Anatomie - Leerpad 9
De thorax - deel 1
Leerdoelen
Anatomie
De student kan de thoracale holte met het mediastinum en pleuraholte beschrijven.
De student weet wat de thymus is en kan deze herkennen.
De student kent de locatie, ligging en projectie van het hart.
De student kent de algemene structuur van het hart, inclusief zijn kleppen.
De student begrijpt het concept van coronaire bevloeiing en kent de voornaamste
takken.
De student kan de longen in een groter geheel thuisbrengen, kent de ligging en de
opdeling in verschillende lobben (links en rechts).
De student kent de systematiek van de bronchieën.
De student kan het verloop van het lymfesysteem en de uitloop in de bloedbaan.
De student kent de verschillende delen van de oesophagus, en kan deze ten
opzichte van de andere organen plaatsen.
De student kent het verloop van de n. vagus.
De student kent het azygos systeem.
De student kent het diafragma, zijn bezenuwing, openingen en ophanging binnen
de thoracale ruimte.
Radiologie
De student kan de grote anatomische structuren aanduiden op een RX thorax.
De student kent de systematiek voor het evalueren van een RX thorax.
De student kan inschatten welke organen zichtbaar zijn op een RX thorax en welke
niet zichtbaar zijn.
De student kent de beperkingen van het beoordelen van anatomische structuren
op een RX thorax.
De student kent de verschillende elementen van de beenderige thorax.
De student kan de verschillende longkwabben, bronchiaalboom en fissuren
aanduiden op axiale CT beelden.
De student kan de hartkamers en de grote vasculaire structuren aanduiden op CT.
De student kan de overige organen in de thorax aanduiden, o.a. mediastinum,
thymus, slokdarm, …
De student kan de grote spiergroepen van de thoraxwand benoemen.
De student weet welke anatomische structuren in normale omstandigheden (bij
afwezigheid van ziekte) niet zichtbaar zijn op beeldvorming.
De student kent het principe van de verschillende orthogonale vlakken van
beeldvorming en kan inschatten welke organen best in welk vlak beoordeeld
worden.
1
,Anatomie
Algemene begrippen en grenzen
Algemene indeling van de thorax
Botten:
- 12 borstwervels
- 12 ribbenparen
- Sternum
Spieren:
- Mm. intercostales (tussen de ribben)
- Diafragma (onderaan gespannen tussen
de ribben, afscheiding van de thorax en het
abdomen)
De longen reiken tot boven de eerste rib, andere
intrabdominale organen rijken ver boven de
onderste ribben (lever, milt en beide nieren).
Dwarsdoorsnede:
3 compartimenten:
- 2 pleurale ruimten - beide longen
- Mediastinum - tussen de longen, anterieur ligt
het sternum, posterieur de wervelzuil
- Hart
- Grote bloedvaten
- Trachea
- Oesophagus
- Autonoom zenuwstelsel
- Lymfebanen
Kliniek: pathologie in 1 ruimte heeft niet noodzakelijk
weerslag op de andere ruimtes maar het kan wel.
2
, Hulplijnen
Midclaviculaire lijn = verticale lijn beginnend in het midden van de clavicula.
Aan de linkerkant komt dit overeen met de apex van het hart die reikt tot op de
midclaviculaire lijn in normale omstandigheden.
Voorste-mid en posterieure axillaire lijn.
Apertura thoracicus inferior
= de opening van de thorax naar beneden toe.
- Anterior - processus xiphoideus
- Posterior - corpus vertebra T12
- Posterolateraal - rib 12 en distale einde rib 11
- Anterolateraal - distale kraakbeenruimte van rib 7-10
↳ tussen deze grenzen hecht ook het diafragma ongeveer in
3
De thorax - deel 1
Leerdoelen
Anatomie
De student kan de thoracale holte met het mediastinum en pleuraholte beschrijven.
De student weet wat de thymus is en kan deze herkennen.
De student kent de locatie, ligging en projectie van het hart.
De student kent de algemene structuur van het hart, inclusief zijn kleppen.
De student begrijpt het concept van coronaire bevloeiing en kent de voornaamste
takken.
De student kan de longen in een groter geheel thuisbrengen, kent de ligging en de
opdeling in verschillende lobben (links en rechts).
De student kent de systematiek van de bronchieën.
De student kan het verloop van het lymfesysteem en de uitloop in de bloedbaan.
De student kent de verschillende delen van de oesophagus, en kan deze ten
opzichte van de andere organen plaatsen.
De student kent het verloop van de n. vagus.
De student kent het azygos systeem.
De student kent het diafragma, zijn bezenuwing, openingen en ophanging binnen
de thoracale ruimte.
Radiologie
De student kan de grote anatomische structuren aanduiden op een RX thorax.
De student kent de systematiek voor het evalueren van een RX thorax.
De student kan inschatten welke organen zichtbaar zijn op een RX thorax en welke
niet zichtbaar zijn.
De student kent de beperkingen van het beoordelen van anatomische structuren
op een RX thorax.
De student kent de verschillende elementen van de beenderige thorax.
De student kan de verschillende longkwabben, bronchiaalboom en fissuren
aanduiden op axiale CT beelden.
De student kan de hartkamers en de grote vasculaire structuren aanduiden op CT.
De student kan de overige organen in de thorax aanduiden, o.a. mediastinum,
thymus, slokdarm, …
De student kan de grote spiergroepen van de thoraxwand benoemen.
De student weet welke anatomische structuren in normale omstandigheden (bij
afwezigheid van ziekte) niet zichtbaar zijn op beeldvorming.
De student kent het principe van de verschillende orthogonale vlakken van
beeldvorming en kan inschatten welke organen best in welk vlak beoordeeld
worden.
1
,Anatomie
Algemene begrippen en grenzen
Algemene indeling van de thorax
Botten:
- 12 borstwervels
- 12 ribbenparen
- Sternum
Spieren:
- Mm. intercostales (tussen de ribben)
- Diafragma (onderaan gespannen tussen
de ribben, afscheiding van de thorax en het
abdomen)
De longen reiken tot boven de eerste rib, andere
intrabdominale organen rijken ver boven de
onderste ribben (lever, milt en beide nieren).
Dwarsdoorsnede:
3 compartimenten:
- 2 pleurale ruimten - beide longen
- Mediastinum - tussen de longen, anterieur ligt
het sternum, posterieur de wervelzuil
- Hart
- Grote bloedvaten
- Trachea
- Oesophagus
- Autonoom zenuwstelsel
- Lymfebanen
Kliniek: pathologie in 1 ruimte heeft niet noodzakelijk
weerslag op de andere ruimtes maar het kan wel.
2
, Hulplijnen
Midclaviculaire lijn = verticale lijn beginnend in het midden van de clavicula.
Aan de linkerkant komt dit overeen met de apex van het hart die reikt tot op de
midclaviculaire lijn in normale omstandigheden.
Voorste-mid en posterieure axillaire lijn.
Apertura thoracicus inferior
= de opening van de thorax naar beneden toe.
- Anterior - processus xiphoideus
- Posterior - corpus vertebra T12
- Posterolateraal - rib 12 en distale einde rib 11
- Anterolateraal - distale kraakbeenruimte van rib 7-10
↳ tussen deze grenzen hecht ook het diafragma ongeveer in
3
