biopsychosociaal model


1.3.1. DUBBEL DOEL ICD

 1: Denkkader
o Wetenschappelijke basis voor de studie van menselijke gezondheid
 Gezondheid is meer dan afwezigheid van ziekte
 Geheel van fysiek (biologisch), mentaal (psychologisch) en sociaal
welbevinden
o ICF = Multifactorieel model
 Meerdere factoren bepalen iemands gezondheid of het ontstaan
o ICF = holistisch model
 Beschrijft menselijk functioneren vanuit
verschillende invalshoeken
o Focus niet alleen op oorzaken, maar ook op de
gevolgen
o Afbeelding:
 Verandering binnen één element heeft
een weerslag op alle andere en
beïnvloedt de manier waarop iemand zijn
gezondheid of ziekte beleeft
 2: Gemeenschappelijke taal (universeel)
o Biedt wetenschappers en zorgverstrekkers van verschillende disciplines
een gestandaardiseerd begrippenapparaat voor de beschrijving en
ordening van alle aspecten van het menselijk functioneren


1.3.2. DE VIJF COMPONENTEN VAN HET ICF-MODEL

Verslagen dat logopedisten en audiologen zullen schrijven, zullen gebruik maken van de
ICF-terminologie en classificaties om te communiceren met collega’s 
https://class.whofic.nl/browser.aspx

VERZAMEL NIET ALLEEN WAT MISLOOPT, MAAR OOK WAT GOED VERLOOPT!

Anatomisch  AE: Positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen
e van het menselijk lichaam (lichaamsdelen, orgaanstelsels,..)
eigenschap  Functies: fysiologische en mentale eigenschappen van het
pen en menselijk organisme
functies
 Vertoont iemand afwijkingen in of verlies van functies of
anatomische eigenschappen, dan wordt hiernaar verwezen onder de
term stoornissen
Activiteiten  Onderdelen van iemands handelen
 Uitvoering van een taak of een actie van een individu
 Uitvoeren van ADL, omgaan met stress, mobiliteit,
zelfverzorging, communicatie,…

 Zijn er moeilijkheden met het uitvoeren van activiteiten dan wordt
dit aangeduid met de term beperkingen




3

, Participatie  Deelname aan het sociaal-maatschappelijk leven in de
verschillende rollen (mama, papa, broer, dochter,…)
 Interactie met anderen

 Naar de moeilijkheden die iemand met deze interacties ondervindt,
wordt verwezen met de term participatieproblemen

Externe  Fysieke en sociale omgeving waarin iemand leeft
factoren  Toegang tot diensten, producten en technologie +
ondersteuning binnen familie en relaties, persoonlijke attitudes

 Externe factoren kunnen zowel communicatief belemmerend als
ondersteunend zijn voor de sociale participatie
Persoonlijk  Zaken die van invloed zijn op het functioneren en die specifiek
e factoren zijn voor het individu, zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau,
persoonlijke copingstijlen, levensgeschiedenis, en dergelijke


1.3.3. HET ICF-MODEL ALS DENKKADER IN DE LOGOPEDIE EN DE
AUDIOLOGIE

 Klemtoon op behoud of verbeteren van levenskwaliteit
 Elk probleem is uniek, want elk persoon is uniek
 Logopedische/audiologisch assessment en evaluatie vanuit een ICF-perspectief:
o Gevolgen voor diagnostiek:
 Niet alleen stoorniskenmerken:
 Geeft informatie over aandoening – niet over hoe de
aandoening de omgeving v/d cliënt beïnvloedt en hoe cliënt
ermee omgaat
 Uitgebreide probleeminventarisatie (assessment) is
belangrijk
o Uitgebreid interview met ouders (soms met kind)
 Therapeut die vanuit ICF-perspectief een HV onderzoekt 
onmogelijk alleen op stoorniskenmerken focussen
 Ook positieve (of positief inwerkende) elementen
 Meten van behandeleffect op een voor de cliënt relevante
manier
o Gevolgen voor therapie:
 Niet alleen stoornisgericht
 Statistische gemiddelde (norm) is ruwe leidraad (en baseline)
 Leidraad bij bepaling van behandeldoelen
 Behandeling voorkomt of vermindert beperkingen
 Herstelt of vergroot sociale, schoolse, professionele en
relationele participatie
 Optimaliseert externe en persoonlijke factoren
 Behandeldoelen verschillen per cliënt, zelfs bij dezelfde
stoornis en vergelijkbare testscores
 Toepassen van geoefende functies in eigen leefwereld,
interactie met derden, binnen de verschillende rollen van de
cliënt,…  belangrijk bij de behandeling
 Hulpmiddel bij keuze van de interventies
 Verruiming van therapeutische doelstellingen impliceert een
verruiming van interventiemethoden en technieken


4
€8,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
helenededeyne8

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
helenededeyne8 Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
5
Membre depuis
2 année
Nombre de followers
0
Documents
16
Dernière vente
22 heures de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions